Elk leven stelt zijn vragen. Elk bewust wezen wil weten. Niet zo zeer encyclopedische kennis (daar hebben we tegenwoordig internet voor, toch?) maar ware kennis. Kennis van wie we zijn, weten wie we in wezen zijn. De psychologie heeft over het wezen van de mens veel vragen gesteld. Het heeft met het oog daarop vele onderzoeken gedaan. De psychologie heeft visies op lust, macht en zelfrealisatie opgeleverd, naast tal van handgrepen om patronen in denken en doen van de mens (in wording) te onderzoeken en waar nodig te doorbreken. De psyche van de mens is binnenste buiten gekeerd, doorgelicht, in mootjes gehakt en weer in theorieën samengesteld. De psychologie heeft eigen bladen, columns en duizend en één behandelmethodes voor neurosen, complexen en psychosen voortgebracht.
En dan is daar het boek van Vincent Duindam, publicist en universitair docent psychologie. Met de bijzondere titel ‘Spiritueel zakboekje voor professionals’. Een intrigerende titel. Professionals duidt op vakgenoten. Vakgenoten psychologen om te beginnen. Wat heeft Vincent hen te brengen? En wat heeft Vincent niet-professionals te brengen?
‘Spiritueel Zakboekje voor professionals’ is een verassende titel, zeker gezien de omvang en het formaat van het boek. Het verkleinwoord in de titel doet de rijkdom van dit boek te kort. ‘Karrevrachten vol wijsheid’ zou beter passen, maar dat bekt natuurlijk niet. In de Nederlandstalige Uniforme Rubrieksindeling (NUR) is het boek ingedeeld in de categorie ‘Psychologie Algemeen’. Maar ook de categorie ‘Spiritualiteit’ zou voor dit boek een passende rubriek zijn geweest. Dat is de tol van rubricering: onderscheid, het plaatst zaken in hokjes. Het is jammer dat de NUR geen rubriek kent (nog niet?) onder de noemer ‘Spirituele Psychologie’. Want dat is de aard van dit boek. Een prachtige samenwerking tussen inzichten uit de psychologie en uit spirituele/religieuze bronnen. Het bevat een warm pleidooi om onze karakterformaties en de daarmee gepaard gaande levensproblemen en levensvragen niet enkel te benaderen via de dimensie van de psyche/het ego, maar ook de verbinding te zoeken met het zielenleven en het verlangen naar dieper weten over ons zijn en betekenisgeving aan dit aardse zijn.
Vincent schrijft: ‘Dingen van de wereld’ kunnen je gaan vervelen, je kunt je interesse erin verliezen. Ze kunnen je worden ontnomen, of ze kunnen je in de steek laten. Hoe dan ook, ze gaan voorbij: een doodshemd heeft geen zakken’.
Inderdaad, wanneer het ego met hebzucht en begeerte de ‘dingen van de wereld’ wil vastgrijpen en bij zich houden, gaat dat op. De ‘dingen van de wereld’ benaderen vanuit mededogen met al wat leeft en voelt, én vanuit mededogen met moeder aarde, is een spirituele uitdaging. En daar heeft Vincent het in dit boek uitgebreid over. ‘Je laat het ego-perspectief los, je leeft vanuit overgave. Dan ga je je verbondenheid met anderen meer realiseren, meer vanuit het geheel leven’, schrijf hij. En daarop voortbordurend: ‘Soms lijkt het alsof religieuze tradities – van Oost en West – je proberen los te maken van wat er om je heen gebeurt, alsof alleen het innerlijk telt en niet ‘de wereld’. Toch wijzen diezelfde tradities steeds ook op het belang van sociale rechtvaardigheid’. Hier sluit hij aan bij een citaat van de Perzische soefi en dichter Abu Sa’id: ‘De ware heilige beweegt zich tussen de mensen, eet en slaapt met hen, koopt en verkoopt op de markt, trouwt en neemt deel aan het sociale leven en tegelijk vergeet hij of zij God geen enkel moment’.
