Vandaag deel elf in de serie Tweespraak. De auteurs -psychotherapeut Rob van Boven en psycholoog Luuk Mur, praten over verschillen en overeenkomsten tussen psychotherapie en Dzogchen. De lezer wordt van harte uitgenodigd om mee te praten.
Luuk: Voor me lopen een man en een meisje van ongeveer tien jaar. Een vader die zijn dochter naar school brengt? Ze vertelt vrolijk wat haar bezighoudt. Vader lijkt niet geïnteresseerd.
‘Loop nou eens door, elke ochtend is het weer hetzelfde liedje met je.’ en ‘niet huppelen, gisteren was je ook al te laat op school.’ ‘Wat ben je toch hopeloos, probeer nou eens zelfstandiger te zijn, ik moet je steeds corrigeren, denk je dat het zo leuk is voor mij, ik moet ook op tijd op mijn werk zijn.’
Ik besluit over te steken. Ik voel me laf, ik had eigenlijk de vader willen aanspreken.
Doorlopend kritiek uitoefenen, dat is hetgeen we vaak met onszelf doen. De psychologische mishandeling door deze vader, is een doodnormale gang van zaken in onze eigen interne communicatie. Hoe kan je je goed voelen onder zoveel negatieve kritiek?
Rob: Hier komt de Overlever weer om de hoek kijken, nu als criticus. De -ik- die het verwijt constateert, is niet de verwijter. De -ik- die het aangaat, die het moet vernemen, is wel degene die er last van kan hebben. Met name als ik de mij gepresenteerde verwijten belang toe ken.
We zijn geneigd geen onderscheid te maken bij ons zelf wie nu eigenlijk wat doet. Het noemen het allemaal -ik-, zowel de verwijter als degene die de verwijten naar zich toe krijgt.
De Overlever geeft de kritiek per definitie vanuit goede motieven. Om dit duidelijk te maken het volgende voorbeeld. Een man bij mij in therapie leed onder hevige ‘zelfkritiek’, nooit was iets goed genoeg. De Overlever, die hij ervoer als een hogere macht in zichzelf, hield hem bij voortduring kritisch in de gaten. Hierdoor leefde deze man met constante angst. De Volwassene in deze man geloofde dat de Overlever hem wilde beschermen voor de boze buitenwereld en dat perfectie de oplossing was om anderen geen munitie te geven om hem af te schieten.
In de therapie bleek dat deze man als jongen in de ogen van zijn vader niets goeds kon doen. Zijn Overlever moest in die tijd zich beschermen tegen de vijandige houding van zijn vader. Als oplossing koos deze te streven naar perfect gedrag, in de hoop dat vader hem dat niet zou afwijzen.
In hypnose kon deze man zijn Overlever zien als een klein jongetje die zich aanhoudend bedreigd voelde in het leven. Tevens werd duidelijk dat de Overlever vanuit angst op agressieve wijze zijn interne Volwassene aanspoorde, met gekopieerde teksten van zijn vader, perfect te leven.
Zowel de Overlever als de Volwassene maakten een vergissing. De Overlever dacht dat de wereld niet veranderd was toen de interne Volwassene in hun leven kwam. De Overlever bleef de leiding vasthouden in het interne gezin.
De Volwassene vergiste zich ook in zijn rol. Hij dacht dat hij moest uitvoeren wat hem innerlijk opgedragen werd i.p.v. de nieuwe ouder te zijn voor het interne gezin.
In hypnose kon de Volwassene kijken naar de zich bedreigd voelende Overlever en een ouder voor hem zijn die hem veiligheid kon bieden. In hypnose kon de zich agressief manifesterende Overlever een aai over zijn bol krijgen van de Volwassene. De Volwassene hoefde zich niet meer zo bezig te houden met de agressieve teksten, maar kon zich meer richten op de angst van de Overlever.
Luuk: Consequent ga je uit van de goede bedoelingen van de overlever. Ik kan begrijpen dat in oorsprong de bedoelingen van de overlever goed waren. Het is zijn opzet om ons uit de moeilijkheden te houden. Maar de overlever heeft een eenzijdige, kinderlijke, kijk op de wereld. Hij bekijkt alles vanuit het oogpunt van overleven. Als het nodig is maakt hij het natuurlijke kind monddood. Je eigen natuur doodmaken, teneinde te overleven. Hiermee steelt hij ons aangeboren vermogen om gelukkig te zijn. Dat is toch bizar.
