Het Boeddha dieet -‘de middenweg naar een gezonder leven’

De historische Boeddha staat nu- in naam dan, met het hedendaagse Boeddha dieet ook garant voor een lichamelijk gezonde levensstijl, zegt bedenker Tara Cottrell van dit dieet met de ondertitel: The ancient art of losing weight without losing your mind (De oude kunst van het gewicht verliezen zonder de controle te verliezen). Cottrell is co-auteur van teksten over diëten met zenpriester Dan Zigmond.

Cottrell legt uit dat het dieet niet bedoeld is om het lichaam te ontgiften zoals het sapdieet. Het Boeddha dieet is volgens haar bedoeld om te weten wat je eet en niet gedachteloos te grijpen naar snacks en zo in de late uurtjes en het lichaam meer rust en tijd te bieden in het verwerken van het voedsel door niet te eten. Het principe is volgens de auteur simpel: het gaat meer om de timing van je maaltijden dan om het beperken ervan.

Cottrell: ‘Boeddha’s dieet is een nieuwe, oude manier van eten, waarin Boeddha’s oude leer en de nieuwste wetenschap en gegevens over de voordelen van het intermitterend vasten zijn verwerkt. In een notendop: eetpatroon. In tegenstelling tot een gewoon dieet val je er niet direct van af of neemt je gewicht toe. Omdat je het voedsel waar je van houdt mag eten- in plaats van het tijdsbestek waarin je het kunt eten te beperken, is het een gemakkelijker te volgen dieet en brengt het een volledig nieuwe voedselrelatie met zich mee.

Intermitterend vasten bestaat al duizenden jaren en in verschillende vormen. Toen Boeddha voor het eerst zijn regels voor zijn volgelingen uiteenzette, adviseerde hij hen om niet te vroeg te eten. Voor Boeddha betekende dit dat ze ’s avonds niet moesten eten, en in het bijzonder niet na de middag. Tegenwoordig is dat te beperkend. Maar Boeddha was iets op het spoor toen hij deze regel maakte. Hij wist dat ’s avonds laat of op alle uren laat eten een slecht idee was. In die tijd beschikte hij niet over de wetenschappelijke studies of gegevens om zijn theorie te bewijzen. Maar het was een voorgevoel dat nu door de moderne wetenschap is bewezen.’

De auteur adviseert een eetperiode van ongeveer negen uur aan te houden. Een goed voorbeeld is volgens haar van 9:00 uur ’s ochtends tot 18:00 uur ’s avonds. Door de stappen van Boeddha’s dieet te volgen zul je geleidelijk van het huidige 24-uurs eetpatroon naar 12 uur, naar 11, naar 10 en naar 9 uur gaan. Cottrell stelt dat dit ook in algemene zin het welzijn en slaap beïnvloedt. Met het dieet krijgt het lichaam elke dag een echte rustpauze. Een middenweg, een periode van vasten en dagelijks eten.

Cottrell voorspelt dat dit dieet een daling in het gedachteloos eten tot gevolg heeft. ‘We zijn ’s avonds kwetsbaarder voor slechte keuzes; dan zijn we het meest moe, het meest versleten door de dagelijkse gang van zaken. In sommige gevallen wenden we ons tot voedsel voor afleiding of stress verlichting of comfort, en die gevoelens zijn vaak het meest voorkomende in de avond, wanneer onze geestelijke reserves laag zijn.’

De auteur erkent de realiteit dat veel mensen moeizame leefschema’s hebben- een deel van het moderne leven en niet altijd aan de regels van het Boeddha dieet kunnen voldoen. Zij noemt dat bedriegingsdagen die deel uitmaken van Boeddha’s dieet, er zijn aanwijzingen dat het lichaam af en toe een bedrieglijke dag nodig heeft om de stofwisseling volop op gang te houden. Vergelijkbaar met hoe het lichaam na verloop van tijd resistent kan worden tegen bepaalde medicijnen.

Cottrell: ‘Natuurlijk heb je dagen dat laat eten niet te vermijden is – misschien een familiefeest of een late werkdag. In Boeddha’s dieet leggen we uit hoe je verschillende en uitdagende omstandigheden met dit soort eten kunt laten werken. Het is gemakkelijker dan je zou denken.’