Kent het boeddhisme zoiets als genade? Die vraag werd mij in de context van interreligieuze dialoog gesteld. Mijn eerste reflex was: ‘ja natuurlijk’. Het boeddhisme is een en al genade en bevrijding. ‘Tout est grâce’ citeert Ton Lathouwers vaak. Een zin uit de gospelsong ‘Amazing Grace’: ‘I once was blind but now I see’ lijkt zo uit het boeddhisme te komen.
Toen ik achteraf het woord genade ging opzoeken werd het iets minder eenvoudig. Op Wikipedia las ik: ‘Genade is de in het christelijk geloof gebruikte uitdrukking voor Gods welwillende toewending tot de mens ….Het is een spontane, niet verdiende goddelijke gunst. Christenen verstaan er een vrije gave onder, die de mens absoluut niet verdiend heeft.’
Religies mimeren de samenleving waarin ze voorkomen. De christelijke definitie van genade past perfect in een middeleeuwse samenleving. Geen wonder dat dat in onze moderne samenleving niet meer werkt. In monarchieën zoals België en Nederland kan de koning nog steeds een genadeverzoek inwilligen maar de facto wordt de beslissing genomen door een democratisch verkozen regering.
Wat met de traditionele boeddhistische culturen? Het typevoorbeeld in het oudste boeddhisme is natuurlijk het verhaal van Angulimala. Angulimala was een seriemoordenaar die in een confrontatie met de Boeddha plotseling tot inkeer komt en monnik wordt. Wanneer koning Pasenadi enkele dagen later bij de Boeddha langskomt, vraagt de Boeddha wat hij zou doen als Angulimala monnik werd. De koning vindt het een hoogst onwaarschijnlijk idee, maar als het zou gebeuren dan zou hij hem net als iedere andere monnik eer bewijzen, waardoor hij Angulimala nietsvermoedend genade schenkt. Hier zitten we op bekend terrein. De maatschappelijke structuur in India was niet zo verschillend van wat we tot in de middeleeuwen hier gekend hebben.
Het bijzondere is dat de Boeddha Angulimala op het moment van zijn inkeer ziet als degene die hij op dat ogenblik is en niet als degene die hij tot vlak daarvoor was. Dat is zowel voor ons als voor India onwaarschijnlijk. Wij hebben er een sport van gemaakt om iemand die op het voorplan komt, genadeloos neer te halen zodra blijkt dat hij in zijn jeugd wel ergens een scheve schaats gereden heeft. Het maakt niet uit hoe die persoon nu is, maar toen … Iedereen leeft wel met iets dat hij niet had mogen en willen gedaan hebben, ook zij die dan het luidst roepen. Niemand is zonder wroeging, maar de publieke opinie is zonder mededogen.
Sterker wordt het nog als Angulimala korte tijd later tot ontwaken komt. Dat is naar Indische maatstaven totaal ondenkbaar. Het Indische wereldbeeld kent wel geen eeuwige hel, maar iemand als Angulimala zou toch minstens nog talloze levens in de hel moeten herboren worden voor hem een nieuwe kans gegund wordt. Dat betekent niet dat zijn verleden uitgewist is. Regelmatig komt hij bebloed terug van de bedeltocht omdat bij voorbeeld iemand van achter een struik een steen naar zijn hoofd gegooid heeft. De Boeddha raadt hem aan dat geduldig te verdragen.
Dit is heel wezenlijk in het boeddhisme: bevrijding kan in ieder ogenblik. Karma betekent dat het volgende ogenblik bepaald wordt door dit ogenblik, maar het betekent ook dat ik in dit ogenblik nu kan ingrijpen. Ik heb zoveel mensen gekend die jaren op hun kussen zitten te wachten tot ‘het’ komt terwijl het iets is wat je nu in dit ogenblik doet: je geest en je hart openen en bereid zijn. Dat is genade. Het is geen willekeur. Je hoeft het niet van boven te krijgen. Het is je geboorterecht. Het is alomtegenwoordig. Je hebt er nu toegang toe.
