De Boeddhistische Unie Nederland (BUN) organiseert dit weekeinde in samenwerking met de Vrije Universiteit (VU) van Amsterdam een studieweekeinde over ‘Macht en misbruik in het boeddhisme’. Het is bedoeld voor leden van de BUN. Op zondag 2 februari zal, in het Engels, een Master Class worden verzorgd over interventies, door ‘An Olive Branch’. Het zal hierbij gaan om passende maatregelen, maar ook om begeleiding en heling van de sangha.
Hieronder de openingstoespraak door Michael Ritman, voorzitter van de BUN.
‘Nooit meer misbruik’
Laatst kreeg ik van iemand de vraag: Hoe is het toch mogelijk dat seksueel misbruik ook in het boeddhisme voorkomt? Dat kan toch niet waar zijn? Boeddhisten zijn toch van die vredelievende mensen? Ze houden toch zo van meditatie? En die vraag kan ik verder aanvullen. Het is toch een wijsheidstraditie? Je leert toch je geest kennen? Je leert toch inzien dat verlangen, agressie en onwetendheid de oorzaak zijn van al het lijden? Voor jezelf en voor anderen?
Dat dacht ik ook, toen ik in 2004 voor het eerst een boeddhistisch centrum binnenliep. Dat dacht ik ook, toen ik in 2014 voorzitter werd van de BUN. Totdat die illusie ruw verstoord werd. In 2015 opende het NOS-journaal met nieuws over seksueel misbruik binnen boeddhistische gemeenschappen. Over de overleden leraar Mettavihari. Over andere verhalen in het verleden die onder het tapijt van de geschiedenis waren weggeveegd. Maar vooral over slachtoffers, die niet gehoord zijn. Die al die jaren geworsteld hebben met dat misbruik. Die overal alleen gesloten deuren vonden. Die we met zijn allen in de kou hebben laten staan. En dat is niet het laatste verhaal dat naar buiten kwam. In de afgelopen jaren hebben de verhalen zich opeengestapeld. De een na de ander. Onder andere over mijn eigen leraar. Geloof me, ik heb ook geworsteld met schaamte en verwarring.
Maar bij de BUN hebben we die vraag omgedraaid. Wat kunnen wij nu zelf doen om misbruik te voorkomen? Wij zijn toch verantwoordelijk? Wij kunnen toch actie ondernemen? Wat kunnen we doen om ervoor te zorgen dat slachtoffers altijd ergens kunnen aankloppen en geholpen worden? We hebben in 2015 de oprichting van een onafhankelijk meldpunt ondersteund. We hebben in 2017 een onafhankelijke vertrouwenspersoon aangesteld voor de leden van de BUN. We hebben onze leden gevraagd ethisch beleid te ontwikkelen. En we hebben ze daarin gefaciliteerd. In 2015 hadden drie van onze leden een ethische code die ook op hun website stond. Anno 2020 heeft ruim twee-derde van onze leden een eigen ethische code ontwikkeld, die gedragen wordt binnen de eigen organisatie. Ultimo 2020 is dat zelfs een verplichting voor al onze leden.
Maar daarmee zijn we er niet. We moeten beter leren begrijpen hoe het seksueel misbruik heeft kunnen gebeuren. Daar moeten we ons in verdiepen. Daarvoor is deze studiedag. We moeten gaan zien dat er al ontzettend veel kennis beschikbaar is van buiten het boeddhisme. En van binnen het boeddhisme. Daar moeten we gebruik van maken. We moeten samen ethisch beleid ontwikkelen. We moeten van elkaars ervaring leren. Gebruik maken van elkaars expertise. Veel boeddhistische organisaties zijn hier de laatste jaren intensief mee bezig geweest. We zijn hier vandaag om elkaar in dat proces van leren te ondersteunen.
‘Nooit meer misbruik’ is misschien een illusie, net zoals ‘Nooit meer oorlog’. Kijk maar om je heen wat er gebeurt in de wereld. 75 Jaar ‘Nooit meer oorlog’. Maar de wereld staat in brand. Maar we kunnen wel lering trekken uit de geschiedenis. Door ons erin te verdiepen, en dat te blijven doen. En er is heel veel dat we wél kunnen doen om misbruik te voorkomen. Ik zou willen zeggen: Juist binnen het boeddhisme. Juist omdat het een wijsheidstraditie is. Het boeddhisme zoals het bedoeld is moet een toevlucht bieden, een veilige haven. Dat is het boeddhisme dat we door willen geven aan onze kinderen, aan een volgende generatie.
