Nadat het werd uitgeroepen tot het gelukkigste land in Azië, en de zesde in een overzicht van gelukkigste landen in de wereld op basis van een enquête over bruto nationaal geluk in 2006, is het aanzien van Bhutan als gelukkig paradijs sterk gedaald. Complete minderheden worden gemarteld en het land uitgejaagd omdat ze de eenheid en voortbestaan van Bhutan zouden bedreigen. Het Boeddhistisch Dagblad schreef er vorig jaar uitgebreid over.
Het land van zogenoemde vrede, liefde en geluk lokt nog steeds toeristen. Het toerisme steeg van 300 bezoekers in 1974 tot 64.000 mensen in 2011. Wat ze naast de gelukkige uitstraling van de bevolking zien is een samenleving die overspoeld wordt, net als elders op het Indiase subcontinent, met corruptie, etnische strijd, analfabetisme, vervuiling, armoede en de botsing tussen culturen. Het ideaal en de werkelijkheid in Bhutan lijken in niets meer op elkaar.
Bhutan is vaak vergeleken met het volledig fictieve Shangri La, en koestert dat beeld ook zelfs op de officiële toeristische website met een ‘welkom aan Shangri La Bhutan”. (Shangri La werd beschreven in een Britse roman van 1933 als een mysterieuze vallei in China, die zich snel in de verbeelding vestigde als een hemel op aarde.) Wat de bezoekers van die site niet zien zijn de ernstige problemen met de nationale identiteit van het boeddhistische land, dat er niet voor terugdeinsde om consequent de mensenrechten op een grove wijze te schenden.
De geslaagde overgang van een absolute monarchie in een constitutionele monarchie met haar eerste verkiezingen in 2007, is twijfelachtig. De regering gaf toestemming voor de oprichting van slechts twee politieke partijen, die als de liplezers van de koning worden gezien en waarvan de top aan hem verwant is. Het land vaart een koers van eigen volk eerst, veel van de etnische Nepalezen, die 40% van de bevolking vormen en al vele generaties in Bhutan wonen, krijgen niet de status van burgers en kunnen daarom niet stemmen. Voor hen is Bhutan geen hemel op aarde, integendeel.
Sinds de jaren negentig worden ze vreselijk vervolgd en is over hun benarde situatie nauwelijks iets bekend. In 1991 en 1992, werden meer dan 80.000 Nepalezen-die deel uitmaken van de etnische groep van Lhotshampa, die al sinds negentiende eeuw in Bhutan leven, gedwongen verhuisd naar vluchtelingenkampen in Nepal en hun eigendommen onteigend. Ze mogen het land niet meer in. Bhutan weigert elke verantwoordelijkheid voor dit menselijk drama.
In de afgelopen vijftien jaar is de vluchtelingenstroom vanuit Bhutan gestegen tot meer dan honderdduizend mensen. De UNHCR (het agentschap voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties) verschoof de focus op repatriëring van de vluchtelingen naar derde landen zoals de VS. De Verenigde Staten namen alleen in 2007 60.000 vluchtelingen op. Deze gebeurtenissen waren een dieptepunt na tientallen jaren van onzekerheid over wat werd gezien als een demografische invasie door de Lhotshampa op de Drugpa, de noordelijke Bhutanesen.
De Bhutanese autoriteiten hebben de culturele en religieuze codes van de Hindoes en christelijke minderheden in de ban gedaan en gebruiken fysiek geweld en intimidatie tegen deze mensen, die tot etnische minderheden behoren in Bhutan. Martelingen zijn geen uitzondering. Vidhyapati Mishra is een Bhutanese journalist die in Nepal woont, in afwachting van terugkeer naar Bhutan. Hij schreef over de begane wreedheden tegen de Lhotshampa in de vroege jaren negentig, en het uitzetten van zijn familie. Zijn vader werd 91 dagen in een kleine, bedompt cel vastgehouden. Zijn –boeddhistische- beulen doorboorden zijn vingers met naalden en gaven hem urine in plaats van water en verbrandden gedroogde pepers in zijn cel om de ademhaling te bemoeilijken. Uiteindelijk stemde zijn vader er mee in om op een ‘vrijwillige’ manier te emigreren. Zo zijn er talloze verslagen bekend van Lhotshampa vluchtelingen, ook opgetekend door Amnesty International.
De Bhutanese regering ontkent de uittocht niet, maar stelt dat die vrijwillig was. Mensenrechtenorganisaties stellen dat de Bhutanese exodus een van ’s werelds grootste is, waar de internationale gemeenschap onverschillig tegenover stond en staat.
Geef een reactie