In een kloostercel naast de hoofdruimte van de Kloosterbunker verblijft een Nederlandse monnik die ook veel in Thailand huist. De monnik is erg op zichzelf en praat niet meer dan nodig is. Dus heel weinig. Zelf heb ik ook een hekel aan loze kletspraat, zoals praatje pot in het boeddhisme genoemd wordt. Het wil heel soms voorkomen dat de Nederlandse monnik en ik gelijktijdig onze onderkomens verlaten en de deuren achter ons dichttrekken. We schrikken dan een beetje en zeggen dan goedemorgen, goedemiddag of goedenavond, naar gelang het tijdstip van de dag. Om van mijn betrokkenheid bij zijn welzijn te getuigen vraag ik ook soms: ‘Zo, weer terug uit Thailand?’ De Nederlandse monnik knikt dan en zet met gewiekste pas de vaart erin, op weg naar de lift, de centrale hal en de buitenlucht, zonder lastige vragenstellers. Dat lukt hem altijd omdat ik mijn pas vertraag om hem die gelegenheid te bieden. Kort samengevat: we zijn schuw. Die eigenschap levert veel tijdwinst op, er kunnen zomaar vele uren per dag verloren gaan in een omgang met anderen, buren, straatgenoten. Schuwheid loont.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!