Waarom je altijd op je qui-vive moet zijn als iemand of jijzelf je probeert te vertellen wat of dat de werkelijkheid werkelijk is.
Mensen vertellen elkaar verhalen, dat hoef ik niemand te vertellen.
Dat we daar niet mee kunnen ophouden hoef ik ook niemand te vertellen.
Dat die verhalen niet de werkelijkheid zijn en dat de werkelijkheid geen verhaal is hoef ik ook niemand te vertellen.
Wat die werkelijkheid dan wel is kan niemand je vertellen.
Vandaar dat mensen onophoudelijk verhalen vertellen over wat de werkelijkheid is, bijvoorbeeld dat de werkelijkheid geen verhaal is of dat verhalen de enige werkelijkheid zijn of dat er helemaal geen werkelijkheid is of dat niemand je kan vertellen wat de werkelijkheid is – je kan het zo gek niet bedenken.
Vandaar dat je altijd op je qui-vive moet zijn als iemand je probeert te vertellen wat de werkelijkheid is, wat verhalen zijn en wat de relatie is tussen verhalen en de werkelijkheid.
Je kunt er namelijk vergif op innemen dat dat het volgende verhaal is en je kunt er vergif op innemen dat de verteller dat niet doorheeft of niet wil dat jij het doorhebt. Anders zou hij het er heus wel bij vertellen, want dat is en blijft, hoewel geen Blijde Boodschap, echt Groot Nieuws.
Of is dat gewoon het volgende verhaal?