“Ben jij een marionet of trek je aan de touwtjes?”
“Ik ben de marionet die aan de touwtjes trekt.”
“Ben jij een marionet of trek je aan de touwtjes?”
“Stel jij die vraag of moest je wel?”
“Ben jij een marionet of trek je aan de touwtjes?”
“Misschien trek ik wel aan de touwtjes…”
“Maar?”
“Of ze ook ergens aan vast zitten?”
Deze tekst maakt deel uit van de Perongelukexpress, een serie over de vrije wil.
Siebe zegt
Sutta door mij vertaald uit het Engels
Over marionet zijn.
Samyutta Nikaya 5.9, Sela
Te Savatthi. Toen, in de morgen, kleedde de bhikkhuni Sela zich aan…ze ging aan de voet van een boom zitten om daar de dag door te brengen. Toen benaderde Mara de Kwaadaardige de bhikkhuni Sela, er op uit om bij haar angst op te roepen, vrees en afschrikking, wensend dat ze uit haar concentratie zou geraken. Hij benaderde haar en sprak haar in een vers aan:
(548) “Door wie is deze marionet geschapen?
Waar is de maker van de marionet?
Waar is de marionet ontstaan?
Waar houdt de marionet op te bestaan?”
Toen viel de bhikkhuni Sela in: “Welnu, wie is dit…?
Dit is Mara de Kwaadaardige…die wil dat ik uit mijn concentratie geraak”.
Toen de bhikkhuni begrepen had, “Dit is Mara de Kwaadaardige,” antwoordde ze hem in verzen:
(549) “Deze marionet is niet door zichzelf gemaakt,
Noch is deze misère door een ander gemaakt.
Het is in bestaan gekomen door een oorzaak;
Bij het verdwijnen (breakup) van de oorzaak zal het eindigen.
(550) “Zoals wanneer een zaadje in een veld gezaaid is
Groeit het afhankelijk van een paar factoren:
Het heeft zowel de voedingsstoffen van de grond nodig
Als een stabiele toevoer van vocht:
(551) “Net zo zijn de aggregaten en elementen
En deze zes bases van zintuiglijk contact
In bestaan gekomen afhankelijk van een oorzaak;
Met het verdwijnen van de oorzaak zullen ze eindigen”.
Toen realiseerde Mara de Kwaadaardige, zich, “De bhikkhuni Sela kent me”, werd droevig en teleurgesteld en verdween daar meteen. Zo eindigt de sutta.
Siebe
kees moerbeek zegt
De Weg ligt onder je voeten, Siebe. Je kunt die op verschillende manieren volgen. Geen poppenspeler kan je dit verhinderen. Doe eens gek en steek je middelvinger op tegen Mara! :-)
https://www.youtube.com/watch?v=Cv6tuzHUuuk
Siebe zegt
Sela had opeens die gedachte aan een Maker, de Vader of Schepper. Je zou kunnen zeggen: waar komt toch dat idee vandaan? Komt dat alleen voor in godsdienstige culturen?
Ik beschouw het als collectief menselijk erfgoed. Een soort archetypisch iets.
Het is volgens mij ook niet om het even of er zo’n Schepper en Vader bestaat. Er komt toch een moment dan dwingt dit zich aan je op, zoals bij Sela, de bhikkhuni. Dan moet je ook kiezen waarin je nu echt gelooft. Geloof je nu dat dit opdringende idee of overtuiging een illusie is zoals Sela dat oppakt, getuige de sutta. Of, twijfel je toch?
Ergens in een sutta wordt duidelijk gemaakt dat er inderdaad een wezen is dat zegt en meent Schepper en Vader van alle wezens te zijn.
Een wezen genaamd MahaBrahma. Maar de sutta maakt ook duidelijk dat dit berust op begoocheling.
En ook mensen die op Aarde getuigen van het bestaan van hun Schepper en Vader, zijn in de war. Dit is na te lezen in de sutta’s.
De sutta’s laten niks heel van de claim van Mahabrahma als zijnde de Vader, Schepper, almachtige, alwetende Heer.
Je kunt je afvragen, wat betekent dit? Is dit nu een soort godsdienst kritiek of gewoon een directe afwijzing van het hele idee van een Vader en Schepper?
Je kunt je ook afvragen, waarom is dit nu opgenomen in de Pali Canon? Mij lijkt het toch met de bedoeling deze kwestie te beslissen.
Ook de sutta van Sela wijst het idee van de hand dat er een Maker is. Het zogenaamde goddelijk maaksel wordt in deze sutta zelfs “deze misere” genoemd.
Sterker nog, het idee van een Maker wordt in de sutta gepresenteerd als een influistering van Mara. Mara die Sela in de war probeert te brengen. Betekent dit dat vanuit boeddhistische perspectief het geloof in zo’n Maker eigenlijk Mara’s werk is?
Siebe
Sjoerd zegt
Lijkt het je niet voor de hand te liggen dat geloof in een maker, of meer algemeen religie behoort tot de consequentie van de werking van de menselijke psyche?
Wij willen immers de oorsprong, de oorzakelijkheid en de (liefst voorspelbare) gevolgen bevatten.
Siebe zegt
Ja, maar is het idee van een Maker, en daarmee ook het idee van een Zoon en Vader, van Schepper en Schepsel, een influistering van Mara?
Siebe
Sjoerd zegt
Ook Mara lijkt mij logisch voortvloeien uit de werking van de menselijke psyche.
In de evolutie van onze soort hebben wij ons gespecialiseerd in het snel leggen van verbanden en het opsporen van oorzaken en gevolgen.
