Wat bewoog een groep jonge Amsterdamse studentes om met gevaar voor eigen leven tijdens de Duitse bezetting en de jacht op de Joden zoveel kinderen in Friesland in veiligheid te brengen? Hoe was het in de provincie georganiseerd en wat heeft het voor de Joodse kinderen betekend?
Zou ik mijn kind aan een vreemde meegeven? Zou ik met gevaar voor eigen leven een kind opnemen in mijn gezin? Met deze dilemma’s werden Joodse gezinnen en Friese pleeggezinnen geconfronteerd in de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de bezetting werden honderden Joodse kinderen naar Fryslân gesmokkeld om onder te duiken.
In de tentoonstelling Wy kinne der noch wol ien by ha worden de verhalen verteld van 17 van deze kinderen en hun Friese helpers. De tentoonstelling is te zien vanaf 29 februari in de expositieruimte van Tresoar.
Er ontstonden warme banden tussen Joodse kinderen en hun pleeggezinnen, maar het onderduiken in een vreemde huishouding bracht ook uitdagingen met zich mee. Hoe is het om vanuit Amsterdam naar Fryslân te verhuizen, waar een andere taal gesproken wordt? Of om op te groeien in een gezin met een ander geloof? En zonder ouders? Hoe is het om er ‘zomaar’ een broertje of zusje bij te krijgen? En hoe is het om niet goed te weten wie je eigenlijk bent?
De tentoonstelling is onderdeel van het project De terugkeer van de Joodse Kinderen, waar onder andere een theatervoorstelling, documentaireserie en een welkomstceremonie deel van uitmaken. Het project is een samenwerking van Tresoar met Stichting Verhalen, Omrop Fryslân, Leeuwarder Courant en Friesch Dagblad.
In 2020 vieren en gedenken we dat ons land 75 jaar geleden is bevrijd. Met de bevrijding kwam er een eind aan vijf donkere jaren. De groep overlevenden die nog kan vertellen over deze periode wordt steeds kleiner. En de tijd om hun verhalen en nalatenschap door te geven aan volgende generaties steeds korter. Met ‘De terugkeer van de Joodse kinderen’, willen de Friese organisatoren een bijzondere oorlogsgeschiedenis een plek geven.
Centraal staan 210 Joodse kinderen die in 1943 van Amsterdam naar Fryslân zijn gesmokkeld en bij Friese gezinnen werden ondergebracht. De organisatoren willen deze kinderen, die nu tussen de 77 en 90 jaar oud zijn, opsporen en in mei 2020 terug laten keren naar Fryslân. Om als Friese bevolking samen met deze kinderen hun omgekomen familieleden te gedenken, de vrijheid te vieren en naar hun verhalen te luisteren.
Naast de zoektocht bestaat De Terugkeer van Joodse kinderen ook uit een documentaireserie, (NPO2/FryslânDOK), de theatervoorstelling Smokkelbern en de zogenoemde Onderduikdagen.
In een vierdelige documentaireserie in samenwerking met FryslânDok wordt voor NPO 2 en Omrop Fryslân deze omvangrijke ‘kindersmokkel’ van Amsterdam naar Fryslân gereconstrueerd. Wat bewoog een groep jonge Amsterdamse studentes om met gevaar voor eigen leven zoveel kinderen in veiligheid te brengen? Hoe was het in de provincie georganiseerd en wat heeft het voor de Joodse kinderen betekend?
De documentaireserie wordt geregisseerd door Annet Huisman (regisseur De Joodse Bruiloft) en Gerard van der Veer (o.a. regisseur van Underdûkt yn Fryslân en Fryslan 4045 | Wat de oarloch mei ús die). https://joodsekinderen.nl/documentaire-serie/
Het verhaal van de onderduikkinderen is indrukwekkend. Stuk voor stuk hebben ze hun eigen geschiedenis. Op 1, 2 en 3 mei komen ze terug naar Fryslân om hun verhalen te vertellen en door te geven aan de volgende generaties. Want hun onderduikverhalen zijn ook nu nog actueel. Overal op de wereld zijn mensen en kinderen op de vlucht. Tijdens deze dagen zijn er ook stadswandelingen langs historische onderduikplekken, lezingen en andere speciale activiteiten.
Smokkel
De grootschalige smokkel van Joodse kindertjes uit Amsterdam naar de provincie wordt in de geschiedschrijving het kinderwerk genoemd. Onder die naam zijn in 1943 naar schatting meer dan duizend Joodse kinderen van een wisse dood gered. Vier verzetsgroepen houden zich in meer of mindere mate bezig met dit kinderwerk. In een roerig en gevaarlijk Amsterdam, waar de Duitse bezetter in een jaar tijd de Joodse gemeenschap van 80.000 zielen wil wegvagen, worden Joodse ouders benaderd met de vraag of ze hun kind(eren) in veiligheid willen brengen. Soms staan ouders hun kinderen thuis al af voordat ze worden opgepakt. Maar de meeste kinderen worden uit de crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg aan de Plantage Middenlaan gesmokkeld waar ze na een razzia zijn opgeborgen, wachtend op deportatie naar de vernietigingskampen.
