Wat tanks en geweren niet kunnen bereiken probeert de Chinese bezetter van Tibet nu op een andere wijze. Westerse evangelisten moeten de Tibetanen zoveer krijgen dat ze het verzet tegen de bezetter opgeven. Evangelisatie is in China verboden maar in het bezette Tibet ligt dat anders. De Chinese autoriteiten gebruiken daar Westerse evangelisten om de lokale religieuze cultuur, een bron van verzet, te vernietigen. De opmerkelijke tactiek, die lijnrecht staat tegenover het gekoesterde beeld dat Westerlingen juist voor Tibet opkomen, wordt aan het licht gebracht in een reportage van de Britse krant The Guardian.
Tibet is de K2 van de evangelisatie, aldus de krant met een verwijzing naar de beroemde bergtop, missionarissen zien het als een geweldige en cruciale uitdaging, een laatste spiritueel grensgebied. De christenen hadden vanouds weinig kans om de overtuigde boeddhistische bevolking te bekeren maar dat is in hoog tempo aan het veranderen.
De oorzaak ligt mede in de economie. De missionarissen zetten succesvolle ondernemingen op die werk bieden. Bovendien verzorgen ze gratis onderwijs, bijvoorbeeld door studenten gratis Engelse les aan te bieden en ze zo het geloof in te sleuren. De Chinese autoriteiten zien dergelijke zendelingen als betrouwbaar omdat de Westerlingen niet snel hun missiewerk in gevaar zullen willen brengen met politieke bemoeienissen.
Bron JoopNL
Bron The Guardian: Going undercover, the evangelists taking Jesus to Tibet
Video: Een reportage van de Chinese tv over christenen in Tibet (2009).
Joop Romeijn zegt
Het Christendom kent de uitdrukking ‘De duivel met Beëlzebub uitdrijven ‘; dat is: het kwaad met een nog erger kwaad tegengaan. Waarbij overigens de – minder bekende – strekking in het bijbelverhaal is dat dit niet mogelijk is.
Het zou wel zeer ironisch zijn als de Chinezen nu in Tibet zouden hanteren: ‘het christendom gebruiken om het boeddhisme uit te drijven’.
Als dit verhaal waar is natuurlijk, christenen evangeliseren al veel langer in Azië (en introduceerden en passant daarmee het hebzuchtige kapitalismne).
Ik vraag me wel eens af of de nadruk die de Dalai Lama legt op het niet noodzakelijk zijn van het – religieus – boeddhist worden door westerse christenen eigenlijk te maken heeft met het omgekeerde: met bezorgdheid over het kerstenen van boeddhisten in Azië, o.a. in Tibet.
Een bezorgdheid waar ik wel in kan komen.
Misschien is dat ook wel de achtergrond van de veel besproken Facebook-uitspraak van hem (van september 2012):
‘All the world’s major religions, with their emphasis on love, compassion, patience, tolerance, and forgiveness can and do promote inner values. But the reality of the world today is that grounding ethics in religion is no longer adequate. This is why I am increasingly convinced that the time has come to find a way of thinking about spirituality and ethics beyond religion altogether.‘.
Ik vermoed alleen dat de Dalai Lama tegen zijn eigen Tibetaanse aanhangers iets anders zegt.