De khandhā is een term uit het boeddhisme die men gewoonlijk beschrijft als “aggregaten van de persoonlijkheid”. Eigenlijk beschrijven de khandhā het proces hoe je omgaat met wat gebeurt in het dagelijks leven. De Boeddha zei dat het vasthangen aan de khandhā dé oorzaak is van het lijden.
Waarom, en vooral: hoe raak je verlost van het lijden?
Cognitieve psychologie is 2500 jaar oud
In het boek “Het leven is lastig. Waarom?” verkent de auteur Geert Vancoppenolle dit centraal concept van het boeddhisme en reikt hij je 3 stappen aan om ondanks lijden toch gelukkig te worden.
Met de vele conflicten in de wereld worden veel mensen angstig. Ieder jaar stijgt het aantal burn-outs, depressies en andere mentale problemen. Onze sociale zekerheid staat onder druk. Ziekte of het overlijden van een naaste kan je treffen. Daar tegenover hebben sommigen alles om gelukkig te zijn maar voelen ze zich toch niet gelukkig.
Hoe kan je ondanks alles toch gelukkig worden?
Dukkha: het lijden dat iedereen ervaart
Ieder huisje heeft zijn kruisje, zei men vroeger. Ieder van ons ervaart dukkha. Dukkha is de Indische term voor alles wat je als onaangenaam ervaart, klein of groot. Van de lege doos pralines tot het overlijden van je kind.
Een voorbeeld uit het leven gegrepen om doorheen dit artikel de uitleg te illustreren:
Mark, partner van Els, zegt geïrriteerd over hoe ze met de computer omgaat: “Waarom doe je dat nu weer zo? Kan je het nu nog niet? Ik heb het je al zo dikwijls uitgelegd.”
Dukkha bestaat uit pijn en lijden, wat het boeddhisme de twee pijlen noemt. Pijn is wat je overkomt, bv. iemand roept kwaad naar jou. Lijden is hoe je dit ervaart in gedachten en emoties en er mee blijft zitten. Pijn in het leven kan je niet vermijden, hoe er beter mee omgaan (het lijden) kan je leren.
De eerste nobele waarheid van het boeddhisme luidt: “Geboorte is dukkha, verouderen is dukkha, de dood is dukkha; spijt, klagen, pijn, rouw en wanhoop zijn dukkha; associatie met wie je niet graag ziet is dukkha; scheiding van je geliefden is dukkha; niet verkrijgen wat je wil is dukkha. Kortom, het vasthangen aan de vijf khandhā is dukkha.” (Pali canon SN 56.11)
Nobel? Ja, want je kan het lijden overstijgen. Ondanks alle tegenslagen in het leven kan je toch gelukkig zijn. Daarom eerst de oorzaak van het lijden begrijpen: waarom je vasthangt aan de vijf khandhā.
De kan-wa?
De khandhā zijn de vijf elementen van het proces hoe je omgaat met wat je in het dagelijks leven overkomt. Deze zijn: wat via de zintuigen binnenkomt (rūpa), de gevoelstoon (vedanā), identificatie (saññā) en het mentale kluwen van emoties en gedachten (sankhāra) die samen uitmaken hoe je het gebeuren ervaart (viññāṇa).
Door herhaaldelijk door dit proces te gaan, ontstaan reactiepatronen, net zoals een diep ingesleten karrenspoor ontstaat in een holle weg. Vastzitten in die reactiepatronen is de oorzaak van het lijden.
Als illustratie van het khandhā proces: als iemand je geblinddoekt een bepaalde citrusvrucht laat proeven (rūpa), komt dit onaangenaam (vedanā) binnen en zal je dit ervaren als “zuur” (initiële viññāṇa) en benoemen als “citroen” (saññā), ook al is het een limoen. Deze identificatie triggert emoties zoals boosheid en gedachten van afschuw (sankhāra) waardoor je het snel uitspuwt. Dit geheel wordt jouw ervaring (viññāṇa) van de gebeurtenis die je opslaat voor de volgende keer dat je iets als zuur ervaart.
Het khandhā proces doorloop je doorgaans onbewust, bij alles wat tegen jou gezegd wordt en bij alle kleine en grote gebeurtenissen die je meemaakt. Dit vormt je persoonlijkheid en je spontane reactiepatronen. Al opgemerkt dat je regelmatig op hetzelfde vastloopt, bijvoorbeeld in relaties?
Het cognitief proces volgens het boeddhisme
Laten we dit proces wat dieper verkennen.
Bij alles wat via de zintuigen binnenkomt (rūpa), komt er onmiddellijk een gevoelstoon (vedanā): aangenaam, onaangenaam of neutraal (noch aangenaam, noch onaangenaam).
