In een park wonen geen mensen maar ze komen er wel. Soms is het er rustig, soms druk.
In een weetnietgeest wonen geen gedachten maar ze komen er wel. Soms is het er druk, soms rustig.
De lege geest van niet-weten is geen geest zonder gedachten maar een geest waarin gedachten niet blijven hangen. Meningen, gevoelens, oordelen, verklaringen, filosofietjes en verhalen – ze komen en ze gaan. Dat geldt ook voor de gedachte dat gedachten in een lege geest niet blijven hangen maar komen en gaan.
Het is niet dat de lege geest zijn gedachten loslaat maar dat ze hem bij nader inzien ongeloofwaardig voorkomen. Ze overtuigen niet langer en daardoor beklijven ze niet meer. Dat geldt ook voor de gedachte dat de lege geest zijn gedachten niet loslaat maar dat ze hem bij nader inzien ongeloofwaardig voorkomen en daardoor niet meer overtuigen of beklijven.
Daar al zijn gedachten slechts op bezoek zijn, deze ook, krijgt het denken van de lege geest een merkwaardige vluchtigheid die gemakkelijk voor lichtzinnigheid of oppervlakkigheid wordt aangezien. Maar wat betekent vluchtigheid nog bij ontstentenis van bestendigheid, zo die inderdaad ontbreekt?
Soms is het druk in een park, soms rustig. Mensen komen er graag maar ze wonen ergens anders.
Soms is het rustig in een weetnietgeest, soms druk. Gedachten komen er graag maar ze wonen ergens anders.