Meester Tja zegt:
Wie Tja heeft is net als iedereen
Wespen kunnen haar steken
Slangen kunnen haar bijten
Dieren kunnen haar grijpen
Vogels kunnen haar aanvallen
Zij is nu eens rustig, dan weer onrustig
Vandaag zorgeloos, morgen bedrukt
’s Morgen sereen, ’s avonds prikkelbaar
De ene keer spontaan, de andere gemaakt
Haar beenderen zijn taai of breekbaar
Haar spieren zijn sterk of zwak
Haar hand balt en ontspant zich
Haar geslacht loopt vol en leeg
Wie Tja heeft is als iedereen, alleen
Zij heeft zich erbij neergelegd
Of legt zich neer bij haar verzet
En dat is het verschil
Geïnspireerd door hoofdstuk 55 van de Daodejing