Er zijn van die ideeën die gemeengoed zijn, maar die, als je er even over doordenkt, toch niet kloppen. Niettemin blijven zulke collectieve illusies hardnekkig meedoen in het maatschappelijk gebeuren.
Een vrij onschuldig voorbeeld: duizenden voetbalfans die zeggen ‘we hebben gewonnen!’, terwijl er toch echt maar elf spelers waren. Nu ja, die fans spelen natuurlijk wel, namelijk dat ze delen in de overwinning.
Of – serieuzer – neem het idee dat de overheid er is voor de burger, intussen gelogenstraft door affaires rond toeslagen, Gronings gas, en criminele moorden. Een collectieve illusie in wording is mogelijk het vooruitzicht dat de techniek de klimaatcrisis wel even oplost.
Collectieve illusies spelen een belangrijke rol in ideologieën, die wervende blauwdrukken voor een gewenste samenleving. Helaas gehoorzaamt het maatschappelijke landschap nooit helemaal aan de kaart die ideologen tekenen. De praktijk haalt de theorie in.
Zowel de individuele vrijheid – liberalisme! – als de solidaire saamhorigheid – socialisme! – blijkt een ideologische illusie. Dat de markt de economische problemen oplost, en dat kapitaal en arbeid in evenwicht zijn – liberale illusies. Dat de staat voor een eerlijke, zorgzame samenleving kan zorgen – een socialistische illusie.
Ben ik nu zwartgallig?
Mijn leermeester Jan van Baal wees er al op dat het woord illusie en de term ‘ludens’ in homo ludens – de spelende mens – dezelfde taalwortel hebben. Mijn definitie van spel past daarbij: het menselijk vermogen tegelijk twee visies op de werkelijkheid te hanteren. De tweede visie kan een illusie zijn. Naast de onverbiddelijke harde werkelijkheid kun je, al spelend, een zachte, weldadige bedenken. Collectieve illusies ontstaan als de werkelijkheid tekortschiet. Zelfs al weet je dat ze niet helemaal kloppen, ze bezorgen je niettemin een goed gevoel. Je speelt met een programma voor een betere werkelijkheid. De ernst die het spel vereist, helpt je om er in te geloven.
Hee, geloven?! Is religie dan misschien ook een collectieve illusie?
M.J. Prins zegt
Ja.
Arjan Mulder zegt
Mooie metafoor André! Ik ben ook zo’n dromer. Dit stukje helpt relativeren. Dank.