Wanneer het boeddhisme via de zijderoute China bereikt komt het in een heel andere samenleving terecht. Een wezenlijk element van het Chinese wereldbeeld is resonantie (ganying). De basisobservatie is het meetrillen van gelijkgestemde snaren van een luit wanneer één snaar wordt aangeslagen. Op dezelfde manier resoneren gelijkgestemde fenomenen in microkosmos en macrokosmos met elkaar. Overstromingen (te veel yin) bij voorbeeld worden dan in verband gebracht met te veel vrouwen (yin) in machtsposities.
De taak van de keizer is harmonie te bewerkstelligen. Als de keizer een ritueel uitvoert voor een goede oogst dient hij door gepaste handelingen, muziek en de bijpassende kleuren van zijn gewaden te resoneren met de mensen, met de aarde en met hemelse fenomenen. Als die in harmonie gebracht worden zullen de weersomstandigheden gunstig zijn, de oogst overvloedig en de mensen gelukkig. Belangrijk is dat hij niet smeekt om een arbitraire gunst van een hemelse godheid maar deelneemt aan een volkomen natuurlijk fenomeen. Wanneer correct uitgevoerd, kan de hemel niet anders dan het ritueel beantwoorden.
Dezelfde principes doen hun intrede in het boeddhisme. De gelofte van Amida Boeddha om iedereen die hem aanroept, ook de meest verlorenen, te verwelkomen in zijn Reine Land, wordt begrepen als respons op het oeverloze lijden in de wereld. Onze natuur is dezelfde als die van de Boeddha. Het aanroepen van Amida is evenzeer een respons van onze eigen boeddhanatuur, zoals een kind dat zich pijn gedaan heeft maar begint te huilen als het zijn moeder ziet.
Als we in de Sutra van Kuan Yin zingen: ‘Neem dan je toevlucht tot Kuan Yin en niets zal je nog deren’ wil dat dat niet zeggen dat een bovennatuurlijk wezen uit de wolken zal nederdalen. Het betekent wel dat mededogen de natuurlijke respons is op ons lijden. Het vermogen van Kuan Yin om al die verschillende gestalten aan te nemen is haar vermogen om te responderen op wat deze concrete situatie vraagt. Lijden en mede-lijden resoneren natuurlijkerwijze met elkaar.
Misschien kunnen we de notie resonantie nog iets dichter bij brengen. Als ik een steentje in het water gooi ontstaat er een rimpeling in het water. Ik veroorzaak die rimpeling niet. Het is de respons van het water. Als ik een stukje brood in het water gooi, komen de eendjes enthousiast snaterend aangezwommen. Dat is hun respons. Het hele gebeuren wordt niet door mij geïnitieerd. Het water, de eendjes nodigen mij ook uit om dat te doen. Kijk maar naar gezichten van de kleuters die met hun opa komen aangefietst, elk met hun eigen zakje oud brood. De kinderen, de opa, de vijver, de eendjes nemen deel aan een resonerend geheel waarbij het ene het andere opwekt. Op dezelfde manier nemen wij deel aan een organisch resonerend geheel van lijden en mededogen, boeddha zijn en mens zijn.
Als westerlingen zouden we dit eerder psychologisch uitleggen. In de mindfulness training breng ik milde open aandacht bij mijn pijn en verdriet. Het is mijn lijden en mijn mildheid, mijn mededogen. Die psychologische verklaring schiet echter tekort. Zo lang ik in de miserie zit denk ik dat mijn lijden mijn lijden is. Zodra het wat beter gaat en ik me weer open kan stellen voor wat er om me heen gebeurt, ontdek ik dat lijden niet enkel mijn lijden is. Het is groter dan mijzelf. Ik zie het overal rond mij. Dit zou een ondraaglijke ontdekking zijn, ware het niet dat ook het mededogen overal om me heen is. Ook het mededogen is groter dan mijzelf. Dat is enkel zichtbaar als ik mij daar voor openstel. Die openheid is boeddhanatuur.
‘Ik’ is maar een klein particulier elementje dat deelneemt aan het grote resonerende geheel van lijden en mededogen. Anderzijds is er geen lijden en geen mededogen zonder het particuliere. Het is altijd het concrete lijden van deze persoon dat beantwoord wordt door het concrete mededogen van een concrete persoon. Kuan Yin kan alle gestalten aannemen maar ze manifesteert zich maar in deze of gene concrete gestalte.