Verzetsgroep ASG
De reddingsacties worden vaak uitgevoerd door jonge vrouwelijke studenten die de kinderen naar onderduikadressen in de provincie brengen. Friesland neemt in deze bijzondere geschiedenis een prominente plek in. Het is niet alleen de eerste regio waar kinderen naartoe zijn gebracht, Friesland neemt ook het grootste aantal op. Het eerste contact wordt gelegd door de 23-jarige Piet Meerburg, student en één van de aanvoerders van verzetsgroep ASG (Amsterdamse Studenten Groep), die voor een belangrijk deel uit jonge vrouwen van begin 20 bestaat. Als in de zomer van 1942 de eerste razzia’s in Amsterdam plaatsvinden, reist Piet Meerburg in augustus van dat jaar naar Leeuwarden op zoek naar onderduikadressen. Daar krijgt hij geheel tegen zijn verwachting nul op het rekest. In Leeuwarden geloven ze niet dat er in de hoofdstad massaal Joden worden opgepakt en afgevoerd. Een paar maanden later moeten de Friezen Meerburg toch gelijk geven als in oktober alle 42 Joodse werkkampen in Nederland worden omsingeld en ontruimd. De Joodse dwangarbeiders worden samen met hun gezinnen naar Durchgangslager Westerbork gebracht, het laatste station voor de vernietigingskampen in Polen. Door deze grootschalige actie van de nazi’s wordt vrijwel iedereen wakker geschud. Het verzet gaat zich organiseren.
De smokkelaars
Niet veel later is Piet Meerburg op ziekenbezoek in het Gooi. Daar treft hij zijn nicht Mia Coelingh. Zij is Hervormd hulppredikante in Sneek. Hij vraagt haar opnieuw om onderduikadressen voor Joodse kinderen. Eenmaal terug in Sneek zoekt Mia contact met de katholieke kapelaan Gérard Jansen en de Doopsgezinde predikant Willem Mesdag. Samen vormen ze een uniek oecumenisch driemanschap. In Sneek en omgeving zorgen ze vervolgens voor tientallen onderduikadressen voor Joodse kinderen uit Amsterdam. Op zondag na de dienst of eucharistieviering vragen ze hun gemeenteleden kinderen in huis te nemen. Gérard Jansen gaat naar verluid zelfs zover dat hij de biecht gebruikt om adressen te regelen. Onderzoek heeft uitgewezen dat naar schatting tachtig kinderen via de drie geestelijken een veilig onderkomen krijgen. Al snel verwijst Willem Mesdag de groep van Piet Meerburg door naar Leeuwarden, naar zijn Doopsgezinde collega Felix van der Wissel. Van der Wissel heeft een gemeente van 1450 zielen in Leeuwarden en omringende dorpen. Hij schakelt vervolgens één van zijn kerkleden in: Krijn van der Helm. Krijn is een durfal en zal op zijn beurt samen met Esmée van Eeghen in Leeuwarden en de kop van Friesland veel Joodse kinderen onderbrengen, naar schatting zo’n 100.Ook legt Meerburg contact met Sjoerd Wiersma en Uilke Boonstra in Joure die eveneens veel Joden helpen aan een onderduikadres. Via dit duo wordt voor 30 kinderen aan een onderduikhuis geregeld.
De route
De kinderen bereiken Friesland via drie smokkellijnen. Onder begeleiding van studentes reizen ze vanuit Amsterdam via Enkhuizen met de boot naar Stavoren. Of de tocht gaat met de veerdienst (Lemmerboot) van Amsterdam naar Lemmer. Of over het veel gevaarlijker spoor via Utrecht en Zwolle. De kinderen worden vaak eerst naar Sneek gebracht naar de Doopsgezinde kerk en pastorie van dominee Mesdag of naar Mia Coelingh. Als het nodig is blondeert Mia het haar van het kindje alvorens de reis verder gaat. Een poosje later ontstaan er ook smokkelroutes naar Limburg en Overijssel. In veel gevallen wordt in Amsterdam vanaf die tijd al een scheiding aangebracht. De Joodse kinderen met een donker uiterlijk gaan vaak naar Limburg (zij werden koffiesurrogaat genoemd), de wat lichtere kinderen passen beter in Friesland en Overijssel (zij kregen als bijnaam theesurrogaat).
Meer informatie https://www.joodsekinderen.nl/