Wat is groter, een dwergreus of een reuzendwerg?
Meester Tussen zegt:
Denken in termen van dit tegenover dat is dualistisch.
Wie kent het verschil tussen groot en klein?
Wat je groot vond toen je klein was vind je klein nu je groot bent.
Wat groot is voor de middeleeuwen is klein voor onze eeuw.
Wat groot is voor een stamhoofd is klein voor een keizer.
Wat groot is voor een pygmee is klein voor een Masai.
Wat groot is voor een emmer is klein voor een ton.
Wat groot is als je vol zit is klein als je honger hebt.
Wat groot is als je nuchter bent is klein als je dronken bent.
Wat groot is als je het niet herkent is klein als je weet wat het is.
Wat groot is in het donker is klein in het licht.
Wat groot is voor een maagd is klein voor een moeder.
Wat groot is voor een stel is klein voor een gezin.
Wat groot is voor een hut is klein voor een kasteel.
Wat groot is voor een kolibrie is klein voor een ooievaar.
Wat groot is in je herinnering is klein in het echt.
Wat groot lijkt in gedachten is klein in de praktijk.
Wat groot is op korte termijn is klein op lange termijn.
Wat groot is in het ene opzicht is klein in een ander.
Wat groot is voor de een is klein voor de ander.
Wat groot is kan tegelijkertijd best klein zijn.
Wat niet groot is hoeft daarom nog niet klein te zijn.
Wat niet klein is hoeft daarom nog niet groot te zijn.
Niets is goed of slecht van zichzelf, dat maakt het denken ervan, zei Shakespeare. Of maakte zijn denken dat ervan?
Niets is groot of klein van zichzelf, dat maakt het denken ervan, zeg ik hem na. Of maakt mijn denken dat ervan?
Bestaan groot en klein in werkelijkheid of alleen in onze beleving? Zijn het woorden of zaken? Kenmerken ze het object of het subject? Zijn ze relatief of absoluut?
Of is het onderscheid tussen relatief en absoluut, tussen object en subject, tussen woord en zaak, tussen werkelijkheid en beleving ook weer dualistisch?
Tussen groot en klein vind je de deur naar non-dualiteit.