De ware aard van de geest is als een sterk reflecterende spiegel, met als eigenschappen kristallen helderheid en zuiverheid. Al onze gedachten, emoties, impulsen, gevoelens, sensaties, enzovoort, zijn als de reflecties in die spiegel. Oorspronkelijk gewaarzijn, de toestand van onmiddellijke aanwezigheid, is als het vermogen van deze spiegel dat te reflecteren wat er voor wordt geplaatst – of het nu goed of slecht, zuiver of onzuiver, mooi of lelijk is. Zoals deze reflecties de aard van de spiegel op geen enkele wijze veranderen of bepalen, zo veranderen of bepalen onsamenhangende en discursieve gedachten die in de geest opkomen, op geen enkele manier de ware aard van de geest. Wanneer we verenigd zijn met de kennis van dit oorspronkelijk gewaarzijn, leven we in de toestand van de ware aard van de spiegel. Missen we dit gewaarzijn en zijn we onwetend, dan leven we in de toestand van de reflecties en denken we dat wat er ook voor ons bewustzijn oprijst, werkelijk en wezenlijk is.
.