Hoe je erin kan blijven zonder erin te komen.
Leerling: Wat als je de deur naar non-dualiteit niet kan vinden?
Meester: Dualiteit natuurlijk.
Leerling: Wat als je weigert door de deur naar non-dualiteit te gaan?
Meester: Dualiteit natuurlijk.
Leerling: Wat als je door de deur naar non-dualiteit gaat?
Meester: Dualiteit natuurlijk.
Leerling: Hè?
Meester: Had je niet gedacht, hè?
Leerling: Wat kan er nog duaal zijn als je de deur naar non-dualiteit door bent?
Meester: Het onderscheid tussen dualiteit en non-dualiteit natuurlijk.
Leerling: Dus als je de deur naar non-dualiteit niet kan vinden…
Meester: Geen non-dualiteit.
Leerling: Als je voor de deur blijft staan…
Meester: Geen non-dualiteit.
Leerling: Als je erdoorheen gaat…
Meester: Geen non-dualiteit.
Leerling: Wat als je de deur naar non-dualiteit niet zoekt, er niet voor blijft staan en er niet doorheen gaat?
Meester: Dan blijf je erin.
Leerling: Waarin?
Meester: Ik zou het ook niet weten.
Leerling: Geen-dualiteit-en-geen-non-dualiteit.
Meester: Of hoe het ook mag heten