Vierde van tweeëntwintig metaforen voor spirituele verlichting.
‘Wat moet ik me voorstellen bij verlichting, Hans?’
‘Geen idee.’
‘Een laatste grond?’
‘Hè?’
‘Bewustzijn, kennendheid, helderheid, ruimte, stilte, leegte, het niets of zo?’
‘Hoe bedenk je het.’
‘Heb jij een laatste grond gevonden?’
‘Die heb ik afgegraven.’
‘Bedoel je dat je de ongrond hebt gerealiseerd?’
‘Die heb ik dichtgegooid.’
‘Wat moet ik me dan voorstellen bij verlichting?’
‘Geen idee.’