In het uiterste geval leert hij iedereen te haten en desnoods te doden, die zich niet onderwerpt aan zijn God. Of hij ziet rijk worden en hyperconsumptie als het hoogste doel van het leven, zelfs als onze wereld aan de rand staat van een ecologische ondergang.
In jouw voorbeeld leeft iemand voortdurend in angst. Je legt ook uit dat de overlever met goede argumenten tot zijn chronisch innerlijke kritische houding kwam en vervolgens alles aan deed de leiding te blijven houden in het interne gezin. Deze persoon besloot het er uiteindelijk niet bij te laten en zocht coaching bij jou. Maar hoeveel mensen doen dat niet en blijven leven vanuit de ideologie van de overlever. Wat de overlever aangeeft is heilige waarheid.
De innerlijke criticus gaat uit van een slecht, schuldig, beschamend, hopeloos -ik-, dat gerepareerd en in de hand gehouden moet worden. In het Boeddhisme wordt geoefend met in het NU leven. En dat kan de Overlever niet. De overlever vertrouwt het leven in het nu niet, daar heeft hij een broertje dood aan. Hij zal kritiek gaan uiten of een to-do lijst voor je neus leggen. Maar je hoeft er niet iets mee te doen, je kunt besluiten in het nu te blijven. En oefening baart kunst.
Rob: Natuurlijk ben ik het helemaal met je eens t.a.v. de Overlever. Het is echter aan de Volwassene om zich los te maken van het gepredikte geloof. De Volwassene is daar bij uitstek toe in staat. Hij kan geloof en huidige realiteit aan elkaar toetsen. De Volwassene is verantwoordelijk voor het huidige welzijn en kan bepalen dat overleven verleden tijd moet zijn. De Volwassene kan kritisch naar de omgeving en juist ook naar zichzelf kijken en nieuwe conclusies trekken die strijdig zijn met het oude geloof. Vervolgens kan hij geloofsondeugend handelen. De Overlever is een kind, hoe groot de plek ook is die hij inneemt in het interne gezin. De Volwassene is de nieuwe ouder voor het kwetsbare kind en de Overlever. Het geeft geen pas voor de Volwassene de verantwoordelijkheid bij een kind te leggen als het zich laat domineren door datzelfde kind. De Overlever kan lange tijd geregeerd hebben, terwijl de Volwassene inmiddels ook ontpopt is. De Volwassene heeft te zorgen dat hij ontwaakt uit het oude overlevingsgeloof. Predikers hoef je niet automatisch te geloven, lang niet altijd spreken ze de waarheid.
Siebe zegt
Het oplossen van lijden, in de vorm van het beeindigen van ego-gehechtheid, is volgens mij geen kwestie van de juiste opvoeding.
Een perfecte opvoeding zou zomaar eens de weg naar ontwaken volledig kunnen afsluiten. Maar ook mensen die goed zijn opgevoed lijden gewoon. Misschien zijn ze evenwichtiger, gelukkiger, hebben ze minder stoornissen, maar er is ook gewoon ego-gehechtheid.
Als het meisje in het begin van dit artikel op een dag ontwaakt, beseft ze volgens mij dat haar vader haar geen enkel kwaad heeft aangedaan. Misschien dat ze als onverlichte lang kwaad bleef op haar vader. Misschien verweet ze hem een slechte opvoeding. Ze geloofde nog heel erg in beeldvorming. Maar na ontwaken zal ze inzien dat ze dit niet juist zag. Ze zal inzien dat haar meningen onjuist waren door de invloed van ego-gehechtheid. Ze zag niet echt wie/wat ze was en daarom zag ze eigenlijk alles verkeerd.
groet,
Piet Nusteleijn zegt
In deze tweespraak wordt er een scenario beschreven. De titel van het stuk heet deze keer: Deel 11, “hoe gaat het mis”. Er is een rolverdeling en het toneelstuk speelt zich vervolgens af. Het verloopt zoals het gewoonlijk verloopt. Herkenbaar.
Het stuk is uit. Afgelopen en verklaard.
Als lezer denk ik:
Het is een mooi, geloofwaardig stuk. Zó gaat het inderdaad wel zo ongeveer…Met grote belangstelling heb ik ook dit deel 11 gelezen.
Mijn kritiek, een beetje een te groot woord, is dat het onvoldoende is uitgewerkt en uitgeschreven. Het geeft onvoldoende antwoorden op vragen.
