Tijdens Kikan, een voordracht van Roshi Sama ter aanmoediging van je zentraining, vroeg ik: ‘Roshi Sama, wat is de taak van een zenmonnik?’ Zijn antwoord was: ‘He takes care of the dead.’ Dat is de hoofdtaak van een zenmonnik/priester.
Zorgen voor de doden vereist natuurlijk toelichting. Een klooster, tempel of zencentrum verzorgen in de eerste plaats de uitvaartceremonie. Ogenschijnlijk lijkt zo’n begrafenisritueel op een gewone begrafenisceremonie zo als overal ter wereld wordt uitgevoerd. Maar in mystieke zin is het een zuiveringsritueel waarbij kwade invloeden worden weggenomen. Vijfennegentig procent van de Japanners wil zo’n ritueel niet alleen voor hun dierbare overledenen, maar ook voor zichzelf omdat via de daden van een overleden familielid zij hier ook in aanraking mee kunnen komen.
Gebruiken die hier in het Westen vergeten zijn, zijn in Japan nog springlevend. Dodenwake, ‘de 40 dagen periode binnen het katholicisme’ (in zen 49 dagen tijd) rouwperiode, is in Japan voor 95% van de bevolking gewoon goed. De priester/monnik is hierbij nauw betrokken. De jarenlange familieband met een tempel is in Japan vanzelfsprekend. De monnik kent de familie en zoekt voor de overledene een passende boeddhistische naam uit die in een Ihai-tablet (dodenbordje) word gegraveerd.
Als boeddhist word je geacht om de overledene in gedachten te houden door de Ihai-tablet in het huisaltaar te zetten, er elke dag een sutra voor te reciteren en een kopje water te plaatsen. Je bent pas echt dood als je vergeten bent. Gepensioneerden hebben hier tijd voor, maar door de volgeladen agenda van Japanners hebben lukt dat niet of nauwelijks. Dus laten ze hun Ihai-tablet achter bij de tempel waar de priester/monnik de zorg voor de Ihai-tablet op zich neemt.
Het is in Japan dan ook heel vreemd als je alleen voor meditatie naar de tempel gaat. In 1994 bezocht een dharmabroer van mij onze (voormalige) tempel in Leiden. ’s Morgens vroeg hij waar iedereen bleef. Ik zei hem: ze komen vanavond om 8 uur. Verbaasd vroeg hij: ‘Waarom?’ Hij was verbaasd dat iedereen alleen voor de meditatie kwam en er niemand voor de tempeldienst aanwezig was. In Japan is het precies andersom.
Eigenlijk heeft het niet zoveel zin om alleen voor de meditatie te komen. Via meditatie maak je endorfine aan wat je een prettig gevoel geeft, maar na een paar uur weer wegebt. Pas als je een langere retraite doet treden er inzichten op die je leven kunnen beïnvloeden. Maar zonder rituelen die bekrachtigd zijn, vinden zorg en verdieping van je inzichten geen ondersteuning. Spiritualiteit heeft een vorm nodig, zoals je thee in een kopje giet, zo giet je je spiritualiteit in riten en ceremonies.
De taak van een zenmonnik/priester is zorgen voor de doden, daar word hij/zij voor opgeleid, en ja, meditatie is daarin een belangrijk onderdeel, maar de tempeldiensten en ceremonies zijn even belangrijk. Dat is waar een sangha voor betaalt- om haar tempel en priester/monnik in stand te houden. Het is niet een kwestie van kopen of contributie, het is dana, betrokkenheid.
In Japan hoeft niemand te betalen om aan een sesshin (retraite) mee te doen maar iedereen heeft het besef dat zonder dana hun tempel verdwijnt en daarmee de mogelijkheid om inzicht te verwerven en te leren hoe die te verweven met je leven. Maar is er ook dana voor priesters/monniken om bijvoorbeeld angst en leed van betrokkenen tot een minimum te beperken. Dana is een oefening, een oefening in empathie, betrokkenheid, zowel voor de priester/monnik als de sangha.