Op 7 februari brengt koning Willem Alexander op uitnodiging van president Xi Jinping een werkbezoek aan China. Onder aanvoering van minister Halbe Zijlstra van Buitenlandse Zaken wordt er uitgebreid gesproken over het verder intensiveren van de handelsrelatie.
International Campaign for Tibet Nederland (ICT) doet in een open brief aan de koning (zie BD van gisteren 1 februari) een beroep op de koning op het schenden van mensenrechten in Tibet door de Chinese bezetter ter sprake te brengen bij zijn Chinese gastheer. Inmiddels hebben meer dan 7000 mensen de petitie van ICT getekend die dat verzoek ondersteunt.
De organisatie doet ook een beroep op minister Zijlstra. Tsering Jampa, directeur ICT Nederland: ‘Nu u zich voorbereidt op uw eerste bezoek aan China als minister van Buitenlandse Zaken, schrijf ik u om mijn diepe bezorgdheid naar voren te brengen over de ernstige situatie in Tibet en de toenemende druk, die China uitoefent op andere regeringen om hen ervan te weerhouden kritiek te uiten op de ernstige mensenrechtenschendingen in mijn land.
Nederland is een belangrijke handelspartner van China en heeft als zodanig een wezenlijke mate van invloed op Beijing. Ik verzoek u om bij deze belangrijke gelegenheid de situatie in Tibet ter sprake te brengen bij president Xi Jinping, en andere Chinese communistische partijleiders.
Inmiddels neemt president Xi Jinping openlijk afstand van ‘verderfelijke begrippen’ als democratie en mensenrechten. Een herbezinning van onze relatie met China is dan ook dringend geboden. In plaats van zelfcensuur te betrachten in de hoop op korte termijn voordelen, zou het beter zijn een gezonde bilaterale relatie na te streven waarin ruimte is voor de Nederlandse kernwaarden en de democratische beginselen.
President Xi’s leiderschap wordt gekenmerkt door een grote inspanning om afwijkende en onwelgevallige meningen – in binnen- en buitenland – het zwijgen op te leggen over een heel scala van onderwerpen, niet in de laatste plaats met betrekking tot de voortdurende militaire bezetting van het onrustige Tibet.
Onder Xi’s bewind zijn vooraanstaande mensenrechtenactivisten in hechtenis overleden: de Tibetaanse boeddhistische leider Tenzin Delek en Nobelprijswinnaar Liu Xiaobo zijn recente voorbeelden. Eerder nog deze maand werd de Tibetaanse winkelier Tashi Wangchuk berecht voor ‘het aanzetten tot separatisme’ ondanks dat zijn daden – bezorgdheid over het onderwijs met de Tibetaanse taal – volledig binnen de Chinese grondwet vallen.
Ondertussen probeert China internationaal haar politieke en economische invloed steeds verder uit te breiden en haar autoritaire politieke model aan de rest van de wereld op te leggen. Onder leiding van Xi, is China tactieken gaan inzetten, die bedoeld zijn om regeringen, academische instellingen en intergouvernementele organisaties door intimidatie en omkoping het zwijgen op te leggen.
China’s intimidatie kan en mag niet op deze voet verder gaan. Het ter sprake brengen van de onderdrukking in Tibet en de effecten daarvan op de mensen, zal een duidelijk signaal aan de Chinese leiders afgeven, dat de Nederlandse regering bereid is om op te komen voor mensenrechten, zelfs tijdens onderhandelingen over de toekomstige handelsrelatie met China.
Ondanks de brute onderdrukking, heeft het Tibetaanse volk het pad van geweldloosheid en dialoog gekozen. Al meer dan 30 jaar proberen de Dalai Lama en Tibetanen door hun ‘Middenweg benadering’ een voor zowel China als Tibet acceptabele oplossing te vinden. Wij menen dat dit een lichtend voorbeeld is voor de wereld en de volledige en onvoorwaardelijke steun van de internationale gemeenschap moet krijgen.
Tot slot dringen wij er bij u op aan, zoals in een eerder schrijven aangestipt, voorrang te geven aan de ontwikkeling van een meer robuuste beleid met betrekking tot Tibet en mensenrechten in China in het algemeen, waarbij Nederland samen met andere gelijkgestemde regeringsleiders het mensenrechtenbeleid in China ter discussie stelt. Door te spreken en handelen met één stem, zult u niet alleen uw invloed op Beijing vergroten, maar deze gemeenschappelijke aanpak zal deelnemende regeringen voorzien van een grotere mate van bescherming tegen intimidatie en straf acties van China.’
