Op satellietbeelden is te zien hoe groot de ravage is na de sloop van een deel van de boeddhistische academie Larung Gar in het Chinese Sichuan, een van ’s werelds grootste en belangrijkste centra voor de studie van het Tibetaans boeddhisme. Bijna vijfduizend huizen zijn in één jaar gesloopt en ongeveer 4800 bewoners zijn gedwongen vertrokken. Zo melden Free Tibet en Tibet Watch. Sinds 2001 is het aantal woningen met 7000 afgenomen.
In juli 2016 gaven de Chinese autoriteiten opdracht om het aantal huizen en de bevolking van de academie te verminderen, zogenaamd ter bescherming van de bewoners en het verhogen van de brandveiligheid. In het internationaal recht worden gedwongen uitzettingen gezien als een schending van de mensenrechten. Het verslag van de twee organisaties is gepubliceerd na de lancering van de internationale actiedag voor het behoud van Larung Gar, gevolgd door protesten in ten minste twintig steden over de hele wereld.
De academie, gelegen in de Tibetaanse Autonome Regio (TAR) was ooit thuisbasis van tussen de 10.000 en 40.000 monniken, nonnen en studenten. Op de satellietbeelden is te zien hoe huizen zijn verwoest om plaats te maken voor bredere wegen en extra ruimte rond religieuze gebouwen. Zodat meer toeristen het complex kunnen bezoeken waardoor ook de identiteit van de academie wordt aangetast.
In november 2016 uitten zes deskundigen van de Verenigde Naties hun bezorgdheid over de ernstige beperkingen van godsdienstvrijheid in Larung Gar, de massale deportaties van de monniken en kloosterlingen en de sloop van huizen. Het Europese Parlement eiste dat China de vernietiging en de gedwongen uitzettingen op het complex zou beëindigen en de godsdienstvrijheid van de Tibetanen zou respecteren.