Bij een aangename gevoelstoon hebben we de spontane neiging het te willen vasthouden en er meer van te willen. Wat onaangenaam is, willen we vermijden of wegduwen. Wat geen van beide is, negeren we. Die gevoelstoon (vedanā) is onmiddellijk, zelfs de meest verlichte persoon ervaart dit, alleen geeft hij niet toe aan die neigingen. Vedanā is niet te verwarren met emotie, want het boeddhisme beschouwt emoties als mentale formaties (sankhāra).
Ons brein is ontwikkeld om te overleven, niet om gelukkig te worden. Vandaar dat we alles wat via de zintuigen binnenkomt, proberen te identificeren (saññā) om na te gaan of het geen gevaar vormt.
Door dit labelen van wat je meemaakt, komt een conceptualisatie op gang (“ik ken dit”), doorgaans gekleurd door wat je vroeger meegemaakt hebt, wat dan weer gedachten en emoties triggert.
Dit wordt nog versterkt door de 3 karakteristieken van het leven (tilakkhaṇa) die ons conditioneren: lijden (dukkha) – enkel nog de pijn zien -, een gevoel alsof het maar blijft duren en alles vanuit het ik-perspectief zien of persoonlijk nemen, dit terwijl alles verandert (anicca) en er geen op zichzelf staande ik is (anatta). Bijvoorbeeld het label van de “zeurende partner”, met gedachten als “altijd hetzelfde”. Maar in realiteit kwam die gedachte op na een uitspraak van die persoon tijdens hooguit enkele minuten, in de situatie en emoties van het moment, waar jij niets van weet.
Die uitspraak van Mark komt bij Els onaangenaam binnen. Ze labelt het als “weeral niet goed”. Ze ziet het als permanent met de gedachte “Ik kan het nooit goed doen” (zonder al die keren te zien waar ze het wel goed en zelfstandig deed). Ze neemt het persoonlijk omdat ze zich afgewezen voelt. Ze ziet enkel nog de pijn met de gedachten “Wie ben ik nog voor hem? Ik ben niets waard.”
Dit labelen triggert een kluwen van herinneringen, gedachten en emoties van verdriet, boosheid of angst voor wat nog fout kan lopen, die mekaar nog versterken. Dit zijn de mentale formaties (sankhāra). Zo kan een kleine onaangename gebeurtenis je dagenlang bepalen.
Dit geheel van gevoelstoon (vedanā), labeling (saññā) en mentale formaties (sankhāra) wordt hoe je de gebeurtenis die via de zintuigen binnengekomen was (rūpa), ervaart (viññāṇa).
Door die uitspraak is de ketting van gedachten, emoties en wat Els in het lichaam voelt: gedachten van minderwaardigheid, emoties van gekwetst zijn, verdriet, ontgoocheling in zichzelf, angst, eenzaamheid, schaamte, het voelt als een stomp in de maag en het weegt zwaar.
Els zwijgt en vlucht naar het toilet om daar te wenen.
Vastzitten in patronen
Door herhaling van het labelen (saññā) en de gedachten en emoties (sankhāra) ontwikkelt zich je wereldbeeld. Dit vormt zich door overtuigingen die zich kristalliseren uit herhaalde gedachten en emoties, zoals: “Niemand ziet mij graag”, “Ik moet altijd alles alleen doen”, “Ik ben lelijk”, “Ik ben niets waard”.
Je overtuigingen achter je gedachten en emoties herken je door de haakwoorden: moeten, altijd, nooit, iedereen, niemand, … Die overtuigingen sturen je gedrag. Achter de overtuigingen zit een onvervulde nood aan veiligheid, autonomie (jezelf kunnen zijn) of verbondenheid (graag gezien worden).
De overtuigingen van Els zijn: “Ik kan het niet”, “Ik ben niets waard”, “Niemand ziet mij graag”. Daardoor heeft ze een patroon van vluchten en zich afsluiten met veel zelfbeklag. De onvervulde nood is graag gezien willen worden. Ook herkenbaar op haar werk: ze is heel gevoelig voor kritiek waardoor het negatief zelfbeeld zich nog versterkt.
Door herhaling van dit khandhā proces ontstaan ingesleten percepties (saññā) die je je gaat toe-eigenen en je ermee gaat identificeren (“van mij”, “zo ben ik nu eenmaal”). Zo vormen zich persoonlijkheidslabels. Merk op dat heel wat persoonlijkheidslabels vooral gedrag beschrijven. Ben jij enkel je gedrag?
Vanuit die veelvuldige herhaling ontstaat een diep ingesleten karrenspoor van reactiepatronen, hoe je omgaat met wat gebeurt. Vanuit de neiging tot verlangen bij wat aangenaam is, ga je reageren vanuit verdediging van wat je hebt of jagen op meer. Vanuit de neiging tot afkeer bij wat onaangenaam is, ga je vechten, vluchten of bevriezen. Wat neutraal binnenkomt, ga je negeren waardoor je in je denkpatronen blijft.