Onveilig land
De mensenrechtensituatie in Tibet holt achteruit. Uit een onderzoek van Human Rights Watch blijkt dat Tibet het op een na onveiligste land in de wereld is.
Tien jaar na de opstand op het Tibetaanse plateau in 2008 zijn volgens ICT de restricties op de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in de Volksrepubliek China verscherpt. In Tibet in het bijzonder, onder leiding van president Xi Jinping, is de Chinese regering doorgegaan met de intensivering van haar repressieve beleid. In naam van veiligheid en stabiliteit is een breed scala aan mensenrechten verder beknot. Tegelijk is een schijn van legaliteit en legitimiteit gecreëerd voor deze mensenrechtenschendingen.
Ondanks het ontbreken van een gewelddadige opstand in Tibet, heeft de agressieve ’terrorismebestrijding’ campagne in Tibet een sterke politieke dimensie. Aangezien de kwestie Tibet door de Chinese autoriteiten wordt omkadert als een ‘veiligheidsprobleem’, heeft dit een sterke uitbreiding van de militarisering van de hoogvlakte met zich meegebracht. China’s antiterreurwet introduceerde verdere buitengerechtelijke maatregelen en de versterking van de bevoegdheden van lokale politie en partij ambtenaren om restrictieve maatregelen op te leggen en straffeloos geweld te gebruiken tegen personen .
ICT vreest dat de recente Chinese inspanningen om de samenwerking met andere landen en organisaties bij de bestrijding van terrorisme te bevorderen, China versterkt in haar repressieve beleid van terrorismebestrijding in plaats van het een op mensenrechten gebaseerde benadering van deze kwestie te promoten.
De Chinese autoriteiten hebben volgens ICT in de loop der jaren geleidelijk hun aanpak verschoven van het inplanten van een beklemmende atmosfeer in kloosters en de bredere samenleving in Tibet, naar een totalitaire samenleving – een aanpak, waarin de staat geen grenzen erkent aan haar gezag, een klimaat van angst oplegt, en er naar streeft om elk aspect van het openbare en privéleven te reguleren. Repressieve maatregelen om het bereik van de partij in 3 mensen hun leven te vergroten, zijn uitgebreid over het hele plateau van de Tibetaanse Autonome Regio.
Zelfverbrandingen
De nieuwe regels wijzen op een meer agressieve benadering van de Chinese Communistische Partij (CCP) met betrekking tot geloof en religieuze uitoefening. Dit wordt onderstreept door de gedeeltelijke vernietiging van het boeddhistisch instituut Larung Gar. De toekomst van religies is om ze te integreren met de Chinese cultuur. De boeddhistische gemeenschap is één van de belangrijkste doelwitten van ‘sinificatie’ van religie. In 2016 werden duizenden Tibetaanse pelgrims verhinderd om de Kalachakra bij te wonen, een belangrijk door de Dalai Lama in India gegeven religieus onderricht. De Chinese autoriteiten beschuldigen deze Nobel Vredesprijswinnaar van het aanzetten tot ‘extremistische activiteiten’ door zijn onderricht.
Als gevolg van dit repressieve beleid en het ontbreken van ruimte voor Tibetanen om zich te uiten, hebben sinds februari 2009 ten minste 151 Tibetanen uit alle sectoren van de samenleving zichzelf in brand gestoken. Dit is in één van de grootste golven van zelfverbrandingen in de afgelopen 60 jaar.
Het Chinese leiderschap omkadert haar beleid in Tibet steeds meer binnen de context van Xi Jinping’s ‘ecologische beschaving’. Deze brede en vage nieuwe partijterminologie is onder Xi naar voren geschoven om beleidsdoelstellingen, zoals de vaststelling van natuurgebieden en de afwikkeling van nomaden, te kunnen opnemen. De aankondiging, dat grote delen van Tibet zullen worden omgevormd tot nationale parken is in overeenstemming met China’s beleidsrichtlijn. Tenminste 1.8 Tibetaanse nomaden zijn ‘geherhuisvest’ nadat de overheid hun land had afgenomen.