In Birma (Myanmar) heeft het leger vandaag de controle over het land overgenomen en voor een jaar de noodtoestand uitgeroepen, omdat er geen actie werd ondernomen naar aanleiding van de beweringen van het leger over kiezersbedrog bij de verkiezingen in november.
De aankondiging kwam enkele uren na de aanhouding van de feitelijke leider van Birma, Aung San Suu Kyi (75), en andere functionarissen van de regerende Nationale Liga voor Democratie. Vandaag zou het nieuwe parlement worden ingehuldigd.
Volgens verschillende berichten zijn telefoon- en internetverbindingen in grote steden van het land verstoord. MRTV, de staatsomroep, was uit de lucht en meldde op Facebook dat het technische problemen had. Soldaten waren in de straten van zowel de hoofdstad Naypyidaw als de grootste stad, Yangon.
De ontwikkelingen van maandag volgden op maanden van spanningen na de verpletterende overwinning van de Nationale Liga voor Democratie in de verkiezingen van november. Het leger beweerde dat er verkiezingsfraude was gepleegd, een bewering die door de verkiezingscommissie van het land werd verworpen.
De arrestatie van Birmese leiders is slechts de laatste gebeurtenis in een land dat heeft geworsteld tussen burgerlijk en militair bewind en doet vrezen dat de overgang van het land naar een democratie tot stilstand is gekomen. Aung San Suu Kyi, de dochter van de in 1947 vermoorde onafhankelijkheidsheld van Myanmar, generaal Aung San, ontpopte zich tot een leider in de pro-democratische demonstraties en in de NLD. Zij kreeg de Nobelprijs voor de Vrede in 1991 terwijl zij onder huisarrest stond.
In 2010 kondigde generaal Than Shwe aan dat het land zou worden overgedragen aan de civiele leiders, onder wie gepensioneerde generaals. Zij bevrijdden politieke gevangenen, onder wie de wetgevers van de Nationale Liga voor Democratie, en Aung San Suu Kyi, die bij een tussentijdse verkiezing in 2012 werd verkozen en later staatsraadgever van Birma werd.
Aung San Suu Kyi, is weliswaar populair onder de boeddhistische meerderheid van het land, maar heeft haar internationale reputatie zien dalen door de behandeling door haar regering van de voornamelijk islamitische Rohingya-minderheid van het land. In 2017 leidde een hardhandig optreden van het leger tegen de Rohingya, aangewakkerd door dodelijke aanvallen op politiebureaus in de deelstaat Rakhine, ertoe dat meer dan 700.000 Rohingya naar het naburige Bangladesh vluchtten. Een aantal Rohingya werd door het leger en boeddhistische benden, gedood, vrouwen verkracht, dorpen in brand gestoken. De Rohingya worden in Birma als ongewenste statelozen beschouwd. Het Internationaal Strafhof in Den Haag onderzoekt de genocide wegens misdaden tegen de menselijkheid.