Ik heb nooit kanker gehad. Niet dat ik weet tenminste. Ik waan mij kankervrij. Maar ik weet niet, ik kan niet weten, of ik het niet allang meedraag. Een traag groeiende brughoekkanker misschien of een ingekapselde longkanker of een snelgroeiende prostaatkanker die pas twee weken geleden op hol is geslagen.
Als er straks inderdaad kanker bij mij wordt vastgesteld, zal ik niet weten of de diagnose klopt. Misschien is er wel iets anders aan de hand. Een cyste. Een aneurysma dat dezelfde röntgenschaduw werpt als een vaatgezwel. Misschien camoufleert een relatief ongevaarlijke kanker wel een veel gevaarlijker systeemziekte. Misschien ben ik zo gezond als een vis en heeft de arts mijn dossier verwisselt met dat van een andere patiënt.
Als ik vervolgens genees weet ik niet of het door de behandeling komt of dat er sprake is van een spontane remissie, als ik al ziek was. Misschien voorkomt de behandeling wel een spontane remissie. Ook weet ik niet of de behandeling van het ene type kanker op termijn niet een ander type kanker in mij voortbrengt, bijvoorbeeld een stralingsgezwel of hormoonkanker.
Als ik na vijf jaar definitief genezen wordt verklaard, weet ik niet of ik werkelijk genezen ben. Een arts kan wel zoveel zeggen. Wie weet welke uitzaaiingen onopgemerkt zijn gebleven. Misschien heeft de radioloog verzuimd naar mijn röntgenfoto’s en scans te kijken. Misschien heeft hij mijn foto’s en scans verwisseld met die van een andere patiënt. Bovendien kan de kanker, de oude of een nieuwe van hetzelfde type of van een heel ander type, ieder moment weer toeslaan.
Mocht ik ondanks alles werkelijk genezen zijn en nooit meer kanker krijgen, dan weet ik niet wat voor andere verrassingen het leven of de dood desondanks of juist daardoor voor mij in petto heeft. Ook weet ik niet welke waardevolle ervaringen ik heb moeten missen doordat ik niet chronisch of terminaal ziek ben geworden.
Kanker.
Je weet nooit of je het hebt.
Je weet nooit wat het teweegbrengt.
Je weet nooit hoe je ermee om moet gaan.
Je weet nooit of je er vanaf bent.
Je weet nooit wat je ervan moet vinden.
Je weet maar nooit.
Naschrift
In de zomer van 2012, een paar jaar nadat ik bovenstaande tekst had geschreven, werden op een röntgenfoto naar aanleiding van algehele malaise en een een recidiverende longontsteking verdachte schaduwen geconstateerd in de punt (apex) en de stam (het hylum) van mijn linkerlong, en in de ruimte tussen de longen (het interstitium).
Gezien de slechte prognose van longkanker heb ik, tegen het uitdrukkelijke advies van mijn huisarts en oncoloog in, afgezien van verder onderzoek. Sindsdien leef ik in geleende tijd. Maar ach. Dat deed ik toch al.
Wordt vervolgd (of niet natuurlijk).
Naschrift 2
Iemand wees mij erop dat verder onderzoek toch ook had kunnen uitwijzen dat mijn longen gezond zijn. Dat klopt niet want hele kleine longtumoren kunnen met geen enkele methode zichtbaar gemaakt worden. Verder onderzoek had dus hooguit kunnen uitwijzen dat met de gebruikte methode geen tumoren aangetoond konden worden. Om over mijn andere organen en de rest van mijn lichaam nog maar te zwijgen.
Dus leef ik nog steeds in geleende tijd. Maar ach. Dat deed ik toch al.
Wordt vervolgd (of niet natuurlijk).
Naschrift 3
Iemand wees mij erop dat verder onderzoek een andere (long)ziekte aan het licht had kunnen brengen, die wel goed behandelbaar is. Dat klopt. De onderzoeken die ik heb geweigerd dienden alleen ter bevestiging van de diagnose longkanker. Een uitgebreid bloedonderzoek heeft niets opgeleverd.
Dus leef ik nog steeds in geleende tijd. Maar ach…
Naschrift 4
Iemand wees mij erop dat ik een hypochonder ben, iemand die altijd denkt dat hij iets ergs onder de leden heeft. Zij heeft in zoverre gelijk dat ik mij nooit gezond waan. Ze heeft in zoverre ongelijk dat ik mij ook niet ziek waan. Ook niet ziek én gezond. Ook niet ziek noch gezond.
Ik denk niet meer in dat soort termen. Al weet ik ze nog steeds prima te gebruiken wanneer de situatie dat vraagt. Bij de dokter bijvoorbeeld. Bij de apotheek. Bij de buurvrouw. Bij mensen die wel in dat soort termen denken.
Dan doe ik gewoon lekker mee.
Naschrift 5 (juli 2016)
Ik ben niet zieker geworden of genezen, en ik word nergens meer op gewezen.
Deze tekst maakt deel uit van Zondagskindjes, een serie teksten over niet-weten die geen deel uitmaken van een serie.
Paula zegt
Tijdens het lezen van dit stuk zag ik een kleine David opstaan tegen de grote Goliath (kankerindustrie). Ik wens die David al het beste toe.
Borisboyo zegt
Wat een prachtig geschreven stuk. Ontzettend moedig om zo met “de ziekte” om te gaan. Het doet me denken aan Laura Maaskant die een boek heeft geschreven en terminaal is, maar ook geen onderzoeken meer wil. Ze leeft in het nu, en is vol vertrouwen voor de toekomst en heeft aanvaard dat ze vroeg dood gaat. En dit verhaal is voor mij ook weer een bron van inspiratie met dat waar ik mee worstel……. Heel veel kracht, licht en sterkte gewenst Hans!!