Brad Warner kennen we van boeken als Hardcore Zen en Sit Down and Shut Up. Hij is naast zenboeddhist ook punkbassist. Loes houdt wel van een beetje punk en was dan ook benieuwd naar zijn nieuwe boek. There is no God and he is always with you is (helaas nogal zoutloos) vertaald als Een godloze kijk op God.
Het boeddhisme is geen religie zegt men, want er is geen god. Brad Warner is het daar niet mee eens. Hij ging als jonge man op zoek naar god, en kwam uiteindelijk bij het zenboeddhisme uit. En Warner gelooft nog steeds in God. Hoe valt dat met elkaar te rijmen?
Wie is deze God?
De God van Brad Warner is natuurlijk geen alwetende Kerstman met een baard in de hemel. Eerder is God het leven zelf, of nou ja, daar kom ik nog op terug. Hoe dan ook, Warner vindt dat het woord ‘God’ prima binnen het boeddhisme kan bestaan. Het is voor ons westerlingen namelijk zo’n veelomvattend en gewichtig woord dat we het beter in de plaats van boeddhistische begrippen als ‘verlichting’, ‘leegte’ en ‘nirvana’ zouden kunnen gebruiken. Hij vreest dat een woord als ‘verlichting’ doet vermoeden dat het met een snelle methode hop te bereiken zou zijn, terwijl het een veel complexere zaak is, zo complex als het woord ‘God’ bijvoorbeeld.
Dat vind ik wel een interessante gedachte, maar wat Warner verder over God wil zeggen blijft een beetje vaag. In het begin heeft hij het over het begrip ‘tijd’ en stelt hij dat God tijd is. Later zegt hij dat het léven een manifestatie van God is. Het direct ervaren van het leven = God, oftewel: God = het nu. Verderop in het boek wordt er nog iets gezegd over “God’s wil”, die je kunt vinden in je eigen hart (wel wat zweverig), dus zeg maar God = intuïtie, of ja: de Boeddhanatuur! En op het eind wordt het: God is stilte. Maarrr eigenlijk kun je dus niks over God zeggen, zegt ‘ie ook nog. Hmm.
Diep in de boeddhistische filosofie
Wel toont Warner zich een belezen man. Hij put naast teksten van Dogen (de grondlegger van de Soto-zenschool uit de 13e eeuw in Japan) ook uit teksten van de 9e-eeuwse Ierse theoloog Eriugena, die zei: “We weten niet wat God is. God weet zelf niet wat hij is want hij is niets. Letterlijk is God niets, want hij gaat voorbij aan het zijn.”
Die uitspraak ziet Warner als in lijn met de boeddhistische filosofie: al het bestaan gaat immers voorbij aan dualiteiten als zijn/niet-zijn. Hij citeert Dogen’s gebruik van het woord ‘het’ of ‘immo’ om iets aan te duiden wat onverklaarbaar is. Dit ‘het’ van Dogen is wat Warner ‘God’ wil noemen.
Terwijl atheïsten de materie op een voetstuk plaatsen en gelovigen de geest, zeggen boeddhisten: geest is materie en materie is geest. Warner leidt daaruit af dat God, die dus bestaat, niet buiten de wereld is, maar in álles. Dat zou je pantheïsme kunnen noemen, maar Warner doet dat zelf niet, omdat dat een sterk intellectueel idee is, terwijl het boeddhisme uitgaat van de directe ervaring.
Het onbeschrijfbare
Dat laatste is een zwakte van het boek: de praktijk, de directe ervaring (oftewel God) is zo moeilijk in woorden te vatten. En Warner zegt zelf meermaals dat je dat eigenlijk niet zou moeten proberen. Dingen als God en de aard van de werkelijkheid gaan voorbij aan ons conceptuele denken. De manier om het toch te begrijpen is meditatie, waardoor je God basically kan ervaren. Maar Warner zegt meermaals dat hij mensen absoluut niet tot meditatie wil aanzetten.
Dus wat wil dit boek? De conclusie op de laatste bladzijde is dat we beter voor de wereld en voor elkaar zullen zorgen, als we begrijpen dat alles God is. Dat komt totaal uit de lucht vallen, het lijkt wel een achteraf verzonnen bedoeling of boodschap van het boek. Zo van: Brad, wat wilde je nu eigenlijk zeggen met al die losse flodders over God? Nou, eh, bedenk eens wat. Gelooft Warner dan in God omdat we een God nodig hebben om een betere wereld te creëren? Nee, hij zei eerder in het boek al van niet.
Interessante dingen maar geen lijn
Het is dus een lastig boek, dat op een directe-ervaring-manier lijkt te zijn geschreven. Gedachten -> papier! Het is daardoor nogal een ramble. Het ingewikkelde punt dat Brad Warner wil maken, wordt niet stapsgewijs uiteengezet. Een groot deel van de tijd bewandelt hij zijpaadjes: het leven na de dood/reïncarnatie/karma, tijd, wonderen, zelfmoord, godsdienstoorlogen en nog veel meer. De zin “ik kom hier later nog op terug” komt héél vaak voor in het boek, maar wanneer en hoe hij er dan op terugkomt wordt nooit duidelijk. Een verwarrende leeservaring.
Ik ergerde me ook aan de slordige vertaling met spelfouten en kromme zinnen. Eigenlijk ben ik bang dat de Nederlandse vertaling de licht-anarchistische frisheid van Brad’s schrijfsels niet heeft kunnen overdragen. Ook problematisch: de Engelse ondertitel van het boek, A search for God in odd places, is in de vertaling weggevallen. Maar het boek schijnt te zijn opgehangen aan die odd places: alle plekken op de wereld waar Brad als reiziger en boeddhistisch spreker geweest is. Aha! Dat verklaart al die anekdotes. Die lijn in het boek, die zo node gemist wordt, is samen met de ondertitel verdwenen.
Eigenlijk vond ik een hoop dingen interessant in dit boek. Maar wie God is en waarom we in hem moeten geloven, of waarom we zelfs maar het woord God zouden moeten willen gebruiken (en dat is toch waar het boek over schijnt te gaan), dat is mij niet duidelijk geworden.
Bron Bodhitv. Omslagfoto God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, El Greco.
Anne zegt
Boeken van Brad Warner moet je nooit lezen om antwoorden te krijgen. Als zijn denkstijl je bevalt kun je er wel veel vragen in vinden.
Erik zegt
Dat is een prachtige aanbeveling Anne, ik ga eens wat van hem lezen. Beveel je een specifiek boek aan?