If I say, ‘I want to be enlightened…’ it implies a future. And there isn’t any.
Omkering 1
Katie: Als ik zeg dat ik verlicht wil worden veronderstel ik een toekomst. En die is er niet.
Hans: Als je zegt dat ik mijn gedachten moet onderzoeken veronderstel je een toekomst. Is die er wel?
Omkering 2
Katie: Als ik zeg dat ik verlicht wil worden veronderstel ik een toekomst. En die is er niet.
Hans: Maar nu wel.
Katie: Maar net niet.
Hans: Nu veronderstel je weer een verleden.