Veel mensen doen in enige vorm aan zelf-onderzoek. Het is zoiets als permanente verbouwing van de winkel terwijl de verkoop gewoon door gaat. De meesten doen het zonder speciale begeleiding. De minderheid doet het mét begeleiding – door een sjamaan, een dominee, een astroloog, een psychotherapeut, een meditatie-instructeur. Voor het gemak gebruik ik de term ‘leerling’ voor degene die begeleiding krijgt en ‘leraar’ voor de begeleider. In wat volgt leg ik hun relatie onder de loep. Het is mijn eigen loep, geslepen met het poeder van mijn ervaringen als leerling en als leraar.
Wanneer leraar en leerling afspraken hebben gemaakt over hun contact (tijd, plaats, kosten, gedragsregels, etc.) is er een relatie ontstaan tussen twee mensen, een intersubjectieve relatie, wat de sociale context ook is waarbinnen die relatie begint, ontwikkelt en afwikkelt. Dat kan de parochie of sangha zijn, het klooster of cursuscentrum, een privépraktijk of de lokale afdeling van een (inter)nationale club. Door mijn loep vallen twee dingen in een intersubjectieve relatie op.
1) Het belang dat het contact met de ander voor elk van beiden heeft.
De ervaring leert: hoe (on)belangrijker het contact met de ander voor me is, des te (on)dieper de relatie voor me is. Voorbeeld: mijn bakker is een aardige man en ons contact is voor mij van gering belang en voor hem ligt dat ook zo. Onze relatie is oppervlakkig. Dat ligt anders met het contact met mijn huisarts, dat is voor mij van groot belang en het contact gaat dus diep ook al is dat voor de dokter zelf niet zo omdat ik een van zijn vele patiënten ben. We weten en begrijpen dat van elkaar.
2) Het begrip over en weer van elkaars intenties en verwachtingen.
De ervaring leert: hoe meer begrip over en weer van elkaars intenties en verwachtingen des te beter, d.w.z. bevredigender, de relatie is. Mijn bakker en ik weten wat we van elkaar te verwachten hebben en wat onze intenties zijn. En mijn huisarts en ik weten dat ook van elkaar. We hebben een bevredigende relatie ook al is het contact met de bakker voor ons allebei oppervlakkig en met de dokter alleen voor mij diep.
Voor de relatie leraar / leerling liggen de zaken niet anders. Hun contact kan voor de een oppervlakkig zijn en voor de ander diep; denk aan de rondreizende leraar die routineus tiendaagse retraites begeleidt en met veel leerlingen contact heeft. Het contact kan ook oppervlakkig voor beiden zijn; denk aan de vraag-en-antwoord sessies na een lezing door een gastleraar. Of het is diepgaand voor beiden; denk aan het contact tussen een leraar met zijn persoonlijke assistent of beoogd opvolger.
En hun relatie kan goed zijn of slecht, dat wil zeggen (on)bevredigend voor beiden of voor een van beiden, afhankelijk van het begrip over en weer van elkaars intenties en verwachtingen. Weet de leraar dat zijn leerling hem adoreert, of verwacht hij wellicht adoratie? Vindt de leraar dat zijn leerling het huiswerk niet goed doet en laat hij dat weten of verzwijgt hij het? Hoopt de leerling op meer persoonlijke aandacht zonder het te (durven) zeggen en zo ja heeft de leraar dat in de gaten? En zo meer.
In elke intersubjectieve relatie is er overdracht en tegen-overdracht
Het is immers onmogelijk om elkaars gedrag, hebbelijkheid en onhebbelijkheid te negeren. Gegeven de relatie moet je wat met elkaar. Ik heb een leerling in mijn vipassana-klasje gehad aan wie ik me flink begon te storen vanwege haar systematisch negeren van afspraken ondanks een paar herinneringen aan de afspraken. Mijn ergernis heb ik na rijp beraad uitgesproken met als resultaat: meer van hetzelfde. En het resultaat dààrvan was dat ik de betreffende leerling de toegang tot de klas heb ontzegd en de relatie met haar heb verbroken. Ander voorbeeld: als beginnend vipassana-beoefenaar keek ik op tegen mijn eerste meditatieleraar, ik wilde kunnen wat hij kon, ik vond hem geweldig. En ik deed mijn stinkende best om schouderklopjes te krijgen die ik in mijn verleden gemist had.
Ik heb de indruk dat in de boeddhistische subcultuur niet zorgvuldig gekeken wordt naar wat hier onder de loep ligt. Mijn indruk komt van twee kanten. Enerzijds het aanhoudende gedoe van leraren die leerlingen gebruiken voor eigen gewin (financieel, seksueel, status, etc.) en van leerlingen die zich in het pak laten naaien. En anderzijds door de mystificatie in het boeddhisme van de leraar/leerling relatie. Die relatie wordt traditiegetrouw uitgedrukt in wollige of archaïsche termen zoals ‘goede vriendschap’ en ‘tantra initiatie’ en ‘transmissie’ en zo meer. Terwijl het gewoon een werkrelatie tussen twee mensen is en behoort te zijn. En daar kunnen maar beter werkafspraken over gemaakt worden als beschermende cocon waarbinnen de relatie goed kan zijn. En ‘goed’ wil zeggen: bevredigend voor beiden, ongeacht of het contact oppervlakkig of diepgaand is.
