Zalig zijn de armen van geest. Onzalig zijn de onwetenden, weet ik inmiddels.
In dit proeftuintje van de geest, mijn columns, schreef ik al eerder over een hard, zoemend geluid in Bunkerwijk. Alsof een monster op weg was de bevolking te verslinden. Dat geluid is inmiddels verstomd.
Echter, bij een nabijgelegen filiaal van de Kloosterbunker, waar ik op uit kijk, is op straat, ook in het gras een heus dorp verrezen. Loodsen en containers, af een toe een vrachtwagen ook. Arbeiders op het dak van het filiaal, nabij de loodsen, ze zagen staal en zo, een hoog geluid, af en toe hard zoemend.
Mijn geest reageerde daar opstandig op. Hebben ze daar wel een vergunning voor om de Bunkerwijkbewoners zo te terroriseren, vroeg ik me af. Waarom hebben ze geen briefje in de bus gedaan van de huizen in de buurt. Met informatie. Ik had er goed de pest in.
Tot ik vorige week op een enorm bord op poten bij het filiaal las dat ze dat gebouw aan het renoveren zijn, opwaarderen naar klasse drie, geloof ik. Met een beter woongenot, denk ik. Het was een kantelmoment, ik werd plaatsvervangend helemaal blij van die arbeiders, dat knerpende geluid en al de andere herrie. De renovatie duurt tot de herfst van 2022, las ik. Als het ook nog meevalt met de huurverhoging voor meer comfort ben ik helemaal heppie.
Soms is weten gelukbrengend.
Moedig voorwaarts!