Niet-weten is een slokop. Als een spin zuigt het zijn slachtoffers leeg.
Het symbool van niet-weten is het agnosticon, Ø. Dat kan je zelfstandig gebruiken maar je kan het ook opnemen in een woord om dat woord van zijn inhoud te ontdoen.
Zo is filØsØfie de lege filosofie van niet-weten en een filØsØØf iemand die filØsØfie bedrijft.
NØn-dualisme is de agnostische variant van non-dualisme, iemand die het nØn-dualisme aanhangt een nØn-dualist.
De TaØ is de Tao van niet-weten, iemand die de TaØ volgt een taØïst.
GØd is de lege god van niet-weten – het lege object van de lege mystiek: god noch niet-god.
GelØØf is het lege geloof van en in niet-weten, iemand die erin gelØØft (of niet gelØØft, dat maakt niet uit) is een gelØvige (of een ØngelØvige, dat maakt niet uit).
BØeddhisme is boeddhisme zonder dogma’s, iemand die het bØeddhisme aanhangt een bØeddhist en als hij door de pØØrtlØze pØØrt is gegaan een bØeddha.
VerlØssing is verlossing in (en dus van) niet-weten, dat wil zeggen, Øntwaken uit de droom in de drØØm (de lege droom).