Wanneer ik buig naar een boeddhabeeld neem ik deel aan een gebaar van respect en mildheid. Dit concrete boeddhabeeld is niet meer dan een symbolisch raam op de wereld. De beweging begint niet bij mezelf. De milde open aandacht die het beeld uitstraalt, nodigt mijn buiging uit. Door deze beweging te cultiveren in de zendo, resoneer ik mee met respect, met mildheid, met het erkennen van bestaansrecht. Dit wordt pas echt concreet in de talloze ontmoetingen met de talloze levende wezens die dagelijks op mijn pad komen.
Er is een Chinese boeddhistische uitdrukking: ‘degene die buigt en degene naar wie gebogen wordt, zijn beide van nature in gelijke mate open’. (Open is hier de vertaling van sunya, veelal vertaald als leegte.) Openheid buigt naar openheid, openheid resoneert met openheid. Daarom zingen we in de Hartsutra: ‘Vorm is openheid (leegte), openheid is vorm’. Er is geen openheid buiten een concrete vorm. Anders wordt het een vormeloze leegte die sommige mensen misschien graag voor verlichting houden, maar die ons alleen maar vervreemdt van de wereld. Ontwaken is steeds ontwaken tot de concrete werkelijkheid.
Snaren kunnen niet meeresoneren wanneer we ze vastzetten. Daarom mediteren we, niet om iets te bereiken maar om open te worden als de klankkast van de luit die door haar openheid met alle snaren kan resoneren, zoals de bel die zachtjes blijft meeresoneren met de geluiden van de wereld om ons heen. Zo komen we uit bij dezelfde conclusie. Dit is genade. Je hoeft het niet van boven te krijgen. Het is geen willekeur. Het is je geboorterecht. Het is alomtegenwoordig. Tout est grâce. We kunnen in er ieder ogenblik aan deelnemen.
LEVEN IN DE MAALSTROOM blog
Ellen zegt
Dank voor dit mooie heldere stuk Edel Maex!
Jules Prast zegt
Je hart en je geest openen om toegang te krijgen tot bevrijding en genade als geboorterecht, is dat niet een te eenvoudige voorstelling van de boeddhaweg?
Vanaf het begin is de boeddhaweg niet voor iedereen in gelijke mate toegankelijk geweest. De mogelijkheid van bevrijding werd afhankelijk gesteld van progressie op een pad van zuivering door middel van spirituele oefeningen.
Toen met Mahayana er een kosmischer begrip ontstond van boeddha’s in hun eigen landen, raakte de weg vrij voor een volkscultus rond Amida Boeddha die zich met andere tradities vermengde. Shan-tao probeerde deze te systematiseren, alweer door spirituele oefeningen voor te schrijven. Maar of deze officiële cultus werkelijk vaste voet aan de grond kreeg, is onzeker.
In Japan bouwden Honen en Shinran ieder voor het eerst exclusieve scholen rond Amida Boeddha. Typerend is bij hen de omkering dat levende wezens tijdens hun leven vrijwel niet in staat zijn hun bevrijding op eigen kracht te voltrekken en dat ze daarvoor afhankelijk zijn van Amida’s bevrijdende kracht.
Je toevertouwen aan Amida kon al in dit leven leiden tot een vorm van spirituele wedergeboorte (shinjin) die na je dood vooruitzicht bood op een betere vervolgleerschool als bodhisattva, maar iedereen, hoe los van zeden en geloof ook, kon na zijn dood door Amida’s genade in zijn land terecht.
Je moet dit alles zien binnen de rijke, maar in de kern nondualistische verbeeldingswereld van Mahayana. Er zijn duidelijke parallellen tussen de wereld van Zen en die van Amida. Amida Boeddha is de uitdrukking die gewone mensen gebruiken voor wat wij boeddhanatuur noemen, zei ooit een bekende zenmeester.