Ik zal jullie iets vertellen dat ik al eerder verteld heb. En niet iedereen was het altijd met me eens. Maar ik blijf het wel zeggen. Als je binnen je organisatie een vrijwillige functie vervult, doe je dat om je leraar te ondersteunen. Om een omgeving te creëren en in stand te houden waarin de dharma kan worden doorgegeven. Maar zeker als je een bestuursfunctie hebt, hoort daar ook een verantwoordelijkheid bij. Een verantwoordelijkheid die je zult moeten nemen. De verantwoordelijkheid om een omgeving te creëren die veilig is. Veilig voor de studenten, veilig voor de leraar, veilig voor nieuwkomers. Ook, en misschien juist, als dit betekent dat je een leraar aan moet spreken op zijn gedrag. Dat kan veel narigheid voorkomen.
Bedankt, vertegenwoordigers van boeddhistische organisaties, leden van de BUN, dat jullie gekomen zijn. Daar is moed voor nodig om met elkaar het gesprek aan te gaan over een thema dat zo beladen is. Sommigen van jullie hebben in je eigen organisatie te maken gehad met seksueel misbruik. Door hier te komen vandaag tonen jullie je commitment om er alles aan te doen dat er in de toekomst een veilige omgeving geboden kan worden voor iedereen die zich wil verdiepen in boeddhistische studie en beoefening.
Bedankt studenten en oud-studenten van de VU aan de religiestudie boeddhisme en de ambtsopleiding voor boeddhistisch geestelijk verzorger, dat jullie ook gekomen zijn. Jullie kiezen ervoor juist die mensen te ondersteunen in onze maatschappij die dat misschien wel het hardste nodig hebben.
Bedankt leden van het BUN-bestuur, voor jullie actieve ondersteuning. Wat we doen als BUN-bestuur doen we allemaal samen. Als ik hier spreek, spreek ik namens ons samen. We doen het ook samen. En dat is de enige manier waarop we kans van slagen hebben.
Ik wil ook Rob Hogendoorn bedanken, boeddhist en journalist. Hij was de eerste die luisterde naar slachtoffers van seksueel misbruik in boeddhistische gemeenschappen, op het moment dat er binnen die gemeenschappen nog door niemand geluisterd werd. Hij heeft zijn documentatie aan de VU ter beschikking gesteld voor deze studiedag, en ik heb altijd gevonden dat hij zijn documentatie uitstekend op orde heeft.
A big thank you to the people of ‘An Olive Branch’. After our first contact you offered without hesitation your willingness to join us today, the three of you together. You worked as a team to thoroughly prepare your contribution here this weekend. You bring with you not only your compassion in action, but also your professional expertise of many years in addressing sexual abuse in spiritual communities. Sadly, Barbara Gray cannot be with us this weekend. She suffered a minor car accident and was not fit to travel. I am sure everybody here joins me in wishing her a speedy return to health.
Het is vandaag een besloten bijeenkomst, hoewel we in overleg een uitzondering hebben gemaakt voor een aantal introducees voor wie deze dag bijzonder relevant is. Boeddhistische geestelijke verzorgers, vertrouwenspersonen, studenten aan de VU. En natuurlijk een aantal experts van buitenaf. Laten we met elkaar zorgen dat ook zij zich welkom voelen vandaag.
Van het begin af aan heeft voor ons voorop gestaan dat deze studiedag over seksueel misbruik wordt gemodereerd door professionals. Juist vanwege de gevoeligheden die dit thema oproept voor iedereen die ermee te maken krijgt. Maar ook om ervoor te zorgen dat het proces van vandaag zodanig in banen wordt geleid dat de deelnemers er zoveel mogelijk van leren.
Laten we niet vergeten wat het uitgangspunt is voor vandaag en wat niet. Het uitgangspunt is niet om elkaar de les te lezen over wat er bij de ander is fout gegaan, en hoe hiermee is omgegaan. Niemand moet vandaag het gevoel krijgen dat hij of zij in het defensief gedwongen wordt wat betreft de eigen organisatie. Het gaat erom dat we lering trekken uit wat er gebeurd is. Dat we het onder ogen zien. Dat we met elkaar het gesprek aangaan. Dat we leren analyseren welke processen er spelen en welke factoren een rol spelen. Dat we van elkaar leren wat ons te doen staat als we met misbruik te maken krijgen. Of beter nog, te voorkomen dat het kan gebeuren. Daarom is er ook bewust voor gekozen om deelnemers een casus te laten kiezen uit een andere dan de eigen traditie. Het gaat om het leren herkennen van de gemeenschappelijke elementen die ons een helderder beeld verschaffen van de algemene problematiek. En het gaat erom dat we dit samen doen, dat we elkaar leren begrijpen.’