Niet-weten betekent niet dat je geen gedachten meer hebt.
Het betekent dat ze jou niet meer hebben.
Je wordt een soort gedachtengum.
Voortaan lach je om je gedachten.
Ook om de gedachte dat je voortaan om je gedachten zal lachen.
Dat dat waar zou zijn.
Dat je de rest van je leven een vrolijke Frans zal zijn.
Dat dát niet-weten is.
Je lacht om de gedachte dat je gedachten jou niet meer hebben.
Je lacht om de gedachte dat er een jou is om te hebben.
Je lacht om de gedachte dat er geen jou is om te hebben.
Je lacht om de gedachte van een gedachtengum.
Je lacht om de gedachte hoe jammer het is om die gedachte te moeten lachen.
Je lacht om het idee van niet-weten.
’t Idee!
Om je dood te lachen!
Hè hè.
Is me dat lachen.