Het idee dat bevrijding en genade voor het grijpen liggen, reflecteert het geloof dat in zenkring bestaat in zelfkracht (mediteren bijv.). Het idee dat dat niet kan, dat je je moet toevertrouwen, overgeven aan Amida Boeddha, reflecteert het geloof dat in de kring van het Reine Land bestaat in Anderkracht, de complementaire kracht die jou verbindt met allesbuiten jou.
Op de boeddhaweg heb ik verschillende genademomenten gekend. Erin gezogen worden. Een openbaring. Een stem. Een verschijning. Een gevoel over een drempel geplaatst te worden door Anderkracht. Nooit heb ik het gevoel gehad dat ik mijn hart en mijn geest maar hoefde te openen. Dat het onder mijn handbereik was. Dat het mijn geboorterecht was. Het is veel complexer, veel onzegbaarder dan dat.
Jules Prast zegt
Excuus voor mijn eerdere, (te) lange reactie.
Wat ik wilde zeggen is dat ik voor genade als geboorterecht geen steun vind in boeddhisme.
Als je je hart en je geest opent, dan ervaar je misschien compassie, maar zeker niet automatisch genade.
Bij Shinran heeft genade een specifieke betekenis in een context van andere religieuze praktijken zoals geloven.
‘Tout est grâce’ trivialiseert de rol van genade. Dit als een alternatief gebruiken voor compassie voegt niets toe aan een goed begrip.
nic schrijver zegt
Mijn ervaring is dat ‘genade’ vaak in de combinatie wordt gebruikt met ‘ toe vallen’.
Genade valt je toe als een lot uit de loterij maar je moet er open voor staan net als de deelname aan de loterij.
Genade zou je geboortegrond kunnen zijn als je het zó wilt zien. Bijvoorbeeld dat je je bevoorrecht voelt in het rijke westen geboren te zijn. Genade kan ook het feit zijn dat je in aanraking bent gekomen met Boeddhisme.
Genade is ook bereidheid je zegeningen te zien.
Edel Maex zegt
Geboorterecht is een impliciete maar rechtstreekse referentie naar de Lotus Sutra.
Na al die jaren mediteren vind ik het hoe langer hoe moeilijker te begrijpen waarom het boeddhisme het soms zo nodeloos moeilijk maakt.
Zou het te maken hebben met het aanzien van de leraar en het imponeren van de literati, zeg maar de sponsors? Geef toe, met een boodschap van ‘iedereen weet’ maak je dan natuurlijk echt geen indruk. :)
Jules Prast zegt
Misschien ben jij wel meer bij de tijd dan ik.
Misschien vraagt deze tijd om religie waarin meditatie milde, open aandacht inhoudt, genade en bevrijding onder handbereik zijn en karma als sneeuw voor de zon verdwijnt.
Misschien is het niet boeddhisme dat het nodeloos moeilijk maakt, maar neem ik met mijn persoonlijke interpretatie ervan een minderheidspositie in.
“Religion,” lees ik zojuist bij David Brazier, “is our way of relating to the unconditioned.”
Misschien is ontwaken tot het inzicht in de aard van dit ongeconditioneerde (shinjin), toevlucht nemen en dusdoende stroombetreder worden, wel het maximum wat de meeste van ons in dit leven kunnen volbrengen, in afwachting van onze volgende wedergeboorte.
Zo voel ik het aan. Amida Boeddha, Kwan Yin en andere boeddha’s en bodhisattva’s staan klaar om ons met hun compassie te begeleiden bij onze tocht door de samsara. Hoe eindeloos de boeddhaweg ook is…
(En overigens vind ik ‘Iedereen weet’ een uitstekend gekozen, prikkelende boektitel.)
nic schrijver zegt
Met ‘ iedereen weet ‘ geef je ook je positie als leraar op en misschien is het ook te confronterent voor elke zoekende dat ‘iedereen weet’ dan zou je het zelf dus moeten weten en dat kenmerkt een zoekende dat die het overal behalve bij zichzelf zoekt.
Frank Valens zegt
Prachtig stuk,zoals altijd trouwens. heel erg bedankt
(Je gaat het pas zien als je het doorhebt.Cruyff
Precies op tijd, in jouw portie, op jouw moment en jouw plaats.
Maat-werk)