De Tibetaanse boeddhistische leider de zeventiende Karmapa Orgyen Trinley Dorje wil na een verblijf van een jaar in de VS, waar hij medische onderzoeken onderging, in november van dit jaar terugkeren naar India. Hij is daarover in gesprek met de Indiase autoriteiten. In november is er een belangrijke vergadering van de hoofden van de grote Tibetaanse boeddhistische tradities in Dharamsala, India, zei de Karmapa in een interview met Radio Free Asia (RFA).
De Karmapa is hoofd de 900 jaar oude school van Karma Kagyu van Tibetaans Boeddhisme, een tak van een van de vier belangrijkste boeddhistische tradities. Hij vluchtte eind 1999 uit China naar India, en leefde sindsdien onder beperkte reisomstandigheden.
De Karmapa erkende de publieke speculatie over de redenen van zijn lange verblijf in de VS, voornamelijk in New York, dat hij asiel wilde zoeken in de VS en de geruchten dat hij misschien naar China zou willen reizen om zijn ouders te bezoeken. Toen hij voor het eerst in India aankwam, kreeg hij te maken met veel problemen, waaronder de beschuldigingen dat hij een Chinese agent was. Lange tijd had hij alleen maar contact met lagere Indiase ambtenaren.
In de VS zijn volgens de Karmapa geen ernstige gezondheidsproblemen geconstateerd. Zijn keel is in een ziekenhuis grondig gecontroleerd, maar daar zijn geen grote problemen vastgesteld. Er zijn ook lichte hartproblemen vastgesteld en een neiging naar diabetes.
Karmapa Orgyen Trinley Dorje, geboren in 1985 in Tibet, werd door de Dalai Lama en andere Tibetaanse religieuze leiders geïdentificeerd als een belangrijke gereïncarneerde boeddhistische leraar en werd geïnstalleerd in het klooster van zijn voorgangers in Tibet. Maar de Chinese autoriteiten verhinderden hem, zei hij later, om met de lama’s te studeren hij had gehoopt dat die zijn mentors zouden zijn. Om te ontkomen aan de Chinese ambtenaren die hem in de gaten moesten houden ontsnapte hij eind 1999.
G.J. Smeets zegt
De Chinese regering klungelt even erg als de Amerikaanse of de Nederlandse. Maar wat mij betreft heeft ze volkomen gelijk om aan de Tibetaanse theocratie een einde maken. Het is een achterlijk (in de zin van achterhaald) systeem om het samenleven anno 2018 te organiseren. En dan heb ik het maar niet over de meisjes en vrouwen in Tibet die eeuwenlang als applausmachine voor de jongens en mannen in de kloosters hebben moeten fungeren. Met de nadruk op ‘moeten’ want dat is elke theocratie eigen.
Het redactionele bericht hierboven gaat over de zoveelste Tibetaanse missionaris die het Westen om medische redenen aandoet maar zich beter thuisvoelt in zijn theocratie.