Hoe edel en waar zijn de edele waarheden? Achtvoudige deconstructie van de vier edele waarheden, gebruikmakend van acht boeddhistische kernbegrippen.
Als je een boeddhist naar de kern van het boeddhisme vraagt, is de kans groot dat hij over de vier edele waarheden (catvari aryasatyani) begint:
1. Er is lijden.
2. Het lijden heeft een oorzaak.
3. De oorzaak van het lijden kan opgeheven worden.
4. Door het achtvoudige pad te volgen wordt het lijden beëindigd.
Zoals we eerder al zagen, maken de vier edele waarheden deel uit van het vormboeddhisme.
Het vormboeddhisme veronderstelt een persoon met een vrije wil.
Het veronderstelt een helder onderscheid tussen juist en onjuist, goed en slecht, heilzaam en onheilzaam enzovoort.
Het veronderstelt een wereld met overzichtelijke en begrijpelijke ketens van oorzaak en gevolg waarop het individu kan ingrijpen.
Het leegteboeddhisme daarentegen veronderstelt dat de persoon en de vrije wil illusies zijn.
Het veronderstelt dat het onderscheid tussen juist en onjuist, goed en slecht, heilzaam en onheilzaam enzovoort bij nader inzien onhoudbaar is.
Het veronderstelt dat alles in de wereld afhankelijk van al het andere ontstaat, bestaat en vergaat.
Het leegteboeddhisme is in tegenspraak met de vier edele waarheden.
Hieronder acht perspectieven van het leegteboeddhisme op de vier edele waarheden van het vormboeddhisme.
1. De vier edele waarheden bezien vanuit leegte (sunyata)
1. Lijden is leeg.
2. De oorzaak van het lijden is leeg.
3. De opheffing van de oorzaak van het lijden is leeg.
4. Het achtvoudige pad is leeg.
2. De vier edele waarheden bezien vanuit afhankelijk ontstaan (pratitya samutpada)
1. Lijden ontstaat afhankelijk.
2. De oorzaak van het lijden ontstaat afhankelijk.
3. De opheffing van de oorzaak van het lijden ontstaat afhankelijk.
4. Het achtvoudige pad ontstaat afhankelijk.
3. De vier edele waarheden bezien vanuit vergankelijkheid (anitya)
1. Lijden gaat voorbij.
2. De oorzaak van het lijden gaat voorbij.
3. De opheffing van de oorzaak van het lijden gaat voorbij.
4. Het achtvoudige pad gaat voorbij.
4. De vier edele waarheden bezien vanuit niet-zelf (anatman)
1. Lijden is zelfloos.
2. De oorzaak van het lijden is zelfloos.
3. De opheffing van de oorzaak van het lijden is zelfloos.
4. Het achtvoudige pad is zelfloos.
5. De vier edele waarheden bezien vanuit de illusie (maya)
1. Lijden is een illusie.
2. De oorzaak van het lijden is een illusie.
3. De opheffing van de oorzaak van het lijden is een illusie.
4. Het achtvoudige pad is een illusie.
6. De vier edele waarheden bezien vanuit ongeborenheid (anutpada)
1. Lijden is zonder oorsprong.
2. De oorzaak van het lijden is zonder oorsprong.
3. De opheffing van de oorzaak van het lijden is zonder oorsprong.
4. Het achtvoudige pad is zonder oorsprong.
7. De vier edele waarheden bezien vanuit non-dualiteit (advaita)
1. Lijden is niet te onderscheiden van vreugde en andere verschijnselen.
2. De oorzaak van het lijden is niet te onderscheiden van de oorzaak van vreugde en andere verschijnselen.
3. De opheffing van de oorzaak van het lijden is niet te onderscheiden van de opheffing van de oorzaak van vreugde en andere verschijnselen.
4. Het achtvoudige pad is niet te onderscheiden van andere paden en niet-paden.
8. De vier edele waarheden bezien vanuit weteloosheid (agnose)
1. Lijden is niet te volgen.
2. De oorzaak van het lijden is niet te volgen.
3. De opheffing van de oorzaak van het lijden is niet te volgen.
4. Het achtvoudige pad is niet te volgen.