Luuk voert misschien daarom een nieuw personage toe aan de spelerslijst. Luuk voert een zekere “je” op. We hebben in de eerdere delen reeds met hem kennisgemaakt:
De “je” (alias De Getuige)
Het zou dan iemand zijn, die wél in het Nu kan blijven en de opdrachten van de medespelers; de volwassene en de overlever en de andere spelers in het stuk naast ‘zich’ neer kan leggen.
Siebe, jij geeft aan de rol van het meisje, het aanvankelijke gekwelde meisje een happy slot, een verlicht einde.
Op welke manier kon ze tot haar inzicht komen?
Is het ontwaakte meisje met al die rollen,inclusief die van “Luuks je-de je van Luuk”, samengevallen?
Komt dat doordat ze wakker is geworden? Is dat het zoveel besproken ‘ontwaken’?
Zijn we bezig om een nieuwe Tweespraak te schrijven?
Deel 12, “Voorbij het denken”. Een vertaling van het Engelse toneelstuk “Beyond total mind”.
Ben benieuwd, met groet.
Siebe zegt
Hoi Piet,
Ik denk dat de leer aangeeft dat er een groot verschil is tussen ‘de getuige’ of ‘het getuige-bewustzijn’ én gewaarzijn.
Voorbeeld:
Als er een geur ontstaat, is er bij volledig verlichting, volgens mij, alleen het gewaarzijn van die geur. Wat ontbreekt is elk spoortje begeerte. Er ontstaat geen voorkeur en geen afkeer en de indruk dat er ‘een getuige’ is van de geur is afwezig.
Precies-dat, de afwezigheid van de mentale indruk dat er een getuige is, onderscheid een staat van volledige verlichting, van een bewustzijnstaat geworteld in moha, in begoocheling, volgens mij.
groet,
Luuk Mur zegt
Reactie op Siebe.
Ik(Luuk)vergelijk in deze tweespraak de communicatie van een vader met zijn dochter met de communicatie in het interne gezin van mensen in het algemeen. Wat ik duidelijk wilde maken is dat we verontwaardigd kunnen zijn als we een vader op een sterk afwijzende manier zien omgaan met zijn kind. Maar in het interne gezin (kwetsbaar kind, overlever en volwassene) kunnen doorlopend van dit soort zelf-afwijzende boodschappen gegeven worden. De overlever is doorlopend zijn geloof aan het prediken. We moeten namelijk vooral blijven geloven wat de overlever gelooft en dat geloof is in veel gevallen afwijzend naar de eigen natuur van iemand. Dit meisje leert van haar vader ook haar natuurlijke gedrag kritisch te bekijken. Als ze in de toekomst belangstelling voor spirituele ontwikkeling krijgt, dan zal moeten leren dit aangeleerde negatieve zelfbeeld los te laten.
Ik ben trouwens een voorstander van een zo goed mogelijke opvoeding. De keuzes die kinderen als volwassene gaan maken laat ik geheel bij hun. En ik weet niet of een problematische opvoeding het spiritueel wakker worden makkelijker maakt.
Ik (Rob) vind het een ideaal als kinderen een opvoeding krijgen waarbij ze een geloof kunnen ontwikkelen dat ze welkom zijn zonder voorwaarden en dat het veilig is in verbinding met anderen om met zichzelf voor de dag te kunnen komen. Eenmaal volwassen vrijwaart hun dat niet van lijden. Met een dergelijk geloof kan iemand eveneens fors teleurgesteld raken in het leven in relatie met mensen die weinig boodschap hebben aan authenticiteit, integriteit en in vertrouwen genomen worden.
Als de vrouw in het voorbeeld van Luuk tot op zekere hoogte verlicht is geraakt in haar leven zal zij zeker naar haar vader kunnen kijken als een gewoon mens die zich heeft laten leiden door zijn geloof. Zij hoeft hem dan niet meer te identificeren met zijn ego. Mededogen lijkt mij dan een voor de hand liggend beleving.
Luuk Mur zegt
Reactie op Piet Nusteleijn
Dat het verder uitgewerkt kan worden, ben ik (Luuk) met je eens. We proberen in verband met de leesbaarheid onze tweespraken kort te houden. Ik bedoelde in deze tweespraak met -je- niet de Getuige, maar -iemand- .
Dus: hoe kan iemand zich goed voelen als hij doorlopend zoveel kritiek krijgt van zijn overlever?
Je bent dan doorlopend bezig met denken dat zich opdringt, het verhaal dat je overlever vertelt over de beperkingen die aan je kleven. Je realiseert je niet wat je werkelijke natuur is. Je werkelijke natuur is niet dat verhaal dat de overlever vertelt.
