Naar schatting vijf miljoen kuikens sterven jaarlijks volgens Wakker Dier omdat Nederlandse kuikenbroederijen kuikens dagenlang zonder voer en water laten zitten nadat ze uit het ei zijn gekomen. Veel kuikens raken daardoor zo verzwakt dat ze in hun eerste levensweek doodgaan door aangetaste weerstand, verstoorde temperatuurhuishouding of gemankeerde darmontwikkeling. Vanavond besteedt Tros Radar in een tv-uitzending aandacht aan deze kwestie.
Met name plofkippen hebben hieronder te lijden omdat zij door hun extreem snelle groei veel meer voer en water nodig hebben. Deze onwettige praktijken zijn ontstaan door doorgeslagen efficiëntiemaatregelen: broedkasten worden pas geopend als na 21 dagen vrijwel alle kuikens uit het ei zijn. Vroege kuikens die al na negentien dagen uit het ei zijn gekomen, zitten dan al twee dagen in de afgesloten broedkast zonder voer en water. Wakker Dier wil dat hierop wordt ingegrepen en heeft een handhavingsverzoek ingediend bij minister Henk Kamp van Economische Zaken die belast is met de handhaving van de wetgeving voor dierenwelzijn. Als de minister niet ingrijpt zal Wakker Dier een rechtszaak starten.
In Nederlandse broederijen worden dagelijks meer dan een miljoen kuikens uitgebroed. Tussen de negentien en 22 dagen nadat de eier-trays in de broedkast van de broederijen zijn gereden, komen de kuikens één voor één uit het ei. Om redenen van efficiëntie wordt de broedkast maar een keer, na zo’n 21 ½ dag, leeggehaald. Kuikens die pas later uit het ei komen, worden levend vermalen tussen de eierschalen. Kuikens die juist vroeg uit het ei zijn gekomen, zitten dan al meerdere dagen zonder voer en water in een donkere broedkast. Zij worden gesorteerd, gevaccineerd, verpakt en vervolgens op transport gezet naar de kippenstallen. Pas in die stallen krijgen ze voor het eerst voer en water.
Wetenschappers van de Europese Commissie zeggen over het transport van de eendagskuikens naar de stallen: “Major causes of in-transport and post-transport mortality and morbidity are dehydration and under-nutrition.” Totdat ze in de stallen zijn gearriveerd, lijden ze dorst en honger en raakt hun gezondheid ernstig aangetast: ze hebben een aangetaste weerstand, gemankeerde darmontwikkeling en verstoorde temperatuurhuishouding. Voor ongeveer 1% van de kuikens is dit fataal; dat zijn er vijf miljoen per jaar. Een veelvoud hiervan overleeft het wel, maar lijdt door honger en dorst en aangetaste gezondheid. Dit is een belangrijke reden waarom plofkippen onverantwoord veel antibiotica nodig hebben om de slachtleeftijd te halen: gemiddeld twee dosis in zes weken.
De Nederlandse broederijen lijken volgens Wakker Dier deze extra sterfte van circa 1% acceptabel te vinden en kijken amper uit naar alternatieven. Voor hen is een kuikenleven slechts een kwartje waard. Dit terwijl Wageningen UR in een onderzoek in opdracht van het Ministerie EL&I al in 2011 concludeerde: “Voor een gezond kuiken is het essentieel om direct uit het ei over vers water en voer te beschikken. In de gangbare broederij gebeurt dat niet, omdat niet alle kuikens tegelijk uitkomen in de broedstoof. Hier bestaan al verschillende oplossingen voor… “. De wet staat een dergelijke behandeling van kuikens niet toe. Zo schrijft het Besluit Welzijn Productiedieren in artikel 4 lid 4 en 5 lid 8 voor dat dieren altijd over een toereikende hoeveelheid voer en water dienen te beschikken.
Meer dan vijfhonderd miljoen vleeskuikens (vnl. ‘plofkippen’) en legkuikens worden jaarlijks in Nederland uitgebroed in broederijen. Daarvan wordt circa 1% als ‘tweede kwaliteit’ kuiken meteen op de broederij gedood en sterft ongeveer 1,5% de eerste week in de stal door allerhande gezondheidsproblemen. 2,5% van de kuikens, ongeveer twaalf miljoen kuikens per jaar, overleeft de eerste levensweek dus niet. In alternatieve systemen worden de eieren vaak een aantal dagen voor uitkomst al naar de stal vervoerd. Daar worden ze uitgebroed en kunnen ze meteen eten en drinken. Uit onderzoek kwam naar voren dat de sterfte in de eerste week daar vrijwel is gehalveerd, rond de 1 á 1,5%, inclusief ‘tweede kwaliteit’ kuikens; ofwel circa 1% minder kuikensterfte de eerste week. Dit komt overeen met jaarlijks ruwweg vijf miljoen kuikens minder die sterven.
Bron Wakker Dier.