Laten we, nu we de waarheid hebben besproken, gaan kijken hoe we de handelingen van onze ziel moeten gebruiken om correct over de waarheid te denken en haar goed te presenteren. We leren correct over de waarheid te denken: 1, door meditatie; 2, door het lezen en beoordelen van boeken; 3, door te disputeren. Het presenteren van de waarheid gebeurt door middel van mondeling onderricht en door schrijven. We zullen met de meditatie beginnen… De juiste meditatie of overdenking is een goed gestructureerde aanhouden goedheid van de redenering bij jezelf… Om goed te mediteren zijn twee dingen absoluut noodzakelijk:1, aandacht; 2, het opzijzetten van vooroordelen (bladzijde 160).
Een filosofische barones
Josina Carolina baronesse van Lynden werd eind 1716 of begin 1717 geboren op landgoed Huis de Parck bij Elst in Gelderland. Tegen de zin van haar familie trouwde ze beneden haar stand met een gereformeerde predikant en het stel verhuisde in 1748 naar Amsterdam. Ze kregen geen kinderen. Hun huwelijk gaf echter wel aanleiding tot een vruchtbare samenwerking op het gebied van prediking, publicaties, catechisatie en onderwijs. In 1770 verscheen de eerste editie van Josina’s Handboek Logica, dat zo succesvol was dat er 10 jaar later een tweede editie van verscheen. Hiermee was zij de eerste vrouw in Nederland, en waarschijnlijk in de hele wereld, die een boek over logica had geschreven. Hoewel ze hierbij sterk werd aangemoedigd door haar echtgenoot, bleef ze bescheiden. Over haar boek zei ze: “de waarheid is dezelfde; of zij nu door een vrouw of door een man wordt gezegd”. Ze overleed in 1791.
Logica voor dummies
Het handboek is eigenlijk een soort neergeschreven cursus in het helder en systematisch denken en redeneren. Het is bedoeld voor mensen zonder enige vooropleiding, die alleen maar hadden leren lezen. Het was in die tijd heel bijzonder omdat het in het Nederlands was geschreven, de meeste handboeken in de logica waren toen nog in het Latijn. Toch vermijdt de schrijfster de wat moeilijkere onderwerpen niet. Ze legt deze helder en duidelijk uit en geeft zo nodig zelfbedachte voorbeelden. Het wordt daarbij dan ook direct duidelijk dat haar echtgenoot predikant is, want verreweg de meeste voorbeelden ontleent zij aan de bijbel.
Het onderrichten van mensen met weinig schoolopleiding was een passie die zij met haar echtgenoot gemeen had. Ze had zelf geen formele opleiding genoten, want in de 18e eeuw hadden alleen jongens toegang tot de universiteiten. Meisjes uit welgestelde families kregen vaak alleen privé onderwijs aan huis. Met haar boek wilde ze iedereen leren om logisch te denken en zo zelf op zoek te gaan naar de waarheid. Ze baseerde zich daarbij op verschillende andere handboeken, waarvan ze de opbouw nauwgezet volgde en zelfs soms passages letterlijk overnam. Doordat ze echter verschillende handboeken combineert en de onderwerpen zelf doordenkt, heeft het boek toch een heel eigen karakter. Ondanks dit alles was ze geen feministe, ze accepteerde de ondergeschikte rol van de vrouw in het openbare leven van die tijd.
Degelijk en compleet
De theorie van de logica wordt in het boek helder en volledig uitgelegd. Het gaat daarbij natuurlijk om de predikatenlogica van Aristoteles, die in die tijd nog richtinggevend was. Het is bovendien duidelijk dat volgens haar de logica het fundament is van de filosofie en weinig met letterkunde te maken heeft.
Tegenwoordig wordt het vak nogal eens opgeëist door Neerlandici.
Het boek heeft twee delen. Het eerste gaat over het theoretische aspect van de logica en het tweede over het praktische. In het eerste deel legt Van Lynden uit hoe het verstand goed kan functioneren, wat ideeën zijn en waarop we moeten letten bij het gebruik van woorden. Vervolgens wordt de structuur van definities uit de doeken gedaan en uitgelegd wat oordelen en stellingen zijn. Tenslotte komt de complete theorie van het syllogisme aan de beurt. In het praktische deel wordt uitgelegd hoe je kunt redeneren in termen van mogelijkheid en waarschijnlijkheid. Misschien nog wel het interessantste voor de huidige lezer zijn de instructies over de kunst van het overpeinzen, over welke boeken je het beste kunt lezen, over de kunst van het disputeren en de beste manier om de waarheid te presenteren. Daarbij wordt meteen duidelijk dat de schrijfster zich nauwgezet aan haar eigen theorie houdt: haar presentatie is duidelijk, direct en zonder opsmuk of nodeloze uitweidingen.
