Onderstaande poging tot een prozagedicht vat de tijd samen dat ik aan zenmeditatie deed, en wat ik ervan leerde. Ik mediteerde een jaar lang in een groep en ging daarna thuis verder. Zo fanatiek, dat ik er rand-psychotische verschijnselen van kreeg. Inmiddels mediteer ik niet meer. De zenwereld is sektarisch, er vond misbruik plaats. Niettemin leerde ik er wat van: goed ademhalen (houdt stress en slapeloosheid op afstand) en de altoos voortruisende boordcomputer tussen mijn oren niet zo serieus nemen.
(PS: Verlichting bestaat niet.)
ZEN
Ik werd een spiegel
Alles weerkaatsend
Prikkels
Klopmuziek
Dystopische mensen
Wat is trouwens het geluid van één klappende hand?
De zenmeester sloeg mij
Ik mediteerde anarchistisch
En bevroeg zijn verlichting
Kukelend in rand-psychose
Ook hallucinant
Maar die spiegel ontwaakte
Innerlijk leeg
In mijn eigen tempel
Het dagende niets
Laag ademend
Recht zittend
Zien zonder oordelen
Puur
Zuiver
Schoon
Welk gezicht had je voor je geboren werd?
Geef een reactie