Heb je hoofdboeddhisten en hartboeddhisten? Misschien dat ze in deze uitersten bestaan, maar meestal zijn mensen toch een wirwar van drijfveren en krachten, zoals het oerboeddhisme ons ook voorhoudt met de leer van de vijf skandha’s.
Oude en huidige boeddhisten classificeren in termen van ‘hoofd’ en ‘hart’ berust algauw op het vereenvoudigen van een werkelijkheid die ‘onder de motorkap’ diffuser is dan wij op het eerste gezicht misschien menen.
Het is het spel van drijfveren en krachten dat we moeten leren doorzien, in het/de ander en (dus ook) in onszelf. Als je dat met je hart kunt, prima. Maar wees je ervan bewust dat de werking van het spel mede berust op het redeneren van generaties denkers die de ogenschijnlijke innerlijke tegenspraken van het boeddhisme met elkaar probeerden te verzoenen in filosofische en religieuze beeldtaal.
Zelf heeft het boeddhisme, en in het bijzonder zen, in mij totaal onverwacht de kracht van het geloof doen aanwakkeren. Openheid is een aantrekkelijke eigentijdse hertaling van ‘leegte’, maar in die openheid vind ik vooral ruimte voor het besef dat ik ‘onder de motorkap’ vooral, of beter: uitsluitend, besta uit ander.
Gevoelsmatig herken ik mij in vormen van boeddhisme die in dat ander een ‘anderkracht’ waarnemen, wat voor mij niets anders is dan een naam van een ervaring. De kracht van anderkracht is dat het ons ook doet beseffen dat boeddhisme geen proces is van spirituele zelfverheffing, maar van inkeer, van afstand nemen van onze ingebakken ijdelheid en egoïsme.
De kracht van anderkracht is voor mij ook de kracht van geloof, niet ‘in iets buiten onszelf’, maar geloof in een weg, een geloof dat eerder vertrouwen is in de verklarende kracht van (vormen van) boeddhisme, zonder dat je je geloof al redenerend kunt toelichten, anders dan in stamelende beeldtaal die, op zijn best, door anderen ‘van hart tot hart’ kan worden verstaan.
Namu Amida Butsu.
Taigu
Elsbeth zegt
Namo Amituofo…
Piet Nusteleijn zegt
Leegte (openheid, licht, niets)ÍS ik,
ÍS de wereld,
ÍS de ander.
Openheid ÍS.
Licht ÍS.
Niets ÍS (ook)’het andere’.
Leegte is alles.
Zó kan je het (op) zeggen. Je hoeft er niet in te geloven,
maar “je” kan het bijna niet geloven.
Met groet