Huisgoden en huisjes voor gehemelde voorouders in Bangkok, de grote stad van de engelen.
In koudere streken zoals de onze wordt door sommigen nog wel eens getwijfeld aan het bestaan van onzichtbare wezens, beschermengelen, residerende deva’s en de schare aan hemelingen. Zo niet in Thailand waar ik heb mogen genieten van de toewijding aan voorouders, zoals die o.a. blijkt uit de verzorgde staat van de vele zogenoemde godenhuisjes.
Heel veel huizen, winkels en zaken die ik van binnen heb gezien hebben een klein altaartje, waaraan meestal bij binnenkomst eerst even gedag wordt gezegd. Veel huizen hebben ook buiten een godenhuisje. Bijna elke steeg heeft er een en voor ieder belangrijk gebouw staat gegarandeerd een schrijn voor een belangrijke god uit het hindoeïstisch/boeddhistisch pantheon.
Schrijnen voor eenvoudige huizen en stegen staan op een voet. Centraal in het huisje zitten twee voorouderfiguren. Ze zijn omringd door een paar hemelse danseressen, olifanten die net als Ganshoren zelf voor voorspoed staan. Er staat een ere-parasol bij met zeven etages. Het lijkt wel of alles dagelijks wordt afgestoft. In ieder geval worden de voorouders voorzien van Yakult, alsof de marketingmensen dat hadden geweten, en een flesje fris.
Een aantal lokale mensen zei me dat deze vorm van religiositeit niet boeddhistisch is. Maar we vinden wel degelijk dat ook de Boeddha deva’s noemt en soms aanspoort om de mensen te helpen. Deze verzen zijn uit de Ettāvatā, het delen van verdienste:
Dat alle hemelingen delen
in de verdiensten,
voor zover wij verdiensten hebben verkregen,
om geluk en welvaart te verkrijgen
……………..
Dat de wezens die ruimte en aarde bewonen,
de hemelingen en de wijzen, die grote kracht bezitten,
delen in deze verdienste, dat zij de wereldvrede lange tijd
zullen beschermen.
……….
En in de Māha Jaya Mangalam lezen we:
Moge alle voorspoed mijn kant opkomen
moge de deva’s mij beschermen
door de kracht van de sangha
mag ik mij altijd welbevinden.
dat door de kracht van deze krachtige recitatie
mijn ongeluk t.g.v. ongunstige sterren, demonen en schadelijke geesten
voorkomen worden en teniet gedaan.
moge de regen op tijd vallen
moge er een rijke oogst zijn
moge er voorspoed zijn in de wereld
moge de overheid rechtvaardig zijn
En tenslotte een voorbeeld uit de sutta’s over deva’s uit de openingsverzen uit de Juwelensutta (Ratanasutta).
Wat voor wezens hier ook bijeen zijn gekomen, hetzij aardse of hemelse, mogen ze allemaal gelukkig zijn! Bovendien, mogen zij aandachtig luisteren naar mijn woorden!
Geef daarom goede aandacht, aan alle wezens! Toon uw liefde voor de mensen, die dag en nacht offers brengen- offers aan u. Daarom, bescherm ze ijverig.
Brahma huizen
Grotere en belangrijkere gebouwen herbergen geen voorouders, maar goden uit het hindoeïstische pantheon. Deze Brahma’s staan hiërarchisch hoger in de godenwereld. Door langere tijd op een van de Brahma-vihara’s te contempleren wordt iemand een Brahma. Ook Brahma’s komen gebroederlijk naast elkaar in het hindoeïsme en boeddhisme voor. Op een plakkaat is dan weer mooi de link te zien tussen de zuivere staten en de Brahma’s.
Er zijn meerdere Brahma’s die in een groter godenhuis geplaatst kunnen worden. Phra Brahma oftewel Shiva, met vier hoofden, die het ontstaan en vergaan van de wereld overziet. Ook Lakshmi, Ganesha en andere Brahma’s kunnen geplaatst worden in een schrijn.
Het is een feestelijk gezicht al die huisjes. Ik weet niet of er in aanliggende boeddhistische landen ook zo enthousiast bij een focuspunt- dat zo’n schrijn is, momentjes in de dag genomen worden om even aan de goede voorouders te denken of aan de heilzame uitwerking die andere onzichtbare wezens op je leven kunnen hebben.
Foto’s Arjan Schrier.
Erik Hoogcarspel zegt
Dank voor de mooie foto’s, maar heb je ook de bergen stukgeslagen voorouderhuisjes gezien, vaak even buiten het dorp? Kloosters voeren regelmatig campagne tegen de cultus.
François la Poutré zegt
De bergen kapotte voorouderhuisjes bestaan niet uit stukgeslagen huisjes, maar uit huisjes én “bewoners” die door wat voor oorzaak dan ook kapot gegaan zijn. Die mag je niet zomaar bij het huisvuil neerzetten, maar moeten op speciale plaatsen worden verzameld. In onze ogen ziet dat er als een berg troep uit, maar tegenover Thai zou ik het zo niet durven omschrijven. In de voorouderhuisjes staan vaak allerlei beeldjes die wij kitsch zouden noemen; allerlei dieren, maar ook Mickey Mouse, Hello Kitty en pokémon-karakters. Als die in het huisje hebben gestaan moeten ze bij beschadiging ook naar de officiële beschadigdevoorouderhuisjesbewonersverzamelplaats.
Overigens houden ook de Thai niet van voedselverspilling en aangenomen mag worden dat ook de voorouders daar niets van moeten hebben. Op sommige dagen wordt er extra geofferd. De man die bij de bouw van ons huisje geholpen heeft kwam met onder meer gegrillde kippen en een fles whiskey aan. We vonden dat wel een heel groot offer en boden hem aan de whiskey, die hier behoorlijk duur is, voor onze rekening te nemen. Dat accepteerde hij dankbaar. Nadat de offergaven waren uitgestald stak hij wierook aan en na enkele gebeden vertrok hij. Een uur later kwam hij terug, pakte de kippen, de whiskey en de andere gaven in en wilde weer vertrekken. Natuurlijk wilden we wel even weten hoe dat zat. Het bleek dat de tijd die een wierookstokje nodig heeft om op te branden beschouwd wordt als voldoende tijd voor de voorouders om te eten wat ze eten willen. Wat nog over is nadat de wierook is opgebrand mag je dus zelf opeten. Of drinken. De whiskey heeft hem vast extra lekker gesmaakt. Het was hem gegund.