Naast je spontane reactie kan je andere mogelijkheden verkennen van bewuste respons.
Bij Els is er een duidelijke vluchtreactie, met een verlangen naar een beminnelijke partner wat zich uit in dagdromen over de ideale man.
Dit herkent ze in andere situaties: een patroon van vluchten, zich afsluiten en dagdromen hoe het zou moeten zijn.
Bij het verkennen van andere mogelijkheden van bewuste respons komt Els niet verder dan: “Me verdedigen, maar daar heb ik niet genoeg zelfvertrouwen voor. Dit is moeilijk.”
Het illustreert hoe we allemaal vasthangen in onze gedragspatronen.
3 illusies over gelukkig zijn
Hoe dan toch nog gelukkig worden? Eerst wat illusies doorprikken.
Zolang je denkt dat je pas gelukkig kan zijn als er alleen plezier is en je nooit meer iets onaangenaams overkomt, zal je nooit gelukkig zijn.
Gelukkig zijn is ook niet iets waar je lang voor moet werken en afzien en dat je dan op het einde van de rit als beloning krijgt.
En eens je gelukkig bent, is het ook geen verworven toestand die nooit meer weggaat.
Vooraleer je ontgoocheld stopt met lezen: je kan wel degelijk gelukkig zijn ervaren. Ondanks alle miserie.
De fundamenten om gelukkig te kunnen worden
Ons brein is gemaakt om te overleven, niet om gelukkig te worden. Om gelukkig te worden kan je niet anders dan bewuste aandacht gebruiken en je niet zomaar laten meeslepen door automatische reacties.
Begin met bewuste aandacht te geven aan de vele kleine aangename momenten waar je brein anders niet bij stilstaat want toch geen gevaar. Een mooie bloem, een kleurrijke zonsondergang, de glimlach van een baby, … En daarbij je innerlijke saboteurs negeren (“geen tijd”, “wat gaan de mensen denken”). Geniet volop van het aangename moment, zonder verdrietig te zijn wanneer het voorbij is, maar wees dankbaar dat je het hebt opgemerkt.
Daarnaast, cultiveer dankbaarheid voor alles wat neutraal binnenkomt, namelijk alles wat je maar als evident ervaart. Het licht van de lampen in huis, de warmte van de verwarming, de mensen die je kent, je zachte bed, het water uit de kraan,… Niets is evident, zelfs niet onze democratie, dus apprecieer het.
De 3 stappen om gelukkig zijn te ervaren, ondanks alles
Vastzitten in het karrenspoor van je reactiepatronen is de oorzaak van lijden. Het aangename waar je naar verlangde, gaat immers voorbij. Het onaangename dat je wegduwt, gebeurt toch.
Hoe geraak je uit die patronen en kan je toch gelukkig worden, ook al overkomen je gebeurtenissen die onaangenaam zijn?
Emoties afblokken maakt blokkades die vroeg of laat gaan openbarsten. De wereld ontvluchten maakt je eenzaam.
Wat kan je dan wel doen?
Je kan het lijden overstijgen door niet meer vast te hangen aan je reactiepatronen in 3 stappen:
- je khandhā proces zien terwijl het gebeurt,
- een platform van keuze tot bewuste respons in plaats van automatische reactie,
- transformeren van gedachten en omgaan met emoties waardoor keuzemogelijkheden zich aandienen.
Zo kan je bij het zien van het khandhā proces je automatische reactie transformeren tot bewuste en behulpzame respons.
De eerste stap is je khandhā proces zien terwijl het gebeurt. Hoe komt iets binnen? Hoe benoem je het? Wat zijn je gedachten en emoties? Wat zie je jezelf spontaan doen? Helpt het?
Hierdoor krijg je inzicht hoe alles als permanent zien en zelf-identificatie met wat gebeurt je doet lijden (tilakkhaṇa). Want in realiteit evolueert alles en je hoeft het niet zo persoonlijk te nemen.
De tweede stap is het platform van keuze. Of iets onaangenaam of aangenaam binnenkomt, kan je niet tegenhouden. Maar je kan wel kiezen of je al of niet meegaat met je automatische neiging van afkeer van het onaangename en verlangen naar iets anders. Leer je gedragspatroon kennen en zien waar het niet helpt. Er komt inzicht in je hindernissen, waarop je de eerste stap wederom kan toepassen.
