Over de Eeuwige Identiteitscrisis van hindoeïstische zielen.
Beste Hans,
Wat is volgens jou de relatie tussen Atman en Brahman?
Beste Sjors,
Wat is volgens jou de relatie tussen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest?
Sjors: Ik geloof niet in de christelijke drie-eenheid.
Hans: Maar wel in de vedantische twee-eenheid?
Sjors: Atman is Brahman, zegt mijn leraar, het persoonlijke bewustzijn is gelijk aan het universele bewustzijn. De persoonlijke ziel is gelijk aan de alziel.
Hans: Voor hem zijn Atman en Brahman kennelijk meer dan woorden.
Sjors: Mijn leraar stelt het heel eenvoudig voor, maar volgens mij wordt er in de Indiase filosofie eindeloos gespeculeerd over de relatie tussen het persoonlijke en het universele bewustzijn.
Hans: Eerlijk gezegd heb ik geen idee of er wel zoiets is als persoonlijk of universeel bewustzijn, laat staan dat ik iets zinnigs over hun relatie kan zeggen.
Sjors: Dat het persoonlijke bewustzijn niet zou bestaan, lijkt me nauwelijks te verdedigen.
Hans: Volgens de oudste boeddhistische geschriften is Atman een illusie. Dat is de doctrine van anatman of niet-zelf, die al minstens sinds de Boeddha met verve wordt verdedigd. Volgens een uitbreiding daarvan, de doctrine van sunyata of leegte, is de doctrine van niet-zelf universeel. Dus ook van toepassing op Brahman.
Sjors: Dus volgens jou bestaan het persoonlijke en het universele bewustzijn niet?
Hans: Wat ben ik, een boeddhist?
Sjors: Bedoel je dat ze toch bestaan?
Hans: Wat ben ik, een hindoe?
Sjors: Bedoel je dat we niet kunnen weten of ze wel of niet bestaan?
Hans: Wat ben ik, een scepticus?
Sjors: Een agnosticus toch?
Hans: Niet weten is geen agnosticisme.
Sjors: Zelf ben ik ervan overtuigd dat ze bestaan.
Hans: Kan best wezen, maar hoe stel je zoiets vast?
Sjors: Kan de wetenschap hier niets betekenen? Ik denk aan de psychoanalyse, heeft een Carl Jung er niets over gezegd?
Hans: Atman en Brahman zijn geen fysische maar metafysische grootheden. Het bovenwerkelijke, gesteld dat er zoiets is, laat zich per definitie niet wetenschappelijk onderzoeken.
Sjors: En de zuivere rede?
Hans: Daarmee kan je bewijzen en ontkrachten wat je wil. Er zijn letterlijk duizenden religieuze en wijsgerige leerstelsels die allemaal heel logisch in elkaar zitten. Neem alleen al de verschillende vedantascholen, waaronder advaita. Welke rede is het zuiverst volgens jou?
Sjors: Persoonlijke ervaring dan?
Hans: Vergeet het maar. Volgens de advaita vedanta is bewustzijn geen ervaring maar de voorwaarde van iedere ervaring. Ervaring is maya.
Sjors: Een beroep op autoriteit, op de traditie, op Heilige Geschriften, de Upanishaden?
Hans: Enzovoort. Het sterft ervan en ze claimen allemaal wat anders.
Sjors: Is er geen concilie of zo?
Hans: Het hindoeïsme heeft geen centraal leergezag zoals het katholicisme, dacht ik. Er is bij mijn weten niets dat door iedere hindoeïstische autoriteit wordt onderschreven.
Waren alle hindoe-autoriteiten het toch ergens over eens, dan kon je nog steeds niet uitsluiten dat ze het allemaal mis hadden. Bovendien is het hele hindoeïsme, met autoriteiten, geschriften en al, maya, als we de advaita vedanta tenminste mogen geloven, aangenomen dat de advaita vedanta zelf geen maya is, dus dat schiet niet op.
Sjors: Je kan er alleen in geloven.
Hans: Alleen als je erin kan geloven.
Sjors: Voor jou staat niet vast dat Atman en Brahman werkelijk bestaan.
Hans: Of zelfs maar dat ze niet bestaan. Of bestaan en niet bestaan. Of bestaan noch niet bestaan. Of vooraf gaan aan bestaan en niet bestaan. Of voorbij gaan aan bestaan en niet bestaan. Of wat dan ook.
Sjors: Mooi is dat.
Hans: Ja, mooi hè?
Sjors: Nou weet ik het helemaal niet meer.
Hans: Dan kan je weer alle kanten op.