We dachten dat we ervan geleerd hadden. De toeslagenaffaire schokte Nederland: duizenden ouders ten onrechte bestempeld als fraudeurs, gezinnen uit elkaar gerukt, kinderen uit huis geplaatst, levens ontwricht. Er kwamen excuses, commissies en hersteloperaties.
Maar terwijl we naar het verleden keken, voltrok zich een nieuwe ramp — in het volle zicht.
In de jeugdbescherming worden kinderen nog steeds zonder voldoende grond onder toezicht geplaatst, en zelfs uit huis gehaald. Ouders worden niet gehoord. Rapporten bevatten halve waarheden, suggestieve formuleringen en missen context. En opnieuw zwijgt de politiek. Of zegt: “We mogen ons niet mengen in lopende procedures.” Alsof we dat excuus niet eerder hebben gehoord.
Een systeem dat zichzelf beschermt
De jeugdbeschermer schrijft het rapport. De rechter leest het en bekrachtigt de maatregel. Daarna is er ‘recht gesproken’, en blijft het stil. Zelfs als het rapport fouten bevat. Zelfs als een kind maandenlang geen contact heeft met een liefdevolle ouder. Zelfs als de schade onherstelbaar is.
- Politici zeggen: “We kunnen hier niets mee.”
- Bestuurders zeggen: “Er loopt een zaak.”
- De inspectie zegt: “Er zijn signalen, maar het gaat niet structureel mis.”
- Alleen de Kinderombudsvrouw noemt het wat het is: structurele problemen — ouders en kinderen worden onvoldoende gehoord, en rechtsbescherming schiet tekort.
Toch verandert er weinig. De gecertificeerde instellingen zijn te belangrijk geworden. Als hun certificaat wordt ingetrokken, stort het systeem in. Zoals banken ooit ‘too big to fail’ waren, lijken sommige jeugdbeschermingsorganisaties nu too big to question.
En dus gaat het door. ‘Goed genoeg’ ouderschap is vaak niet meer voldoende. Sommige jeugdbeschermers lijken te denken: als wij ons ermee bemoeien, komt het vanzelf goed. Maar ze zien niet dat hun bemoeienis vaak juist extra schade veroorzaakt.
Groepsdenken als fundament
Groepsdenken betekent: meegaan met de dominante logica, ook als die niet klopt. Twijfel is verdacht. Kritiek wordt gezien als ondermijning. Degene die vragen stelt, geldt als lastig, ondeskundig of partijdig.
In de politiek leidt groepsdenken tot verlamming:
- “We hebben er geen bevoegdheid voor.”
- “We moeten de professionals vertrouwen.”
- “We mogen ons niet bemoeien met individuele zaken.”
Maar als iedereen zo denkt, blijft er niemand over die het opneemt voor het kind.
Stel je voor…
Stel je voor: een afdeling hartchirurgie waar structureel fouten worden gemaakt. Waar geopereerd wordt op basis van onvolledige dossiers. Waar klachten intern worden afgehandeld, zelden tot verandering leiden. En stel dat jij daar verplicht naartoe moest — zonder second opinion, zonder bezwaar, zonder bescherming.
De samenleving zou opstaan. Politici zouden onmiddellijk ingrijpen. Niemand zou zeggen: “We mogen ons niet mengen in lopende operaties.”
Maar als het om kinderen in de jeugdbescherming gaat, kijken we weg. Alsof het minder ernstig is. Alsof dit geen levens raakt. Alsof de schade minder diep snijdt.
De signalen stapelen zich op
Het gaat niet om incidenten. Niet om uitzonderingen. Honderden kinderen per jaar worden — soms ten onrechte — uit huis geplaatst. Ouders zien hun kinderen maanden of jaren niet. Kinderen verdwijnen in instellingen of pleeggezinnen, zonder dat iemand weet waar ze zijn. Rechters voelen zich ongemakkelijk bij hun afhankelijkheid van eenzijdige rapporten. Klachtenprocedures zijn vaak intern geregeld: instellingen beoordelen hun eigen handelen.
Toch blijft het systeem draaien. Niemand durft aan de noodrem te trekken. Want dan zouden we moeten erkennen dat de schade structureel is — en dat het systeem zélf onderdeel van het probleem is.
De politiek faalt opnieuw
De pijnlijke waarheid is: de politiek is niet neutraal, maar passief. Terwijl de signalen zich opstapelen — schrijnend, herhaald, gedocumenteerd — blijft fundamentele hervorming uit. Er is geen onafhankelijk toezicht dat durft in te grijpen. Geen rechtsbescherming die echt werkt. Geen herstel van vertrouwen.
De toeslagenaffaire had een keerpunt moeten zijn. Het werd een gemiste kans.
De geschiedenis rijmt. Eerst waren het vooral ouders van kleur in de toeslagenaffaire. Nu zijn het ouders in de jeugdzorg. En opnieuw zijn het de kinderen die lijden onder onze bestuurlijke lafheid.
Politiek met een hart
Politiek met een hart zou durven zeggen: “Dit nooit meer” — en het menen.
- Zou luisteren naar ouders en kinderen, juist als het ongemakkelijk wordt.
- Zou kritische stemmen beschermen in plaats van isoleren.
- Zou wetgeving maken die ruimte biedt aan menselijke afwegingen, en systemen bouwen die openstaan voor correctie.
In het boeddhisme wordt lijden niet ontkend, maar erkend. Pas als we het onder ogen zien, kunnen we verantwoordelijkheid nemen — en werkelijk handelen.
Politiek met een hart begint bij het vermogen om te kijken — écht te kijken — naar het lijden dat we veroorzaken. Zonder afweer. Zonder maskers. Zonder onszelf vrij te pleiten.
Alleen dan kunnen we het tij keren.

Luuk Mur ( 1952) is psycholoog en heeft een drietal boeken geschreven over de door hemzelf ontwikkelde hulpverleningsmethode communitysupport. Hij is lid van de Dzogchen Community Nederland. Dzogchen is een vorm van Tibetaans boeddhisme waarbij veel belang wordt gehecht aan de ontwikkeling van individueel bewustzijn. Bij deze traditie streeft men naar non-dualiteit van het bewustzijn. Mensen zijn zich niet alleen bewust ( je weet dat je dit leest), maar je kunt je ook bewust zijn van dit eerste bewustzijn. Dit meta-bewustzijn wordt ‘gewaarzijn’ genoemd.
Geef een reactie