Vooroordelen
Op het gebied van de vooroordelen heeft Van Lynden ons nog steeds wel het een en ander te leren. Onze tijd staat bol van de vooroordelen, bol van de emoties en van de persoonlijke meningen die vaak worden beschouwd als een kostbaar eigen bezit. Van Lynden schrijft hierover: De oorsprong van vooroordelen in het algemeen moet worden gezocht in de blindheid en verwarring van een verstand; in de haast en partijdigheid van [ons] oordeel; in de slechtheid van de wil, die van nature afkerig is van datgene wat zijn plicht en heerlijk voorrecht vormt; in vervoering door de uitwendige zinnen, de verbeelding en de driften; met een woord in onze natuurlijke verdorvenheid (bladzijde 162). Even verderop schrijft ze: De middelen om je van vooroordelen te ontdoen zijn in het algemeen: 1, stellingen die je al zwaar beschouwd opnieuw onderzoeken, vooral die waar je (bij jezelf) een neiging ontdekt onze voorwaarden houden; en dan nog des te meer als die neiging zo in je ziel zit dat je bij nader onderzoek een opzet ontdekt om haar te verbergen. 2, Je oordeel opschorten totdat je voldoende reden hebt om over een zaak te oordelen.
De lezer wordt zelfs getrakteerd op het zogenaamde ontologische godsbewijs (bladzijde 168 en verder). Dit verscheen voor het eerst in 1078 in het boek Proslogion van Anselmus van Canterbury. Het bestaan van God wordt volgens Anselmus door de volgende redenering bewezen:
God definiëren we als groter dan alles wat we ons kunnen voorstellen.
Iets dat je je voorstelt te bestaan is groter (beter) dan iets wat je je voorstelt niet te bestaan.
Dus God bestaat.
Het bekendste tegenargument is dat van de filosoof Immanuel Kant, die in zijn Kritiek van de zuivere rede van 1781 opmerkt dat het bestaan van iets er geen eigenschap van is. Een niet bestaand briefje van € 50 bijvoorbeeld dat gebruikt wordt in een Monopoliespel is niet minder waard dan het briefje van € 50 waarmee je op de markt betaalt. Beide zijn precies € 50 waard. Je kunt dus niet zeggen dat bestaan groter of beter is dan niet bestaan. De schrijfster schijnt echter niet van dit tegenargument op de hoogte te zijn geweest.
Boeken lezen en disputeren
Zoals je correct over de waarheid kunt leren denken door aaneengeschakeld te denken, zo is ook het lezen van boeken een goede manier om dat te bereiken – mits je goede boeken uitkiest en er oordeelkundig mee omgaat (bladzijde 86). Hierop volgt een uitgebreide verhandeling over wat nuttige en schadelijke boeken zijn en hoe je kunt voorkomen nutteloze boeken te lezen. Natuurlijk is de bijbel het nuttigste boek van allemaal. Het oude en het nieuwe testament zijn immers gedreven door Gods Geest.
De schrijfster geeft vervolgens een uitgebreide instructie van hoe je de bijbel moet lezen. In elk geval moeten de letters van een boek duidelijk zijn, de lezer moet de betekenis van de woorden kunnen herkennen en de schrijver mag zichzelf niet tegenspreken. Soms lijkt dit alleen maar zo, bijvoorbeeld in de bijbel, maar dat komt omdat we de woorden niet in een letterlijke maar in een figuurlijke betekenis moeten lezen.
Disputeren is het redenerend vergelijken van twee stellingen die elkaar uitsluiten, zodat je er maar een overhoudt. Het doel is het vinden van de waarheid (bladzijde 215). Het is dus zinloos om boos te worden op iemand waarmee je het niet eens bent. Van Lynden beschrijft daarop hoe een ordentelijke discussie hoort te verlopen. Als dan uiteindelijk de waarheid ontdekt is, moet deze volledig, maar eenvoudig, zonder opsmuk worden verwoord (bladzijde 223).
Niet van deze tijd
Nietzsche heeft eens gezegd dat een echte filosoof de moed moet hebben om niet eigentijds te zijn. Dit wordt in zekere mate ook van de lezer van dit boek gevraagd. De soms wat theoretische beschouwingen, onder andere over het syllogisme, en de vele verwijzingen naar de bijbel zullen de meeste hedendaagse lezers niet echt als actueel en vanzelfsprekend voorkomen. Wat dit betreft is het boek een historisch document. Andere opmerkingen zoals over het nadenken en over het discussiëren zijn echter nog steeds actueel.
Een groot deel van de charme van het boek is de stijl van schrijven en uiteenzetten van de schrijfster. Deze komt ook in de vertaling van Roek Vermeulen naar het hedendaagse Nederlands goed uit de verf. Ondanks het soms technische onderwerp leest het boek over het algemeen vlot. Het is een ode aan de oneigentijdsheid, waarin twee en een halve eeuw worden overbrugd.