Cicero was en is nog steeds bekend als een meester van de welsprekendheid. Hij heeft daarnaast enkele boeken geschreven over politiek, filosofie en veel brieven nagelaten. Hij werd geboren in het jaar 106 v.j. in Rome, waar hij ook opgroeide. Later heeft hij veel gereisd in Griekenland en klein Azië, waar hij bij verschillende bekende redenaars en filosofen in de leer ging. Zijn carrière verliep voorspoedig, hij werd zelfs consul. Gedurende deze tijd maakte hij echter weinig vrienden. Hij was in het jaar 44 v.j. getuige van de moord op Julius Caesar. In het jaar daarop kwam hij op een dodenlijst terecht en moest vluchten, maar tijdens zijn vlucht werd hij geëxecuteerd.
Onder advocaten
De tekst van het boek, dat nu voor het eerst in het Nederlands is vertaald door Vincent Hunink, is door Cicero zelf geschreven in het jaar 46 v.j. Het is een weergave van een gesprek dat hij toen had met twee jongere vrienden en bewonderaars, Marcus Brutus en Titus Pomponius (Atticus). Op hun verzoek geeft Cicero een exposé van alle redenaars die hij zich kan herinneren, zowel uit Griekenland als uit Italië. Het boek is als zodanig dus een hele lange opsomming. Er worden meer dan 500 namen genoemd, waarvan er maar enkelen bij de meeste lezers bekend zullen zijn. Daarnaast komt het regelmatig voor dat verschillende redenaars dezelfde naam hebben. Dit blijkt uit het alfabetisch overzicht dat de vertaler aan het einde van het boek heeft toegevoegd. Gelukkig houdt Cicero zich aan de historische volgorde, zodat er toch nog enige lijn in de tekst valt te bespeuren. De meest interessante passages zijn de commentaren en uitweidingen, die hier en daar de opsomming een beetje draaglijk maken voor de lezer.
Soepel omgaan met de waarheid
Alle deelnemers aan het gesprek zijn het erover eens dat Cicero de beste redenaar is, Cicero zelf ook. Hij geeft enkele voorbeelden van hoe hij door zijn woordkeuze en stijl voor verschillende mensen vrijspraak heeft weten te bewerkstelligen. Je mag daarbij als redenaar best wel wat speels omgaan met de waarheid. Je kunt bijvoorbeeld hier en daar wel een jaartal veranderen of een feit verzinnen als je dit goed uitkomt. Na de lezer dus op deze manier indirect te hebben duidelijk gemaakt dat hij ook deze tekst cum grano salis (met een korrel zout) moet lezen, gaat Cicero onverdroten door met zijn opsomming.
Je kunt het aan de tekst zelf niet zien, maar hij was volgens eigen zeggen een voorstander van rijk geornamenteerde redevoeringen met mooie volzinnen en een regelmatige cadans. De meer sobere en feitelijk ingestelde stijl van de Griekse redenaars vond hij maar armoedig. Italianen houden nu eenmaal van opera.
Het belangrijkste is bij een redevoering dat je het publiek iets nieuws vertelt, het amuseert, vertrouwen wekt en emoties losmaakt. Dit is trouwens een vrije interpretatie van de drie criteria die in Griekenland golden: logos (de rede moet een logische structuur hebben), ethos (de rede moet tot gedragsverandering aanzetten) en pathos (de rede moet ontroeren). Cicero is hierbij een zeker populisme niet vreemd. Als enige norm voor een goede redevoering noemt hij namelijk het effect dat ze heeft op het publiek. De redenaar amuseert het publiek niet om het even van zorgen te bevrijden, maar om het vertrouwen ervan te winnen. Als dit is gelukt, kunnen de deskundigen alleen maar concluderen dat het een goede redevoering was. Met andere woorden hoe dommer het volk, hoe beter de redenaar.
De vraag of degene die dankzij een goede verdediging wordt vrijgesproken wel of niet schuldig is, komt merkwaardig genoeg helemaal niet aan de orde. Onwillekeurig moet je dan denken aan de rechtszaken die nu lopen tegen de vorige president van de Verenigde Staten. Cicero zou ongetwijfeld geen moment geaarzeld hebben om zijn verdediging op zich te nemen en glashard zijn onschuld volhouden. Het gaat de heren alleen maar om de macht die je als redenaar kunt uitoefenen, over de gevolgen daarvan maakt niemand zich druk. Hieruit laat zich de vreugde en opluchting begrijpen, die de executie van Cicero bij sommige mensen teweegbracht.
Conclusie
Dit boek is beslist niet geschikt voor lezers die graag iets willen weten van de Romeinse filosofie of geschiedenis. Eigenlijk heb je die kennis al nodig als je begint te lezen. Er wordt veelvuldig verwezen naar de geschiedenis van de Romeinse politiek, maar de vertaler heeft het niet nodig gevonden om hierbij enige toelichting bij te geven. De lezer zou eens door voetnoten te veel belast kunnen worden. De vertaler maakt het de lezer liever gemakkelijk door hem of haar vol onbegrip verder met de tekst te laten doormodderen. Zelfs woorden als “consul”, “Driemannen” en “Honderdmannen” worden niet toegelicht. De rol die Cicero speelde in de Romeinse politiek wordt ook nergens uitgelegd.
Je zou verwachten van een goede redenaar dat hij teksten produceert die in elk geval voldoen aan de normen waarmee hij andere redevoeringen beoordeelt. Daar heb ik als lezer echter niets van gemerkt. Er zitten bovendien een paar hinderlijke fouten in de vertaling, waardoor de lezer al gauw het vertrouwen verliest. Ik noem enkele voorbeelden: “van “nee” knikken” (bladzijde 21), “set regels” (bladzijde 23), “toentertijd” (bladzijde 27) en “plus” als eerste woord in een nieuwe zin (bladzijde 26). Bovendien gebruikt de vertaler een aantal anglicismen die totaal niet in het register passen, zoals credits (bladzijde 65), power (bladzijden 23 en 88), relaxter (bladzijde 137) en speeches (komt regelmatig terug). Dit soort woorden zijn als een kersenpit in de pruimenjam, ze passen heel goed in een zelfhulpboek voor managers, maar niet in een conversatie tussen Romeinse oratoren.
Het boek is dus een aanwinst voor hen die hun verzameling Cicero-vertalingen compleet willen hebben en voor hen die al goed ingevoerd zijn in de antieke politieke geschiedenis, maar nog even de puntjes op de i willen zetten. Voor de meeste lezers zal het boek taaie kost zijn en weinig informatief.