De derde stap is het transformeren van gedachten en omgaan met emoties zodat er zich mogelijkheden tot heilzame respons aandienen. Acceptatie dat die emoties opkomen (je kan pas loslaten als je het eerst hebt toegelaten) en zorgen voor je emoties. Belemmerende gedachten omvormen naar helpende gedachten. Kijken naar de achterliggende noden van eigenheid (autonomie), graag gezien worden (verbinding) en veiligheid. Zo bewust kiezen voor een meer heilzame respons in plaats van automatische reactie. Heilzaam voor iedereen die betrokken is.
De hartskwaliteiten
Dat doe je door de 4 hartskwaliteiten (de Brahmaviharā) te ontwikkelen:
- liefdevolle vriendelijkheid, naar iedereen en ook naar jezelf (metta)
- mededogen: zorgen voor het lijden van de andere en van jezelf (karuna)
- gedeelde vreugde: blij zijn met het geluk van de ander (mudita)
- gelijkmoedigheid: alle emoties accepteren maar je er niet door laten meeslepen (upekkha)
Er groeit inzicht dat begrip de sleutel is: zie de pijn en het lijden van de andere die jou pijn gedaan heeft. Je hoeft niet akkoord te gaan of te ondergaan – integendeel -, maar begrip verzacht de energie van de emoties en nuanceert de gedachten.
Naast jouw proces kan je ook de pijn en het lijden van de andere betrokkenen zien. Daar proberen begrip voor op te brengen, hun emoties begrijpen. In de mogelijkheden van respons om ermee om te gaan, kijken waar je liefdevolle vriendelijkheid kan inbrengen vanuit begrip voor het lijden van de andere. Beschouwen hoe je een respons zou kunnen formuleren vanuit jouw beleven en noden, met begrip voor het lijden van de andere. Nagaan of je bereid bent die keuze tot respons te maken, ook al is er geen garantie op het gewenste resultaat.
In het voorbeeld van Mark en Els, bedenkt Els: “Mark moest in zijn jeugd altijd zelfstandig zijn. Hij heeft graag controle en wil dat de dingen gedaan worden zoals hij gewoon is. Hij weet dat ik onzeker ben en nood heb aan warmte en genegenheid. Maar hij heeft dat thuis nooit zo gezien. Misschien wil hij me helpen meer zelfstandig te zijn maar formuleert hij dat zo bot? Ik kan hem vragen of dit inderdaad zo is. Ik kan hem uitleggen dat zijn uitspraak me nog meer onzeker en angstig maakt. En dat ik graag dicht bij hem wil zijn omdat ik hem graag zie, wat op zo’n moment moeilijk is voor mij. Ik wil ook die praktische dingen kunnen maar heb daarvoor aanmoediging en bevestiging nodig. Ik kan hem uitnodigen om het zo eens te proberen.”
Je kan de wereld niet veranderen maar wel jouw wereld
Vanuit begrip voor de andere ontstaat een opening om samen naar een oplossing te werken. Je hoeft niet toe te geven, integendeel: je kan met veel begrip voor de andere opkomen voor jouw noden en jouw grenzen duidelijk stellen. Maar vanuit begrip kan je samen zoeken naar oplossingen die voldoen aan de achterliggende noden (niet eisen!) van alle betrokken partijen.
Velen voelen zich machteloos tegenover alle veranderingen en dreigingen in de wereld. Wat kan jij als individu daaraan doen?
In plaats van apathisch te worden, gebruik je emoties van verontwaardiging en boosheid als kracht om in actie te komen. Je kan niet de wereld veranderen maar wel jouw wereld. Kijk waar in jouw wereld je de hartskwaliteiten kan inzetten: je partnerrelatie, je familie en vrienden, je werk en engagementen, je kennissenkringen, je wijk, je gemeente, … Dat alles vanuit begrip voor ieders eigenheid en ons gemeenschappelijk verlangen graag gezien te worden. Iedereen wil gelukkig zijn, ondanks alles.
De essentie van mindfulness en heartfulness
De 3 stappen om gelukkig te worden vormen de essentie van mindfulness en heartfulness. Je kan ze oefenen in elke dagelijkse situatie. Het is nooit verloren. Je kan altijd herbeginnen in het volgende moment. Je hebt je hele leven om hierin te groeien. En misschien ook je volgende leven…
Jawel, cognitieve therapie is 2.500 jaar oud! Meer zelfs, de werking van wat de Boeddha 2.500 jaar geleden zei, ontdekken we nu in de moderne neurologie.
Het boek “Het leven is lastig. Waarom?” verkent de boeddhistische bronnen van mindfulness. Het omvat ook 28 praktische oefeningen die je op je eigen leven kan leggen en 8 downloadbare begeleide meditaties.
Het is gericht op wie het boeddhisme beter wil leren kennen en toepassen in zijn dagelijks leven om ondanks alles toch gelukkig te worden. Mindfulness trainers en therapeuten vinden er een diepe achtergrond die hun praktijk kan verrijken.
Geef een reactie