Een rechtbank in het zuidwesten van Vietnam heeft een boeddhistische kluizenaar tot 12 jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens verspreiding van propaganda tegen de staat. Het vonnis is gebaseerd op artikel 88, een bepaling die vaak gebruikt door de communistische regering om dissidenten het zwijgen op te leggen.
Vuong Van Tha, zijn zoon en twee neefjes werden op 18 mei 2017 gearresteerd. Hij gebruikte een luidspreker om zich uit te spreken tegen de regering. De kluizenaar werd in het geheim berecht, zonder rechtsbijstand of getuigen.
Tha is lid van de boeddhistisch sekte Hoa Hao in Vietnam. De kluizenaar werd al eerder tot een gevangenisstraf van drie jaar veroordeeld wegens kritiek op de regering. Zijn zoon, Vuong Thanh Thuan, werd veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf; en zijn twee neven, beiden analfabeet, kregen elk zes jaar gevangenisstraf opgelegd.
Opgericht in 1939 door Huynh Phu is Hoa Hao een boeddhistische sekte, gevestigd in de westelijke Mekong-delta. Sommige aanhangers van de Hoa Hao verzetten zich tegen de republiek Vietnam in de jaren 1950, alsmede tijdens de communistische opstand tijdens de Vietnamoorlog. Na 1975, werd de Hoa Hao sekte niet erkend als een officiële religie door de socialistische republiek Vietnam.
Een deel van de Hoa Hao kerk onderwierp zich aan het staatstoezicht en kreeg een officiële erkenning in 1999. Maar andere facties van de Hoa Hao blijven zeer kritisch op de regering. Human Rights Watch noemt de onderdrukking van religieuze groeperingen, met inbegrip van de Hoa Hao boeddhisten, systematische en ernstig.