Weggooien is altijd zonde. Van de Sint Maartensviering had ik twee uitgeholde pompoenen – als lampion- overgehouden. Op wat gemorst kaarsvet en schroeiplekken na waren ze nog prima bruikbaar om te verwerken in een gerecht. Na een nachtje in de koelkast was het hard geworden kaarsvet gemakkelijk te verwijderen.
In de kast vond ik nog chocoladeletters van het Sinterklaasfeest van vorig jaar, de t.h.t. datum ruim verstreken. Pakjesavond had vorig jaar een overvloed aan chocoladeletters opgeleverd (drie kinderen, twee oma’s), maar kort na vijf december was de animo voor chocoladeletters gezakt en werd vermoed ik overgestapt op kerstversnaperingen. De pure letters waren al verwerkt tot chocoladefondue, maar de melkchocoladeletters waren overgebleven. Pompoen en chocolade, restanten van de vieringen van twee heiligen, voedsel dat een ander waarschijnlijk had weggegooid, daar moest toch wat lekkers mee te maken zijn? Hierbij mijn experimentele recept. Mijn proefpanel vond het lekker.
Pompoenchocoladetaart
- Ca. 500 gram pompoen, schoongemaakt en in blokjes gesneden (schillen hoeft meestal niet)
- 1 of meer chocoladeletters (puur, melk, wit, met of zonder nootjes)
- Eventueel 1-2 eetlepels cacao als u geen pure chocolade gebruikt
- Naar smaak 1-2 theelepels kaneel, koekkruiden en/of kruidnagelpoeder
- 200 gram zelfrijzend bakmeel of meel naar keuze met bakpoeder
- Voeg eventueel nog wat suiker of honing toe (afhankelijk van hoeveel suiker er in de chocoladeletters zit)
Kook de pompoenblokjes gaar in een bodempje water en stamp ze fijn. Smelt in een kom boven een pan met heet water de chocolade (af en toe roeren). Meng alle overige ingrediënten in een grote kom. Roer eerst de fijngestampte, nog warme pompoen door de gesmolten chocolade en daarna alle natte en droge ingrediënten door elkaar. Stort het deeg in een ingevette taart- of cakevorm en bak op ca. 175 graden in ongeveer 35 minuten gaar.