Ujukarin zegt
Hmmm… de Vipassana mensen met wie ik gewerkt heb lieten niet de mystieke dimensie weg die jij nu wegredeneert, Goff. En met die dimensie, die essentieel is voor Dharma, wordt het complex.
Ik vergelijk het met het verschil tussen Kunst aanleren/overdragen en een Kunde overdragen. Het 2e kan redelijk met boeken en klassikaal onderwijs, het 1e eist een vrij intensieve Meester/Gezel relatie. En Dharma is echt een Kunst. Zo reageerde een helft van het duo Van Kooten en De Bie eens op een interviewvraag wat nou hun tweeen tot grote hoogte opstuwde: ‘Dat is een ongrijpbare chemie, die ga ik beslist niet proberen te ontleden want dan analyseer ik hem kapot’.
Zo is ook Dharma niet (alleen) uit een boekje te leren maar eist echt mede leraar/leerling-banden, of Verticale Spirituele Vriendschap zoals dat in sommige tradities heet. Zo heb ik het geleerd van anderen en zo probeer ik het weer over te dragen. Het is weliswaar compatibel met logica en wetenschap, maar biedt gewoon een volle dimensie meer dan dat. Onlangs hadden we op een andere Dharma-site iemand die van een boekje (en wat lezingen) alle criteria voor Verlichting had opgesomd, ze bij zichzelf waargenomen had en dus zich nu maar Verlicht noemde; ook die slaat totaal de plank mis door aan te nemen dat het ‘alleen maar’ die zaken op papier zijn, dat Verlichting sowieso in taal uit te drukken zou zijn. Maar het is Ongrijpbare chemie, het is de tekst-tussen-de-regels…
Dus enerzijds mee eens dat de verwachtingen onderling soms wat beter uitgesproken en vastgelegd kunnen worden; dit ook verbonden aan het raamwerk van een duidelijke ethische code in elke sangha om misbruik/projectie rond geld en seks zoveel mogelijk te voorkomen. Dat is ook het doel van de DAR-code die door jou als nietszeggend weggezet werd. Maar ‘gewoon een werkrelatie tussen twee mensen is’ – neen totaal niet, het is veel en veel meer dan dat. Het is een meester/gezel relatie waarin Creativiteit essentieel is en ook alle ruimte gegeven moet worden, met slechts zeer algemeen geformuleerde grenzen (waaronder die ethische code).
Dus chapeau voor je poging om die grenzen in de relatie wat meer aandacht te geven, maar je typisch Hollandse doe-maar-gewoon-dan-doe-je-al-gek-genoeg gooit minstens twee kinderen weg tesamen met het badwater ;-)
With folded palms,
G.J. Smeets zegt
De “Hollandse doe-maar-gewoon-dan-doe-je-gek-genoeg” (jouw woorden) heb ik in de jaren ’80 vorige eeuw in Sri Lanka geleerd van de leraar van mijn leraar – mijn opa zogezegd. Ik ben drie keer anderhalf uur indringend de les gelezen door opa nadat mijn leraar daarop had aangedrongen. Opa was 18 karaats theravada. https://en.wikipedia.org/wiki/Balangoda_Ananda_Maitreya_Thero
Los van dat alles: ik redeneer geen “mystieke dimensie”(jouw woorden) weg. Ik redeneer niets weg, ik leg iets onder de loep.
Ujukarin zegt
Dan spreek je jezelf fors tegen. Want je stelt dat het gewoon een werkrelatie is. En dat is iets fundamenteel anders dan een meester/gezel relatie…
With folded palms,
Arrisina zegt
‘Bevredigend voor beiden’, lijkt mij een goed criterium.
Dat haalt meteen ook de giftige stekel van mogelijkheid tot machtsmisbruik eruit.
Piet Nusteleijn zegt
Wanneer de leraar en de leerling samen leren, is er geen leraar en geen leerling.
Deze vorm van samenwerking zal leiden tot die “bevredigend voor beiden” van Arrissina.
De basis is het inzicht “samen”.
Er is voor het aangaan van de samen- werking, vooraf zelfonderzoek nodig.
Arrisina zegt
Inderdaad, zo bedoel ik het precies, Piet Nusteleijn.
Je kunt je ook afvragen waarom men zo graag die leraar/leerling relatie ziet, wanneer zelfs Boeddha zelf aangaf geen leraar te -willen- zijn.
Men is hooguit de eerste onder gelijken en dat is niet iets wat je met een formele relatie of met machtsspelletjes kunt afdwingen.
Integendeel.
G.J. Smeets zegt
Dank voor jullie reacties.
@Ujukarin. Duizenden mensen deden resp. doen een tiendaagse bij Goenka, Coleman, Kornfield, etc. etc.. Daar komt echt geen meester/gezel relatie bij kijken. Los daarvan, ook een meester/gezel (bijvoorbeeld zenmeester en beoogd opvolger) relatie is een werkrelatie, een intieme werkrelatie. En precies doordat die intiem is is er overdracht en tegenoverdracht. Daar wijst het stukje op, that’s all.
