De Japanse tuin in aanleg van het centrum voor shinboeddhisme – Tempel van het licht van mededogen- in Antwerpen is slachtoffer geworden van de vreetzucht van de rupsen van de Nachtvlinder. Net nu zij meer en meer de allures van een heuse Japanse tuin kreeg, heeft de rups in een paar dagen tijd alle buxusstruikjes aangetast, boompjes die al meer dan twaalf jaar oud waren en die Jeannine Vennekens de laatste jaren heeft verzorgd.
De mensen van het centrum reageren berustend. ‘”Niets is blijvend, aldus de raadgevingen van de Boeddha, dus ook onze plantjes niet. En… er zijn ergere dingen in het leven,” aldus de reactie van Vennekens.
De vlinders in Nederland en België zijn ingedeeld in dagvlinders en nachtvlinders. Afgaand op deze namen lijkt het alsof ze simpel uit elkaar te houden zijn, maar dat is niet altijd het geval. Het klopt wel dat dagvlinders altijd overdag vliegen. En het klopt dat de meeste nachtvlinders ’s nachts vliegen. Maar er zijn ook nachtvlinders die overdag vliegen.
Kieskeurige rupsen
Nachtvlinders vliegen over het algemeen ’s nachts en zijn vaak minder opvallend gekleurd. Om echt zeker te weten of het een nachtvlinder is, is het goed om naar de antennen van de vlinder te kijken. Zijn de antennen draadvormig of geveerd en eindigen ze niet in een knopje? Dan is het inderdaad een nachtvlinder.
Rupsen zijn erg kieskeurig. Vaak lusten ze maar één soort plant. De meeste vlinders leggen hun eitjes dan ook op planten die later door de rups gegeten zullen worden. Deze planten noemen we de waardplanten van de vlinder. Meestal zijn dit wilde plantensoorten. Iedere soort heeft zo zijn eigen voorkeur. Zo eten de rupsen van de kleine vos, dagpauwoog, landkaartje en atalanta alleen brandnetel.
Andere rupsen eten alleen planten uit één familie, zoals de rupsen van de kleine vuurvlinder, die verschillende soorten zuring eten. Ook zijn er rupsen die niet erg kieskeurig zijn: de rupsen van het bruin zandoogje eten bijvoorbeeld vrijwel alle soorten grassen. De rupsen van het groot en klein koolwitje leven van koolplanten. Het boomblauwtje heeft weer een andere smaak: de rupsen houden van klimop, heide en hulst. En sommige rupsen houden van boeddhistische tuinen.