In 1983 publiceerde de Amerikaanse journalist Katy Butler, toen verslaggever van de San Francisco Chronicle, een artikel over de seksuele relaties van Richard Baker Roshi met zijn studentes in het San Francisco Zen Center (SFZC). Dat was in een tijd voordat schandalen in boeddhistische gemeenschappen vrijwel gemeengoed waren en voordat er een precedent was voor het benaderen van en schrijven over die gemeenschappen vanuit een journalistieke blik.
Butler, destijds student aan het SFZC, verliet de gemeenschap. Zeven jaar later, in 1990, schreef ze over een schandaal in een andere boeddhistische groepering- Vajradhatu, na de dood van zijn invloedrijke stichter, Chogyam Trungpa Rinpoche. De nieuwe leider van Vajradhatu (nu Shambhala International), Osel Tendzin, had met studenten geslapen zonder hen te vertellen dat hij met HIV besmet was. Minstens één van zijn seksuele partners stierf als gevolg van aids. Tendzin stierf in 1990, 47 jaar oud, aan de gevolgen van aids. Zijn zoon Sakyong Mipham rinpoche wordt momenteel beschuldigd van seksueel wangedrag en trad onlangs terug als leider van Shambhala International.
In een interview met Emma Varvaloucas van Tricycle vertelt Butler hoe de reacties waren op die artikelen en hoe ze nu de schandalen van boeddhistische leraren met volgelingen beoordeeld. Toen het SFZC-artikel in 1983 verscheen had Butler er vertrouwen in dat het gezond was de waarheid boven tafel te krijgen en die te benoemen. Achteraf zegt ze onvoldoende oog te hebben gehad voor de gevoelens van mensen die hun leven lang hadden gewerkt voor boeddhistische beoefenaars – mensen die daar werkten, woonden en hun kinderen opvoeden. De hele gemeenschap was aan het wankelen, mensen vertrokken om Baker te volgen en mensen die hem niet steunden vonden dat zij de vuile was had buiten gehangen door haar artikel en zaken erger had gemaakt. Butler: ‘Ik hoorde het equivalent van “Je bent gewoon een beginner. Je begrijpt het boeddhisme niet. Je woont hier niet eens. Wie ben jij om te spreken?”
Butler zegt in het interview in Tricycle dat haar kijk op de oorzaak van het gedrag van de daders is veranderd. Ze zegt zich gelukkig te voelen met de stem van de slachtoffers, dat ze gehoord worden. Er is in deze kwesties ook een andere kant, vindt Butler. De daders worden maatschappelijk gestigmatiseerd en gedemoniseerd, ook een gevolg van de #MeToo beweging. Butler zegt dat de normen zijn veranderd waar de daders bij stonden. Gedrag dat ooit geaccepteerd werd of nauwelijks als overschrijdend werd beoordeeld wordt volgens Butler nu soms als bewijs gezien dat er iets wezenlijk mis is met deze personages. Ze zegt de dingen momenteel vanuit een socialer gezichtspunt te bezien, namelijk dat we allemaal verantwoordelijk zijn voor het creëren van normen – niet alleen de vrouwen die het slachtoffer worden en niet alleen de mannen die er mee wegkomen door te stellen dat het iets in de privésfeer is. Butler zegt dat het in zekere zin de omstanders zijn die er echt toe doen. Butler: ‘Als toeschouwers een betere omgeving voor ons leven creëren – en in boeddhistische gemeenschappen, mensen vasthouden aan de leefregels – hoeven we deze mannen misschien niet zo diep te demoniseren en tot zondebok te maken.’ Voorkomen is beter dan genezen, vindt Butler.
Zij wijst erop dat de Boeddha zei dat er geen inherent essentieel zelf is, dat we het product zijn van meerdere oorzaken en condities. De Boeddha zei niet dat er inherent slechte mensen zijn en inherent goede mensen. In de praktijk gaat het erom onszelf niet al te serieus te nemen en ons zelfbesef niet te verstevigen, en te begrijpen dat het zelf uiterst kneedbaar is op basis van de cultuur die ons omringt en de inspanningen die we persoonlijk leveren.
In de tijd van de Boeddha was er één keer per maand een vollemaanceremonie tijdens het regenseizoen. Iedereen kwam bij elkaar en de mensen beleden openlijk de manieren waarop ze de regels van de sangha hadden overtreden. Dat, zegt Butler, is iets wat we nog niet praktiseren. We bevinden ons nog steeds in een fase van onthullen, benoemen en verontwaardigd zijn en het wijzen op de gevolgen voor diegenen die deze normen overtreden. Butler meent dat die fase van ijking binnen sangha’s er aan zit te komen.
Butler zegt dat het een illusie is te denken dat boeddhistische gemeenschappen op de een of andere manier veilig zullen zijn. Boeddhisme is mensenwerk. Dertig jaar geleden hadden jonge beoefenaars een zekere grandioosheid en hoop te helpen bij het vestigen van een oude traditie in een nieuw land. Butler zag het boeddhisme als iets dat zij kon gebruiken om te ontsnappen aan haar eigen karma.
Butler: ‘Maar het blijkt dat wij Amerikaanse boeddhisten niet beter en niet slechter zijn dan de cultuur waar we uit voortkomen, ook al noemen we onszelf Sensei of Roshi, of Lord This and Lady That, zoals ze bij Vajradhatu deden.’
Lees hier het artikel in Tricycle https://tricycle.org/trikedaily/katy-butler-metoo/?utm_source=Tricycle&utm_campaign=aef6466d74-Newsletter_18_08_06_NS&utm_medium=email&utm_term=0_1641abe55e-aef6466d74-308250681
Bay Hagebeek zegt
“Man, man, man” “Vrouw, vrouw, vrouw”
Ik beschouw deze typeringen als zeer kwetsend, het is tijd voor een genderneutraal boeddhisme. Daar heb ik een interview over gegeven.
https://bodhitv.nl/2018/07/05/gender-en-identiteit-binnen-het-boeddhisme/