Een discipel kwam bij Maruf Karkhi en zei: ‘Ik heb met de mensen over u gesproken. Joden beweren dat u een jood bent, christenen vereren u als een van hun eigen heiligen en moslims houden vol dat u de grootste van alle moslims bent.’
Maruf antwoordde: ‘Dit is hoe ze over me spreken in Bagdad. In Jeruzalem zeggen de joden dat ik een christen ben, de moslims dat ik een jood ben en de christenen dat ik een moslim ben.’
Hoe moet ik aan u denken?’ vroeg de man.
‘Sommigen begrijpen me niet en vereren me,’ zei Maruf, ‘anderen begrijpen me niet en verguizen me. Je moet aan me denken als iemand die dit gezegd heeft.’
Hans: Sommigen begrijpen me niet en negeren me. Anderen begrijpen me best en negeren me.
Ayah: Hoe moet ik aan jou denken?
Hans: Alsof je aan mij moet denken.
Ayah: Als ik aan jou moet denken.
Hans: Denk aan mij als iemand die er niet van uitgaat dat je zelf kunt bepalen óf en hóe je aan mij denkt.
Ayah: Bedoel je dat ik dat niet zelf kan bepalen?
Hans: Ook daar ga ik niet van uit.
Ayah: Hoe is het om genegeerd te worden?
Hans: Soms begrijp ik dat best en soms verbaast het me.
Ayah: En als je serieus genomen wordt?
Hans: Soms verbaast het me en soms begrijp ik het best.
Ayah: Maakt het je uit?
Hans: Alleen als het me wat uitmaakt.
Ayah: Dus?
Hans: Meestal niet.
Ayah: En als het je toch uitmaakt?
Hans: Maakt niet uit.
Ayah: Moet ik aan jou denken als iemand die dit gezegd heeft?
Hans: Je moet aan mij denken zoals je aan me moet denken.
Ayah: En als er geen moeten is?
Hans: Zoals je aan me wilt denken.
Ayah: Jou maakt het niet uit.
Hans: Meestal niet.
Ayah: En als het je toch uitmaakt?
Hans: Maakt niet uit.
Ayah: Maar als je het nou helemaal zelf mocht bepalen?
Hans: Denk dan maar aan mij als iemand die niets gezegd heeft.
Ayah: Omdat er niets te zeggen valt?
Hans: Dan had ik dat wel gezegd.
Ayah: Ah ja.
Hans: Aangenomen dat ik daar iets over te zeggen heb.
Ayah: Hoe wil je later herinnerd worden?
Hans: Als iemand die er niet van uitgaat dat je dat zelf kunt bepalen.
Ayah: Dat zei je al.
Hans: Denk dan maar aan mij als iemand die zichzelf tevergeefs herhaalt.
Ayah: En als je het wel zelf kon bepalen?
Hans: Als iemand die niet wist hoe hij herinnerd wilde worden.
Ayah: Dat lijkt me niet teveel gevraagd.
Hans: Of doe maar als iemand die niet zo nodig herinnerd hoeft te worden.
Ayah: Ik zal het onthouden.
Hoe wil jij dat mensen aan je denken?
Doe je daar veel moeite voor?
Word je er weleens moe van?
Hoeveel mensen denken werkelijk over jou zoals jij wilt?
Hoe denk jij aan mensen?
Denk je dat dit is hoe zij willen dat jij over hen denkt?
Kun jij zelf bepalen hoe je over mensen denkt?
Denk jij dat mensen zelf kunnen bepalen hoe ze over jou denken?
Hoe wil jij aan jezelf denken?
Lukt het een beetje?