Onze psyche produceert zonodig illusionaire vervalsingen of hallucinaties om onze ervaren werkelijkheid kloppend te maken en te laten voldoen aan de basale functies van onze psyche.
Reïncarnatie is daar zo’n mooi voorbeeld van. Net als het begrijpen van de geesten door een sjamaan of het bidden van een geestelijke in de kerk.
Sjoerd zegt
“Ik zou niet weten waar aan mij een touw valt vast te knopen”,
sprak de baron, “ik ben kaal,
en kom zelf de modder uitgekropen.”
Dikkie van Trom tot Műnchhausen
Klaas zegt
Het lijkt me een ego-behoefte om een antwoord te willen op allerlei metafysische vragen. Het leven zelf, dat ons draagt, heeft deze antwoorden niet nodig. Ik ben verbaasd hoe makkelijk menigeen de leer van de erfzonde inlevert tegen die van het karma. Nu nog graag een boeddhistisch alternatief voor het scheppingsverhaal, die moet in de boeddhistische mythologie toch wel te vinden zijn. Wie zoekt zal vinden.
Een plezierige dag verder.
Siebe zegt
Hallo Klaas,
In boeddhisme wordt onderwezen dat zonden, allerlei neigingen zoals agressie/haat/woede/toorn, begeerte/hebzucht/lust, trots/eigenwaan/verbeelding, jaloezie/afgunst, etc. eigenlijk aan de natuur van geest, en daarmee aan ons, bijkomstig zijn.
Dit betekent niet dat ze niet dominant zich kunnen opdringen, sterk aanwezig kunnen zijn, maar in beginsel zijn het aan onszelf bijkomstige zaken. Dit is essentieel in het onderricht van de Boeddha, vind ik.
Een helder kristal kleurt rood tegen een rode achtergrond. De kleurt lijkt echt inherent aan het kristal. Toch is het dat niet. Zo ook met geest, wordt gezegd. Wat er ook in ontstaat, de giftig groene kleur van jaloezie, de venijnige sfeer van haat etc. de natuur van geest neemt nooit werkelijk deel hierin. De natuur van geest is niet te bederven noch te verbeteren. Het leent zich totaal niet voor verandering of veranderbaarheid.
Een erfzonde in de zin dat geest werkelijk inherent bedorven is geraakt op enig moment, heeft dus zo bezien ook niet plaatsgevonden. Nee, het kristal, de geest was helder, is helder en zal altijd helder zij. Onbedorven en principieel niet te bederven.
Er is wel een erfzonde, maar dan op het vlak van conditioneringen of neigingen/aanleg. Vroegere wilsbesluiten hebben vooral onze aanleg nu mede bepaalt of gevormd. In vele vorige levens hebben we bijvoorbeeld met vecht-of vluchtgedrag gereageerd en nu zie je dat terug in je aanleg als een stress-systeem in het brein.
Dat zit er niet voor niets. Dat verwijst toch naar gedrag/handelingen vroeger. Kamma is dus reeel, geen metafysica. Wij belichamen als mens een eindeloos lang verleden van handelingen. Kamma gaat over informatie en dat dit niet verloren gaat.
De onvermengbaarheid van het wezenlijke/ongeconditioneerde met het geconditioneerde wordt ook geillustreerd met een voorbeeld van zout in water. Hoewel het zout daarin opgelost is, vermengt het zich nooit echt/op intrinsieke wijze met het water. Zou dat namelijk wel zo zijn dat zou je het niet kunnen verwijderen. Maar dat kan wel. Je kunt het zout er ook weer uitfilteren.
Kennelijk heeft de Boeddha ook geoefend in het besef van de bijkomstige aard van alles wat in geest kan ontstaan. Dat alles kan ook eindigen. En gedurende de dag ontstaat en eindigt er ook eindeloos veel.
De Boeddha heeft de beëindiging hier en nu van al het geconditioneerde ook meegemaakt.
Als je dit meemaakt, dan vindt er volgens mij een soort shift plaats. Je bent nu stevig gevestigd in de waarheid van vrede, het ongeconditioneerde. Ook al komen dan nog geconditioneerde verschijnselen op, het instinct om die te begrijpen als “dit ben ik, dit is van-mij, dit is mijn zelf’, is geeindigd of minimaal afgezwakt, doordat je ingezien hebt dat je dit niet wezenlijk bent.
Ja, elk wezen is belast met goede en slechte daden uit het verleden, maar dit kan desondanks niemand echt verpesten of verbeteren, wel belasten. Het is eerder als bagage bij jezelf. Lekker ruikend of stinkend, licht of zwaar, ruw of zacht, knellend of juist gemakkelijk zittend etc. Zoiets is de aard van kamma, maar kamma kan je niet verpesten of verbeteren.
Omdat de natuur van geest onveranderlijk en onveranderbaar is, en daarmee wij, heeft een erfzonde in de zin van een intrinsiek bedorven geraakte geest, nooit plaatsgevonden, kan niet plaatsvinden en zal nooit plaatsvinden ook. Bederf is een bijkomstige zaak. Zo staat het recht vind ik.
Siebe
Daisy zegt
Wat knap dat jullie dat allemaal weten. Ik snap er niks van en kan er geen touw aan vastknopen.
bart zegt
Ik heb geen eens een touw, sniffff
G.J. Smeets zegt
Een stuk touw hing bij Hans in gebed
ze stónd op een marionet
maar had Hans het druk
met een ruk aan ’t stuk
was ze tuk en verdween in’t toilet