Rob: Zolang iemand geen verhouding heeft met zijn geloof, dan is het geloof slechts een gegeven, waar de persoon in kwestie ook nog eens geen bewustzijn over hoeft te hebben. Als deze persoon zich ongelukkig voelt moet of de wereld veranderen of hij moet zelf veranderen. Een van twee of beide deugt niet. De wereld moet goed worden en of hij moet zelf goed worden. Het eigenlijke probleem is dat zijn ongelukkig zijn voor het belangrijkste gedeelte waarschijnlijk voortkomt uit zijn geloofsvergissingen.
Siebe zegt
Bedankt Luuk en Rob voor jullie feedback. Ik zou jullie nog het volgende willen voorleggen: je hoort soms berichten dat meditatie of een spirituele training niet (goed) samengaat met therapie. Hoe staan jullie hierin?
Vinden jullie dat er een categorie mensen is die beter niet aan spirituele training kan doen, zoals meditatie?
groet,
Luuk Mur zegt
Antwoord op de vraag van Siebe.
Ken Wilber schreef het boek Integral Meditation (2016). Daarin stelt hij dat het beste van Growing-up (therapie) en Waking-up gecombineerd wordt in deze door hem ontwikkelde methode.Centraal staat daarin Mindfulness.
Er zijn veel vormen van meditatie en mensen kunnen ook van elkaar verschillende doelen hebben met meditatie. Soms wordt meditatie alleen gebruikt als vorm van ontspanning, voor anderen is het een onderdeel van een uitgebreide spirituele training. Wat voor wie geschikt is kan in zo niet beantwoorden, daarvoor verschillen mensen en situaties te veel.
Piet Nusteleijn zegt
Luuk, je schrijft in de tweespraak dat in het Boeddhisme wordt geoefend met in het NU leven, dat de overlever dit niet kan. Je schrijft dat je kunt besluiten in het NU te blijven.
Die “je” is iemand. Die kan jij of ik zijn. Dus gewoon iemand.
Het denken is het verleden. Het is oud. Het is de conditionering. Daarom noem ik dit “in het Nu blijven” uit de wereld van het denken gaan.
Tot de wereld van het denken behoort het verleden; dat kwetsbare kind, de volwassene en de overlever en welke namen je daaraan geeft.
Wie kan besluiten in het NU te leven? Of wat?
Kan het denken in z’n geheel dat besluiten? Is het in staat om die voortdurende opsplitsingen in z’n geheel op te pakken en een nieuwe richting uit te gaan? Als een reiziger die alles in de koffer doet, deze sluit, naar het station gaat en de trein instapt die op dat moment voorkomt.
Kan het denken besluiten te zwijgen? Komt het zó in het NU?
Wordt het lijden zó beëindigd? Met groet.
Luuk Mur zegt
Piet,
Veel van het denken dat zich opdringt is geconditioneerd. We hebben het dan over het dwangmatige denken en bijvoorbeeld niet over doelgericht denken.
Een manier om in het nu te komen is je zintuigen te gebruiken. Het natuurlijke of kwetsbare kind is m.i. vooral met zijn zintuigen bezig, het ervaart. De overlever is geconditioneerd, deze heeft bepaalde ideeën over hoe de wereld in elkaar zit, opgedaan in het verleden. Dat is zijn geloof. Het denken is dus veel ruimer dan het geloof van de overlever, zonder denken zouden we geen mens zijn. Als de overlever echter dominant is, dan dringt zijn geloof/ geconditioneerd denken zich op. De volwassene kan gaan inzien dat het geloof van de overlever misschien niet meer van toepassing is of erger gewoon absurd is. Het is dus de volwassene die, eventueel samen met een therapeut, inperkende geloofsvergissingen kan opsporen en proberen te veranderen. Hoe minder geloof je leven bepaalt, hoe meer ongeconditioneerd bewustzijn er is. Je bent dan op weg naar spiritueel wakker worden.
Binnen het boeddhisme zijn talloze rituelen en ‘lessen’ beschreven die je bewustzijn kunnen vergroten. Bij Dzogchen zijn drie ingrediënten die belangrijk zijn op het pad naar de vrijheid: de leraar, de leer en de kring. Het belangrijkste is een verlichte leraar die je op weg helpt. Als je er meer van wilt weten dan kan ik de boeken van Jan Geurtz aanraden.
groet Luuk