Naast deze zienswijze staan er veel ‘binnenkomers’ in dit mooie en toegankelijk geschreven boek. Ik licht er enkele uit: ‘Je bent niet je driften en ook niet je verdrongen of gesublimeerde driften, je bent al evenmin je conditioneringen of de optelsom van je leerprocessen. En ook niet je brein’.
‘Als we losser raken van onze geconditioneerde patronen, die altijd doods en repetitief zijn, stroomt de creativiteit ons leven in. Dan wordt het fris en tintelend’.
‘Psychologie is uiteindelijk vaak de beste versie van jezelf ontwikkelen. Spiritualiteit gaat over je diepste identiteit vinden. Op die diepste plek is ruimte en ben je niet alleen, maar verbonden met de Bron en de wereld. Dan zie je en handel je niet meer vanuit een perspectief van isolement en tekort, maar vanuit verbondenheid en overvloed. Je zult anderen dan belangelozer zien en dus meer zoals ze zijn. Je zult niet meer de neiging hebben ze te manipuleren of in te zetten voor je eigen onderneming’.
‘Als je kunt loslaten, of in elk geval transparant kan maken wat je niet ten diepste bent, houd je over wat je wel ten diepste bent. Daar woont God in jou. Die hoef je niet uit de kosmos naar binnen te trekken. Het is je diepste essentie –die je met iedereen deelt’.
Wat Vincent schrijft over ouderdom raakt mij persoonlijk: ‘We hebben nieuwe culturele verhalen nodig over ouderdom. Daarbij gaat het niet om zo lang mogelijk jong te blijven, maar om op een goede manier kunnen blijven deelnemen aan de samenleving. Dat vraagt om creativiteit, experiment én spirituele ontwikkeling’. Dit sluit helemaal aan bij mijn ervaring, als 72-jarige jongeman. Waarom zeg ik jongeman? Niet om ‘zo lang mogelijk jong te blijven’ in fysieke zin. Natuurlijk kun je veel doen om het fysiek soepel, gezond en fit te houden. Maar het innerlijk gevoel is doorslaggevend (het contact met iets in je dat nooit ouder wordt). Ik heb de ‘jongeman’ uit mijn levensverhalen omarmt en laat hem, bij alles wat ik benader meedenken en meedoen. Leeftijd is in de diepste identiteit een non-issue. Ik voel me verwant met het prachtig gedicht van Dylan Thomas dat door Vincent wordt geciteerd:
Ga in die goede nacht niet al te licht.
De oude dag moet laaien en weerstaan;
Raas, raas, tegen het sterven van het licht.
En dan, langs alle deze mooie (om)wegen en uitstapjes ga ik naar wat ik de essentie vind van dit boek. Het belangrijkste is dat je ontdekt dat er twee dimensies zijn: ‘de wereld’ en het ‘licht’ (waarin de wereld verschijnt). Ons denken (vaak onrustig) en de stilte. Het je bewust zijn van dit-of-dat (van de ‘tienduizend dingen’) en het je bewust zijn van het feit dat je je daarvan bewust bent’. Vincent stelt: ‘Je realiseert je dat er niet alleen de dimensie van ‘de wereld’ is, maar ook die van ‘het Koninkrijk’. Dat we hier rondlopen met een persoonlijkheid, een geschiedenis, voorkeuren en afkeren, maar dat die ons niet voor honderd procent definiëren. Dat er een diepte in ons is. En in de ander’.
Het ‘Spiritueel Zakboekje voor professionals’ is een geweldig ‘zakboekje’. Het biedt een buffet met rijke smaken. Proef alles, geniet zowel van het zoete, zure, zoute en het bittere. Het is een bron van wijsheid. Vincent richt zich, zo te merken, met name op professionals in zijn vakgebied ‘de psychologie’. Maar de toevoeging ‘voor professionals’ had zonder probleem achterwege kunnen blijven. Omdat we elk mens als een ‘professional’ kunnen beschouwen. Een professional in het bewandelen van een eigen, uniek levenspad. Het boek is een toegankelijk geschreven geheel, inspirerend. Ook voor de psychologisch niet wetenschappelijk geschoolde ziel.