@Piet. Ook samenwerkers hebben een werkrelatie. Bovendien, een leraar gaat niet naar een leerling met de bedoeling om iets te leren maar om te onderwijzen. Dat hij er zelf iets van leert is nogal wiedes en geen opzet, zoals het wel de opzet van de leerling is om te leren. Dat is de a-symmetrie in hun (samen)werkrelatie en de bron van specifieke overdracht / tegenoverdracht die in het stukje onder de loep ligt.
@Arrissina. Gautama was een rondreizende guru, leraar dus, en bepaald niet de eerste onder gelijken. Hij heeft in de sutra’s van niemand van zijn gevolg reprimandes of terechtwijzingen gehad terwijl hij daar zelf in grossierde.
Ujukarin zegt
Okay dan heb je het in de tekst over hele andere dingen dan je feitelijk bedoelt. Massa-teachings met een Kornfield of Zenmeester of Lama zijn juist NIET
goede vriendschap’ en ‘tantra initiatie’ en ‘transmissie’ en zo meer, althans niet met de leraar zelf. Mogelijk wel enigszins met een assistent(e) van hun. Dus dat is al gewoon een werkrelatie tussen twee mensen.
Maar dat ‘los daarvan’: we zijn het erover eens dat ook die relatie een raamwerk met grenzen behoeft, waaronder ethische grenzen. Maar vermoedelijk oneens over of dit een intieme werkrelatie is of veel meer dan dat; ik vind de Mystieke dimensie, de Creativiteit, het tot veel meer dan die werkrelatie maken.
With folded palms,
G.J. Smeets zegt
Nee hoor, in de tekst staat wat ik bedoel. En om een kennelijk misverstand recht te zetten, een tiendaagse retraite met max 15 of 20 deelnemers begeleid door iemand als Coleman is geen massa-teaching. Verder: de ’Mystieke dimensie, Creativiteit’ (jouw woorden) mag je wat mij betreft als surplus zien op de werkrelatie. Maar dan moet je ook consequent zijn en de tegenhanger daarvan onder ogen zien, namelijk Mystificatie en Destructie. We kennen allemaal de voorbeelden daarvan. Nogmaals, het stukje gaat over de intersubjectieve dimensie van de relatie tussen leraar / leerling. Dat ik die ik als een intieme werkrelatie definieer die gebaat is bij werkafspraken is niet voor niks: intimiteit kan zowel creatief als destructief uitpakken voor (een van) de partners in de relatie. Ik blijf erbij: in de boeddhistische subcultuur wordt naar mijn smaak en inzicht nogal nonchalant omgesprongen met wat we anno 2018 weten over overdracht en tegenoverdracht. Ik kan iets gemist hebben maar zover ik weet is die thematiek non-existent in de opleiding / curriculum van meditatie-leraren.
Ujukarin zegt
Okay dan blijven we het oneens. Ik heb zelf die tiendaagsen niet meegemaakt maar wel mensen als Frits Koster (toen nog Jhananando) en bij hem proef ik WEL die mystieke en creatieve dimensie. Een meditatieleraar die dat naar jouw zeggen niet overdraagt mist m.i. een essentieel stuk van de Dharma, sorry.
Over opleidingen van meditatieleraren discussieeren in hun algemeenheid lijkt me lastig. Zeker geldt dat voor elke traditie die inmiddels duidelijke ethische regels, ook over misbruik van geld en seksualiteit heeft, het erg logisch is dat die regels ook in het curriculum terugkomen? Bij mijn kluppie in ieder geval wel…
With folded palms,
G.J. Smeets zegt
“Bij mijn kluppie in ieder geval wel…”
Wat doet jouw kluppie zoal aan training in of info over overdracht en tegenoverdracht? Daar gaat het stukje over.
Ujukarin zegt
Beduidend meer aandacht voor de dingen die ethisch mis kunnen gaan dan in het verleden. Dat was waar mijn repliek over ging.
Jouw formulering rond overdracht/tegenoverdracht gooit het kind met het badwater weg, en negeert de essentieele mystieke/creatieve dimensie van de spirituele vriendschap (en daarmee van Dharma). Welke tot die meester/gezelrelatie leidt. Dus vandaar dat ik er, hou me ten goede, vooralsnog geen toegevoegde waarde van zie voor training in boeddhistisch leraar/res…
With folded palms,
G.J. Smeets zegt
Het stukje negeert inderdaad wat jij noemt de mystieke/creatieve dimensie omdat het stukje over iets anders gaat. Namelijk de intersubjectieve dimensie van *elke* leraar-leerling relatie. Er zijn overigens nog een boel andere dimensies dan de mystiek-creatieve waar het stukje niet over rept. Nogal raar om te zeggen dat die worden weggeredeneerd. Er wordt niks weggeredeneerd, het stukje maakt gewoon een specifieke doorsnede van de relatie. Dat het voor jou geen toegevoegde waarde heeft, het zij zo.