‘Nou, als je straks weer in Nederland bent, kun je in ieder geval zeggen dat er één Hollander is de MU-koan gepasseerd heeft.’ Hosan was even gestopt met harken en keek me triomfantelijk aan. Ik had niet meteen door wat hij bedoelde. ‘Sōchu!’ riep hij uit. ‘Hij moet natuurlijk nog een hele hoop leren en hij is er nog lang niet, maar hij is wél de hele tijd…’ En hij maakte een gebaar waarbij hij zijn beide handen in een snelle beweging langs zijn hoofd naar voren bewoog. Ik denk dat het zoiets als one straight line moest voorstellen: hier, in dit moment, nu…
En het was voor mij wel duidelijk dat Sōchu daarin grote stappen gezet had. Even voor het juiste beeld: Sōchu was een enorme ouwehoer, hield erg van een biertje op z’n tijd, kwam wanneer het tijd voor zazen was bijna altijd als allerlaatste de zendo binnen, en ging aan het eind van de dag in plaats van yaza te doen veel liever meteen slapen. Dus daar zat het ‘m niet in. Maar als het erop aankwam – als er bijvoorbeeld iets misliep – dán zag je het meteen. Dan wist hij precies wat te doen, was hij ‘scherp’… En nu had hij dus MU gepasseerd.
‘MU passeren‘ is zoiets als de eerste stap op weg naar satori, ofwel verlichting. Let wel: Sōchu was op dat moment al bijna drie jaar in Sogenji. Zoveel tijd kost het dus, zeker als je je bedenkt dat hij daarvoor in Nederland ook al een paar jaar behoorlijk fanatiek getraind had. En dit was dus pas het begin.
Satori – als er één begrip is dat me in verwarring heeft gebracht, dan was dat het wel. En ik moet zeggen: erg duidelijk was de Roshi er niet over. Als hij het erover had – zonder overigens ooit het woord zelf te gebruiken – dan sprak hij inderdaad vaak over die one staight line. Dan zei hij: ‘When doing zazen, only zazen… when working, only working… when eating, only eating… be simple… that’s all, there is nothing more.‘
Maar zeker tijdens de osesshins leek het toch weer om iets heel anders te gaan. Dan pushte de Roshi je om alles te geven en om nog dieper te gaan. ‘Don’t give up now, don’t lose this precious opportunity to break through completely… you are looking for the save places… don’t do that… you have to give yourself completely!‘ Want eenmaal ‘doorgebroken’ zou je alles begrijpen en zou het allemaal niet meer zo moeilijk zijn. Maar ja: hoe doe je dat?
Ik heb het wel geprobeerd hoor, als de Roshi me op de laatste avond van de osesshin had aangemoedigd. En zeker, hij inspireerde mij daar ook mee. Maar als ik dan weer op mijn kussentje in de zendo zat, besefte ik dat ik eigenlijk geen idee had wát ik nou moest doen. Uiteindelijk is zazen natuurlijk vooral niet iets doen. Hoe kun je nou nog meer ‘niets’ doen? En waarschijnlijk had de Roshi ook wel gelijk toen hij zei dat ik de safe places bleef opzoeken. Het klonk dan wel heel mooi om verlicht te zijn, maar tegelijk boezemde het me ook angst in. Om ‘het zelf’ los laten en ‘volkomen onthecht’ te zijn… Het doet me denken aan een verhaaltje over zenmeester Hakuin:
Zenmeester Hakuin werd geprezen als iemand die een rein leven leidde.
Een knap Japans meisje, waarvan de ouders een kruidenierswinkel hadden, woonde naast hem. Plotseling, zonder er ook maar enigszins op voorbereid te zijn, ontdekten de ouders dat het meisje zwanger was. Ze waren heel erg kwaad, en daarom durfde het meisje niet te vertellen wie de vader was. Maar toen haar ouders haar het vuur aan de schenen legden, noemde ze ten einde raad tenslotte maar de naam van Hakuin. Woedend gingen de ouders naar de meester om verhaal te halen. En het enige dat Hakuin zei was: ‘Ach werkelijk?’
Nadat het kindje geboren was, brachten de ouders het naar Hakuin. Hij had zijn goede naam verloren, maar dat deerde hem niet en hij zorgde erg goed voor het jongetje. Melk en al het andere wat hij voor het jongetje nodig had, kocht Hakuin bij zijn buren. Een jaar later kon de jonge moeder het niet langer uithouden en tenslotte vertelde ze haar ouders de waarheid: de echte vader was niet Hakuin, maar een jongen die op de vismarkt werkte. Onmiddellijk gingen de ouders naar Hakuin en vroegen hem om vergeving. Ze putten zich uit in verontschuldigingen en vroegen het kindje terug. Toen hij hen het kindje gaf, zei hij alleen maar: ‘Ach werkelijk?’
(Naar een oud zenverhaal in: Paul Reps, Zen-zin, Zen-onzin. Ankh-Hermes 1968.)
Ik heb dit verhaaltje altijd gezien als een soort van voorbeeld van wat een ‘werkelijk verlicht zenmeester’ is: onverstoorbaar, onbewogen, op alles reagerend met een volledige ‘gelijkmoedigheid van geest’, zoals boeddhisten dat zo mooi zeggen. En toch wringt er iets. Want is dat nou wat je wilt? Is dat nu het ‘grote verlichtingsideaal’? Dat je helemaal nooit meer ergens door geraakt wordt? Dat je helemaal nooit meer iets voelt?
Als je vals wordt beschuldigd, als je goede reputatie te grabbel wordt gegooid en je een klein, hulpeloos kindje dat niet van jou is in je handen gedrukt krijgt, dan is je eerste reactie toch om voor jezelf op te komen? Dan zeg je dat het niet waar is en probeer je uit te vinden wat er dan wel gebeurd is. Maar goed, ik kan me nog voorstellen dat een ware zenmeester daar boven staat.
Maar als je een jaar lang voor een klein jongetje gezorgd hebt, hem hebt gevoed en gewassen, je hem voor het eerst hebt zien lachen en z’n eerste gebrabbel hebt gehoord… en dan moet je hem ineens weer laten gaan. Het kan toch bijna niet anders dan dat dat heel veel pijn doet. Voor mijzelf zou ik toch niet willen dat mijn enige reactie dan ‘Ach werkelijk?’ zou zijn.
En na een jaar Sogenji geloof ik ook niet meer dat het zo zit. Hoe het volgens mij dan wel zit? Misschien wil je wel eerst zelf een antwoord bedenken. Want daar gaat het natuurlijk om bij een ‘koan‘ als deze: Wat is werkelijk?
En klik hier om mijn antwoord te lezen…
In 2012 en 2013 plaatste het Boeddhistisch Dagblad elke veertien dagen het relaas over de belevenissen in een Japans klooster van Bertjan Oosterbeek. Hij bracht daar een jaar door. Wij plaatsen nu opnieuw de hele lezenswaardige serie, echter in een hogere frequentie.
De verhalen ‘Sogenji desu – verhalen uit een Japans zenklooster’ zijn gebundeld en verkrijgbaar als boek en e-book.
Bertjan Oosterbeek schrijft nog meer verhalen, ook over zen. En die zijn te lezen op zijn website www.bertjanoosterbeek.wordpress.com?
(c) 2013 Bertjan Oosterbeek