Op 1 mei , de dag van de arbeid, verschenen de eerste resultaten van de experimenten met regelvrije bijstand in Nederland. Het experiment met de bijstand is in Wageningen succesvol verlopen: Deelnemers voelen zich beter, hoewel ze nog lang niet allemaal een baan hebben. In Utrecht lijken de alternatieven beter te werken dan de huidige aanpak. Een van de deelnemers zegt: “Waar ik heel blij mee ben, is dat ik niet meer met het verleden bezig ben, maar leef in het nu en plannen maak voor de toekomst.”
Zes gemeentes, Groningen, Wageningen, Tilburg, Nijmegen, Utrecht en Deventer onderzochten afgelopen anderhalf jaar welke methode het beste werkt om bijstandsgerechtigden aan het werk te krijgen. De experimenten zijn wetenschappelijk ondersteund. De proeven waren klein, duurden slechts kort en werden door een heel aantal criteria belet in de manoeuvreerruimte. De paar honderd deelnemers per gemeente waren verdeeld in vier groepen. Groep 1 mocht extra bijverdienen; groep 2 kreeg extra ruimte om zelf te bepalen hoe ze het beste uit de bijstand konden komen; groep 3 kreeg extra begeleiding (met cursussen, opleiding en training); groep 4 volgde het oude regiem.
In vergelijking met de bijstandsgerechtigden die niet aan de (vrijwillige) proef meededen, hadden de deelnemers aan het experiment meer succes bij het vinden van een baan. Daarnaast hadden de cliënten het gevoel dat ze meer serieus werden genomen door de klantmanagers. “‘Ik had het idee dat we samen aan iets werkten, in plaats dat zij boven jou staan.’, zegt een van de deelnemers die meer begeleiding kreeg. Positieve, mensgerichte ondersteuning loont. Bovendien bleek dat de mogelijkheid tot bijverdienen mensen deed opveren.
Belangrijk is ook dat gemeentes door deze experimenten zicht krijgen op andere manieren om mensen in de bijstand te helpen. “Meerdere aanpakken werken”, concludeert wethouder Linda Voortman van Utrecht, die als Tweede kamerlid de experimenten mede mogelijk maakte. „Wij hebben behoefte aan meer ruimte in de wet.” De evaluatie van de bestaande participatiewet onlangs was vrij vernietigend. In de bestaande wet is het de taak om te controleren op de sollicitatieplicht, het verbieden van vrijwilligerswerk en vaak ook uitsturen naar een verplicht arbeidsreïntegratietraject dat niet alleen duur is – er gaan miljoenen in om – maar waarvan de effectiviteit moeilijk te bewijzen was.
De nieuwe experimenten bieden een uitweg naar andere routes voor mensen om perspectief op de toekomst voor zichzelf te realiseren. Dit is des te meer van belang nu heel veel meer mensen dan anders gebruik maken van de bijstandsregeling in verband met de corona crisis. In Utrecht (maar ook elders) wordt gezien dat de grootste stijging plaats vindt bij een doelgroep die eerder nauwelijks bijstand nodig had: jongeren die door flex-contracten geen beroep kunnen doen op een werkloosheidsuitkering. Met deze nieuwe werkwijzen kunnen niet alleen de deelnemers, maar ook de – door financiële problemen geplaagde – gemeentes meer grip krijgen op de toekomst.
VbI: Voor wat betreft het basisinkomen wisten we al dat door de opzet en de experimentele condities de volledige voordelen van een basisinkomen niet zichtbaar konden worden, zoals met name het effect van het wegvallen van de armoedeval.
Wel zien we dat als de overheid meer vertrouwen aan mensen mag geven, daaruit blijkt dat mensen dat vertrouwen ook echt als zodanig ervaren en er ook beter bij lijken te gedijen. Op die manier blijkt ook het geld dat hiervoor nodig is wel echt te renderen. Uiteindelijk is dat misschien de beste manier om de samenleving te laten functioneren.’