Tussen het witte doek en het zwarte gat vind je de deur naar non-dualiteit.
Meester Tussen zegt:
Is een non-dualist iemand waar niemand meer in kan, dan is een agnost iemand die overal uit kan.
Is een non-dualist iemand die overal uit is, dan is een agnost iemand die nergens uit komt.
Is een non-dualist niemand die alles omvat, dan is een agnost iemand die niets vat.
Is een non-dualist de ster van het witte doek, dan is een agnost het zwarte gat.