Monnik: Ik ben nieuw hier.
Meester: Houden zo.
Monnik: Ik heb nog niet ontbeten…
Meester: Zeker bij Zhaozhou gezeten.
Monnik: Laat staan dat ik mijn schaaltjes heb afgewassen.
Meester: Die vent is een huishoudschool begonnen.
Monnik: De dag begint nou eenmaal met een ontbijt.
Meester: Je hebt heel wat van hem opgestoken.
Monnik: Waarom zou je anders je schaaltjes afwassen?
Meester: Ik wil er wel even in tuffen.
Monnik: Bedoelt u dat het daar niet om gaat?
Meester: Waarom gaat?
Monnik: Eten. Afwassen. Doen wat er gedaan moet worden.
Meester: Geen idee wat er gedaan moet worden.
Monnik: Hoe bepaalt u dan wat er gedaan moet worden?
Meester: Alsof dat eerst door mij bepaald moet worden.
Monnik: Waar gaat het dan wel om?
Meester: Wie zegt dat het ergens om gaat?
Monnik: Bedoelt u dat het nergens om gaat?
Meester: Je legt me van alles in de mond.
Monnik: Als u het niet doet…
Meester: En het smaakt allemaal even laf.
Monnik: Wat ben ik, de kok?
Meester: Wat ben ik, zijn maatje?
Niet veel later verliet de monnik het klooster.
Niet veel later verliet de meester het klooster.
Deze tekst maakt deel uit van de serie Niet om door te komen, de Poortloze Poort. Woord: Hans van Dam. Beeld: Lucienne van Dam. Alle teksten van deze serie. De Poortloze Poort op NietWeten.nl. Alle publicaties van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.