Non-dualiteit is geen onderscheid; deconstructie van de begrippen vriend, goeroe en mystagoog.
Een koan
Joke: Mag ik jou een vraag stellen?
Hans: Nee.
Joke: Waarom niet?
Hans: Daar komen alleen maar antwoorden van.
Joke: ‘Het is de taak van de spirituele leraar om ons bij te staan op onze weg naar non-dualiteit’, schrijft Nico Tydeman in Transmissie en Transcendentie.
Hans: God sta ons bij.
Joke: In zijn boek maakt hij onderscheid tussen drie aspecten van het spirituele leraarschap.
Hans: Ik weet er wel driehonderd.
Joke: Vriend, goeroe en mystagoog.
Hans: Onderscheiden doet lijden.
Joke: Scheiden doet lijden, was het toch?
Hans: En andersom.
Joke: Lijden doet scheiden?
Hans: Lijden doet huwen, huwen doet gruwen enzovoort.
Joke: Ik kan je even niet meer volgen.
Hans: Ik al heel lang niet meer.
Joke: Waar pas jij in Nico’s lerarenschema?
Hans: Mooie koan.
Joke: Werk nou even mee.
Hans: Ik pas er niet in, ik sta er niet buiten, ra ra.
Joke: Je staat erboven, wou je zeggen.
Hans: Nee dank je, ik zit liever.
Een mens
Joke: Ben jij een vriend?
Hans: Is dit een vriendschapsverzoek?
Joke: Voor je leerlingen, bedoel ik.
Hans: Ik heb niet eens een leer.
Joke: Of ben je meer een goeroe?
Hans: Gewoon een ouwehoeroe.
Joke: Die de dharma demonstreert door zijn gedrag?
Hans: God sta ons bij.
Joke: Wat demonstreer jij door je gedrag?
Hans: Dat ik ben uitgedemonstreerd.
Joke: Wat als ik een voorbeeld aan je zou nemen?
Hans: Dan werd je wat je was en bent en blijft.
Joke: Te weten?
Hans: Een mens.
Joke: Maar dat ben ik al.
Hans: Dat zeg ik.
Joke: En als ik boven mezelf uit wil stijgen?
Hans: Heel menselijk.
Joke: Ik doel op transcendentie.
Hans: Dan word je wat je was en bent en blijft.
Joke: En jij?
Hans: Ik was het al en ben het nog.
Een wolk van niet-weten
Joke: Geen vriend, geen goeroe, dan moet je wel een mystagoog zijn.
Hans: Een mis-agoog.
Joke: Afijn.
Hans: Weet je wat ik wel zou willen zijn?
Joke: Een bloemetjesgordijn?
Hans: Ik dacht eerder aan een mistgordijn.
Joke: Het moet niet gekker worden.
Hans: Of doe maar een mistbankje.
Joke: Je zegt het maar.
Hans: Dan kan je gezellig naast me komen zitten.
Joke: Ik zit liever op mijn kussen.
Hans: Laag bij de grond.
Joke: Verschil moet er zijn.
Hans: Doe dan maar een wolk van niet-weten.
Een minnaar
Joke: Ben je het er tenminste mee eens dat de spirituele leraar ons bij moet staan op onze weg naar non-dualiteit?
Hans: Weg met de non-dualiteit.
Joke: Even serieus.
Hans: Ik meen het.
Joke: Wat versta jij onder non-dualiteit?
Hans: Overal doorheen kijken. Ieder onderscheid doorzien. Ook het onderscheid tussen dualiteit en non-dualiteit. Ook het onderscheid tussen leraar en leerling. Ook het onderscheid tussen vriend, goeroe en mystagoog.
Joke: Oké, vergeet Nico’s typologie maar.
Hans: Vergeten en vergeven.
Joke: Wat voor spirituele leraar ben jij dan?
Hans: Een minnaar natuurlijk.
Joke: Wát?
Hans: Vinger in je gat.
Joke: Je kan toch wel normaal antwoord geven?
Hans: Serieus.
Een afleraar
Joke: Ik wil alleen maar weten wat voor leraar jij bent.
Hans: Wat voor vader ben jij?
Joke: Ik ben een vrouw, sufferd.
Hans: Nou dan.
Joke: O, zo.
Hans: O zo.
Joke: Je probeert me al die tijd duidelijk te maken dat je geen leraar bent.
Hans: Nou dat weer.
Joke: Als jij een spirituele leraar was, wat voor een zou je er dan zijn?
Hans: Een afleraar?
Joke: Wat doet een afleraar?
Hans: Afleren?
Joke: Wat afleren?
Hans: De leer?
Joke: Welke leer?
Hans: Elke leer?
Joke: Waar is dat goed voor?
Hans: Is het ergens goed voor?
Joke: Is het nergens goed voor?
Hans: Wat heet goed?
Joke: Wie zit er nou te wachten op een afleraar?
Hans: Een afleerling?
Joke: Vanwaar al die vraagtekens?
Hans: Vanwege dat afleren?
Joke: Ik geloof niet dat ik er gevoelig voor ben.
Hans: Dat had ik ook niet verwacht.
Joke: Waarom niet?
Hans: Ik moet de eerste afleerling nog tegenkomen.
Joke: Jij bent een afleraar zonder afleerlingen.
Hans: Als je er maar geen type van maakt.
Een boekhouder
Joke: Wat heb jij toch tegen typologieën?
Hans: Ik heb niets tegen typologieën.
Joke: Wat is dan het probleem?
Hans: Hoe ze gebruikt worden.
Joke: Hoe dan?
Hans: Om jezelf een veer in je leegte te steken.
Joke: Pardon?
Hans: ‘Vriend, goeroe en mystagoog.’
Joke: Wat is daar mis mee?
Hans: Een keuze uit drie goden.
Joke: Zo van, ben ik mooi, knap of schoon.
Hans: Mwah.
Joke: Heb jij een beter idee?
Hans: Betweter, toneelspeler en narcist?
Joke: Een keuze uit drie kwaden.
Hans: Dat brengt de boel weer in balans.
Een schrijver
Joke: Voel jij je eerder een betweter, een toneelspeler of een narcist?
Hans: Doe dan maar een schrijver.
Joke: Wat is het doel van jouw schrijverschap?
Hans: Alle doelen van me afschrijven.
Joke: Ik dacht dat je getuigen zou zeggen.
Hans: Waarvan?
Joke: Tja.
Hans: Hoe raad je het.
Joke: Een getuigenis kan ook leerzaam zijn.
Hans: En wat dan nog?
Joke: Dan zou je als getuige ook leraar kunnen zijn.
Hans: Ik kom prima aan mijn trekken zo.
Een schriftgeleerde
Joke: Ik kan je kennelijk niet overhalen om jezelf te typeren.
Hans: Doe dan maar een schriftgeleerde.
Joke: Die heeft helaas geen plek gekregen in Nico’s typologie.
Hans: Nee, wat dacht je.
Joke: Hoezo?
Hans: In zen gaat alles buiten de geschriften om.
Joke: Maar jij bent een schriftgeleerde.
Hans: De beste die er is.
Joke: Wat is jouw specialiteit?
Hans: De lege schrift, Ø.
Joke: Hè?
Hans: Maar daar weet ik dan ook alles van.
Joke: Van jou word je ook niet wijzer.
Hans: Een goed begin is het halve werk.
Joke: Hoezo?
Hans: Non-dualiteit is geen wijsheid.